We belanden allemaal bij de therapeut

Een tijdje geleden zag ik een intrigerend kunstwerk. Het was een huwelijk. Dat is misschien wat vreemd uitgedrukt: uiteraard werd er in het museum geen huwelijk tentoongesteld, er stond een replica van een slaapkamer. Maar die symboliseerde het echte werk. In augustus 2018 waren kunstenaars Anyuta Wiazemsky en Kim Snauwaert met elkaar getrouwd, zonder dat ze een romantische relatie met elkaar hadden. Daar waren ze open over: ze waren niet verliefd. Ze hadden zelfs elk hun eigen lief. Ze trouwden zodat­ Wiazemsky, die de Russische nati­onaliteit had, legaal in België kon blijven. Maar, zo argumenteerden ze, het was toch geen schijnhuwelijk. Volgens de Belgische wet is het immers niet nodig­ dat gehuwden verliefd op elkaar zijn – ze moeten alleen een ‘duurzame levensgemeenschap’ hebben aangegaan. En die hadden de kunstenaars wél. Ze woonden samen en hadden de intentie bij elkaar te blijven, al was het dus maar omdat ze van hun huwelijk een kunstwerk hadden gemaakt. In performances, foto’s, video’s en installaties stelden ze de vraag wat een ‘duurzame levensgemeenschap’ betekende in deze tijd. Waarom zou een mariage de raison geen oprecht huwelijk kunnen zijn? Onder de adel en de hoge bourgeoisie is het al sinds mensenheugenis de gangbare praktijk.

 

Ik dacht daaraan toen ik de aankondiging zag van Ik wil een kind, het VTM-programma, gepresenteerd door Dina Tersago, waarin wildvreemden afspreken om samen een kind te maken en op te voeden, zonder dat ze met elkaar een liefdesrelatie aangaan – het is co-ouderschap van voor de bevruchting. VTM maakt uiteraard geen kunst, maar de zender doet wel iets gelijkaardigs als Snauwaert en Wiazemsky: een sociale norm in vraag stellen. Waarom zou co-ouderschap alleen mogen voor mensen die eerst een klassiek gezin hebben gevormd, maar die uit elkaar zijn gegaan? Waarom zou je er niet van bij de start voor kunnen kiezen? En waarom zou je niet met twee koppels kunnen afspreken om samen een kind op te voeden? Als ouders scheiden en elk aan een nieuwe relatie beginnen, dan heb je toch dezelfde situatie?

 

Dat het programma per definitie een brug te ver zou zijn, lijkt me onzinnig. Er zit een zekere padafhankelijkheid in onze cultuur, die maakt dat elke brug te ver in het verlengde ligt van de vorige. Als het gaat over liefde en relaties, zie je dat Europeanen zich al meer dan een halve eeuw telkens dezelfde vragen stellen: ‘Waarom zou ik mij moeten neerleggen bij een norm die mij vertelt hoe ik gelukkig mag zijn? Waarom zou het niet anders kunnen? Als alle betrokkenen instemmen en niemand wordt geschaad, wat is dan het probleem?’

De media kunnen niet zwijgen over alternatieve gezins- en relatievormen. We lezen over gescheiden ouders die met hun nieuwe partners allemaal in hetzelfde huis wonen, over polyamoreuze koppels, over homo’s die donor waren voor een bevriend lesbisch stel en dat kind nu met zijn vieren liefdevol opvoeden. Telkens is de boodschap: ‘Als je veel met elkaar praat en goede afspraken maakt, dan werkt het allemaal prima­. En de kinderen vinden het doodnormaal, want liefde is liefde en al de rest is conventie.’

 

Het is waar, veel mensen voelen zich daar onbehaaglijk bij. Ze hebben het gevoel dat we op een hellend vlak zitten, en dat er onvermijdelijk wel pro­blemen van komen, dat kinderen het slachtoffer zullen zijn. Alleen zie je dat deze mensen hun eigen vrijheden op relatie­gebied evenmin zouden willen prijsgeven. Terwijl ze toch weten dat ook over die vrijheden, die nu dood­normaal worden geacht – de vrijheid om te scheiden, om alleenstaande ouder­ te zijn, om met een partner van hetzelfde geslacht samen te leven – ooit werd gevreesd dat ze schadelijk zouden zijn voor de kinderen.

 

Schuilt het onethische dan niet in het feit dat VTM hier een realityshow van heeft gemaakt? Het móét een effect hebben op een kind, te weten dat hij werd geconcipieerd op tv. Als de zender dan toch het thema bespreekbaar wilde maken, had hij dan niet beter gekozen voor een documentaire, gevolgd door een debat?

 

Nou nee, want dan zou het niet bespreek­baar geworden zijn. Het is de schok van de controverse, dat gevoel van ‘hier klopt iets niet, ik kan dit niet aanvaarden’, die maakt dat het huwelijk van Snauwaert en Wiazemsky zo’n sterk kunstwerk werd. Hetzelfde geldt voor Ik wil een kind: het is omdat het een realityshow is, dat je je gedwongen voelt om over het thema na te denken. Bovendien weet je nu al dat het om een beheerste controverse gaat. Omdat VTM een familiezender is, kan ze zich niet permitteren om de kandidaten voor de bus te gooien. Ook Blind getrouwd leek een aberratie toen het concept eerst werd voorgesteld. Het blijkt gewoon een leuk, respectvol programma te zijn.

 

De meest fundamentele vraag: wie bepaalt wanneer een kind schade opliep, en wie daarvoor verantwoordelijk was? Ik heb de indruk, als ik de generatie van mijn ouders observeer, dat velen emotioneel beschadigd zijn door de autoritaire opvoeding die zij gekregen hebben. Tegelijk zie ik dat zijzelf hun opvoeding idealiseren: hun ouders hebben hen tenminste nog weerbaar gemaakt tegen de slagen van het leven, zij lopen niet de hele tijd te jammeren, zij zijn geen snowflakes zoals de jongeren van vandaag­, die duidelijk mismeesterd zijn tijdens hun opvoeding. Wie zal zeggen wie gelijk heeft?

 

Eén ding is zeker: bij de therapeut belanden we allemaal. En daar zullen we sowieso tot het inzicht komen dat er érgens in onze jeugd iets is misgelopen, dat maakt dat we nu met een laag zelfbeeld kampen, weglopen van conflicten, te veel drinken, op onbereikbare mannen vallen of … Dat kan een afwezige vader zijn geweest, een dominante moeder, een overdreven zorgende en alom­tegenwoordige moeder of een vader die je aldoor subtiel te kennen gaf dat je nooit écht aan zijn verwachtingen voldeed … Als er al niet iets werkelijk ernstigs is gebeurd, zoals seksueel misbruik­ of psychische terreur.

 

Of je dan verwekt bent in het kader van een televisieprogramma of niet, zal binnen dat brede plaatje slechts een detail­ blijken te zijn.

 

Verschenen in De Standaard van 9 oktober 2021.