Een Belg, een Nederlander en een terrorist zitten in een vliegtuig …

De Standaard, 31 oktober 2020.

 

Toen ik jong was, werden er nog moppen verteld. Een typische begon met drie personen, elk van een andere nationaliteit (meestal een Belg, een Nederlander en een vrij te kiezen andere), die samen in een vliegtuig zaten. Het gesprek dat ze daar voerden verschilde van mop tot mop, maar het eindigde er steevast mee dat de Nederlander iets doms zei, waarmee je dan lachte, omdat je op voorhand al wist dat de Nederlander iets doms zou zeggen.

 

Dat type moppen is verdwenen. Waarom eigenlijk? Uit angst voor terreur van de Nederlanders? Nou nee, ­gewoon, omdat een samenleving nu eenmaal evolueert, en omdat we het niet meer zo grappig vinden om de spot te drijven met andere nationaliteiten. ­Humor is een van die culturele fenomenen die het snelst veranderen, zoals ­iedereen weet die al naar een oude aflevering van Gaston en Leo gekeken heeft. Niemand lacht om waar zijn ­ouders om lachten.

 

Daarom sta ik altijd een beetje ­bedenkelijk te fronsen als mij – zoals ­altijd in de nasleep van een aanslag – door Europese politici en intellectuelen wordt bezworen dat het spotten met ­religie tot onze cultuur behoort, en dat we dat zullen blijven doen, of de Turkse president Recep Tayyip Erdogan dat nu leuk vindt of niet. Soms gaan ze nog verder, en beweren ze dat de islamisten al gewonnen hebben, omdat cartoonisten bang zouden zijn om grappen te maken over de islam. Die angst, die hun pen doet aarzelen, zou betekenen dat ‘wij’, Europeanen, onze vrijheden al hebben opgegeven.

 

Wie lacht met boeddhisten?

Ik denk niet dat dat klopt. Er worden in Europa sowieso nog nauwelijks grappen gemaakt over religie. Kent u veel cartoonisten die humor bedrijven over boeddhisten? Comedians die de hindoes bespotten? Carnavalsstoeten waarin de ene na de andere groteske karikatuur van een sikh voorbijkomt? Welnee. Nochtans hebben die religies geen ­legertje terroristen, die je de kop ­komen afsnijden als je het zou proberen. ­Europa kan zijn liefde voor de blasfemische witz ten volle uitleven op de quakers en de shakers, op de getuigen en de druïden, op de hervormden en de gereformeerden en alle andere vormen die het godsgeloof wereldwijd nog aanneemt. Toch doen we dat niet.

 

Zelfs de antikatholieke satire, lang zo populair, komt nu duf en verschaald over. De moppen over pedofiele priesters hebben zo’n lange baard, dat men ze voor moslimgrappen neemt. Er zijn gewoon nog te weinig Europeanen in ­leven die met het katholieke geloof zijn opgegroeid en dat als een kwelling hebben beleefd, om die humor als bevrijdend te ervaren.

 

Het enige relict van die traditie is de ­islamsatire. Maar zelfs die bestaat maar in één vorm: de iconische ‘choquerende cartoon’ op de voorpagina van Charlie Hebdo. Die is niet bedoeld om mee te lachen, maar om over te debatteren op opiniepagina’s of om andere media het vuur mee aan de schenen te leggen: durven jullie hem te publiceren? Het is een statement, geen grap. Koppel de grap los van het statement, en alles ­eraan schreeuwt: Ok boomer.

 

Het zou ironisch zijn als er niet ­zoveel doden bij vielen, maar terreur houdt dus in stand wat ze wil bestrijden. Er ontstaat een rally ’round the flag-effect, waardoor wat anders een ­gewone evolutie zou zijn geweest, weg van stereotyperende humor, een knieval lijkt. Voor een beetje terrorist moet het zuur zijn om vast te stellen dat uitgeverij Clavis beslist heeft om 7.000 exemplaren te vernietigen van prentenboeken waarin een zwarte Zwarte Piet staat getekend (DS 28 oktober). Geen ­enkele Sint heeft zich daarvoor moeten opblazen. Er is geen enkele Piet de keel overgesneden. De tegenstanders van Piet hebben hun stelling verdedigd zoals dat hoort in een democratie: ze hebben ­geargumenteerd, betoogd en gelobbyd. En ja, de pro-Zwarte Pieten hebben ­geprobeerd om hetzelfde rally ’round the flag-effect te creëren: dit zijn onze tradities, stop de waanzin, we geven niet toe aan linkse intimidatie, enzovoort. Maar aangezien er geen bloed ­gevloeid is, had dat veel minder effect.

 

Het is een geruststellende vaststelling, vind ik, om te zien dat normale vormen van debat nog steeds werken. De discussies over Zwarte Piet, maar ook die over pakweg #MeToo waren heftig, en ik kan me voorstellen dat deelnemers ze als onredelijk stresserend hebben ervaren, maar ze bleven vredevol en hadden effect. Ondanks de noodkreten over de polarisatie die ons in een uitzichtloze houdgreep zou nemen, blijken onze samenlevingen toch verder te evolueren. De tanker van de Europese cultuur is wel degelijk een beetje van koers veranderd.

 

‘Social justice’

Als ik naïef was, dan zou ik zelfs zeggen dat het een model zou kunnen zijn voor die jonge mannen, die nu denken dat ze die tanker in een klap kunnen doen zinken door een willekeurige passagier ervan het hoofd af te snijden. Er zijn best gelijkenissen te vinden tussen het protest tegen de Mohammedcartoons, en dat tegen stereotiepe afbeeldingen van Afrikanen in Vlaamse prentenboeken, of tegen seksistische grappen in De slimste mens. In al die gevallen zegt een groep: ‘Wij vinden dit kwetsend, en wij denken dat het bijdraagt tot een bredere discriminatie waar wij het slachtoffer van zijn.’ De andere groep zegt: ‘Welnee zuurpruimen, het is gewoon grappig, en door je protest voelen wij ons aan­getast in onze vrijheid van menings­uiting.’ Waarna in het ene geval de ­discussie verder gaat, en in het andere ­iemand wordt vermoord. Welke methode heeft het meeste succes?

 

Het is naïef, ik zei het al. De verschillen zijn groter dan de gelijkenissen. Het motief van een jihadi om te moorden ontstaat in een wereldbeeld dat zodanig vreemd is aan het onze, dat ik iets fundamenteel mis als ik het voorstel als een (geperverteerde) versie van andere social justice-bewegingen. Zij willen niet volwaardig deel uitmaken van de seculiere, democratische samenleving, die respect toont voor hun identiteit en ­gevoeligheden. Ze willen dat die samenleving verdwijnt.

 

Maar uiteindelijk moeten zelfs zij het toch beu worden, al dat nutteloze bloedvergieten? Wie blijft zo’n hoge prijs betalen, als het doel geen meter dichterbij komt?