“IK, RACIST? DAT IS ZO 1990!”

EEKLO – Behoud de Begeerte laat in de dertigste editie van ‘Geletterde mensen’ Tom Naegels en Mounir Ait-Hamou het vuur tussen generaties en culturen opstoken. Tot we er smakelijk om kunnen lachen.

Van onze redactrice

‘De homo’s en de Palestijnen krijgen alles. En wij? Wij krijgen niets.’ Je moet vastgekluisterd zijn aan een ziekenhuisbed met een buisje in je piemel om met zo’n uitspraak ongestraft weg te komen: Tom Naegels hoort het zijn bompa luidkeels verkondigen in de ziekenzaal en krijgt het schaamrood op de wangen.

Schaamte? Daar weet Naegels’ kompaan alles van, de Belgisch-Marokkaanse acteur Mounir Ait-Hamou (zag u de film Les Barons?). Deze vertelt hoe een zoon toeziet op zijn vader, die zich al te laks opstelt wanneer de bonzen met het vakbondsgeld gaan lopen. Wanneer een vader zijn eer verliest, voelt een zoon dat tot in zijn tenen.

Tom Naegels, een onderwijzerszoon met een brilletje, overloopt vier generaties mannen in zijn familie. Van bompa over vader naar zijn zoon. Hijzelf staat als allesziend verteller op het podium. Zoals je een klas kunt leren hoeveel vijf maal vijf is, zo vertelt Naegels ons wat de universiteit van het leven hem allemaal heeft bijgebracht (socialisme is nog slechts een individuele beweging, je stuurt je kind niet naar een concentratieschool om vriendjes te worden met de ouders, de volksmens is een ideaal).

Mounir Ait-Hamou pikt gretig in op de verhalen en vult aan met flarden uit Naegels’ boeken Los en Beleg, vertaald in het Frans – dat taaltje dat we nog te vaak met het buitenland associëren.

De Abdelstraat

De twee hebben geen taal nodig om elkaar te begrijpen. Toch duurt het even voor de vertellers zich comfortabel voelen in hun verhalen. Alsof ze zich ook als verteller door die eerste bladzijden moeten worstelen, vooraleer overtuigd te worden van hun eigen plot.

Ook voor ons is het even zoeken, namelijk hoe al die anekdotes en sketches in elkaar passen. Pas als Tom Naegels een aangebrand nummer van The strangers ten beste geeft en Mounir een aantal Marokkanen op pad stuurt om in Antwerpen een straatonderzoek te doen (‘Viende gij da errug as we van de Abdijstraat de Abdelstraat moake?’), krijgt deze Geletterde mensen richting. Als Naegels zichzelf bevestigt, klikken de woorden en verhalen in elkaar: want zoals je van een vogel kunt zeggen hoe hij gebekt is, zo weten we ondertussen van de schrijver Tom Naegels hoe hij geletterd is. Laat hem een avond freewheelen in de taal, en je krijgt verhalen over onze (multiculturele) samenleving en de Antwerpse omgeving waarin hij zijn dagen slijt. Het decor van Jan Vanriet is daarbij een gemene deler: de lege ziekenhuisbedden die er opgesteld staan, zijn de eerste en laatste getuigen van zoveel uiteenlopende generaties leven.

De Franstalige Mounir is met zijn Marokkaanse roots een handig tegengewicht voor de kleinburgerlijkheid die Naegels feilloos schetst. Zijn luchtige anekdotes tonen ons dat kleine voorvallen veel teweeg kunnen brengen en harde situaties net heel weinig. Naegels en Ait-Hamou pingpongen met clichés, scoren door zich al zingend over ‘de ander’ te verkneukelen en rekenen af met bestofte weerwoorden. ‘Ik, racist? Komaan, dat is zo 1990.’

De waarheid hoeft niet altijd te kwetsen om haar doel te bereiken: met een smakelijke kwinkslag kom je ook al ver.

‘Geletterde mensen: Tom Naegels met Mounit Ait-Hamou’. Gezien in CC de Herbakker, Eeklo. Nog tot 27/1 op tournee door Vlaanderen.

 

Dit interview verscheen eerder in De Standaard van 13 december 2010.

Alle Boeken