Optimisme tegen beter weten in

Boeketje superlatieven voor Tom Naegels


De verwachtingen waren hooggespannen voor Tom Naegels' nieuwe roman. Los is meer een 'best of' dan een nieuw boek, maar dan wel een 'best of' die zijn naam waard is. Het is een van die zeldzame romans die je zonder aarzelen aan iedereen in je vriendenkring en familie kunt aanbevelen.

DE nieuwe roman van Tom Naegels dook eind 2004 al op in de eindejaarslijstjes van bekende mediamensen: dáár zaten zij nu eens op te wachten. Zijn columns in De Standaard lieten het beste vermoeden: als de auteur in dat genre zo sterk geworden was, dan moest hij in staat zijn om zijn drie vorige boeken (zeer wisselend ontvangen) te doen vergeten.

Naegels heeft geen overbodige risico's genomen: als zijn vierde roman presenteert hij eenvoudigweg het beste uit zijn columns en uit vorig werk, fijngeslepen, nog beter verwoord dan anders en thematisch hechter vervlochten dan je in het begin denkt.

Wie geregeld Naegels' columns leest, zal veel echo's daarvan horen in Los . Wie bovendien Naegels' tweede roman las (maar die groep mensen is niet erg groot), herkent in Toms bompa uit Los meteen het personage Henri Constandt uit Meester Kader Los is een vlekkeloze prestatie, een aaneenschakeling van hoogtepunten.

Los is een reportage, een (grotendeels?) autobiografisch verhaal waarin de auteur zelf de hoofdrol speelt. Drie verhalen lopen door elkaar. Er is het stervensproces van Toms grootvader: een verkapt pleidooi voor een verdergaande euthanasiewet. Er is de ontwikkeling van Toms contacten met Marokkanen: een zeldzaam genuanceerd, even hilarisch als terneerdrukkend beeld van een gemeenschap die meer als scheldwoord dan als nieuwsitem wordt opgevoerd. En ten slotte is er Toms relatie met Nadia, een Pakistaanse: een heel persoonlijke ontmoeting met het andere.

Maar wat is dat, ,,het andere''? Nadia, uiteraard, want zij komt uit zo'n andere culturele omgeving dat ze niet eens weet wat de holocaust is. De Marokkanen ook uiteraard, want alleen al hun manier van afspraken maken met journalist Naegels maakt het verschil in mentaliteit duidelijk. En ja, wellicht is de doorsnee Antwerpse volksmens, die personificatie van Racisme met een hoofdletter, ook ,,het andere'': datgene waarvan we ons niet kunnen voorstellen dat we ermee samenleven.

DE uiteenlopende verhaallijnen van Los schetsen samen een beeld van een maatschappij die veel verdeelder is dan wij denken. De contacten tussen allochtonen en autochtonen in het Antwerpse zijn daarvan een extreem voorbeeld. Er zijn drie partijen bij dat ,,gesprek'' betrokken: de autochtone volksmens, de autochtone hoogopgeleide positivo en de snordragende Marokkaan.

Van een grijs middenveld is in Los geen sprake: het multiculturele (scheld)gesprek vindt plaats tussen deze drie groepen, elkaar zo vreemd en toch tot elkaar aangetrokken. Pijnlijk zijn de verslagen van een buurtvergadering tussen overwegend vrouwelijke positivo's en uitsluitend mannelijke allochtonen. Pesterig zijn de gelijkenissen tussen de volksmensen en de allochtonen, die verondersteld worden elkaar te haten: hetzelfde gebrek aan smaak, dezelfde snorren, dezelfde ongezellige horeca.

Loeihard is Naegels' kritiek op de positivo's en de weldenkende medemens. Heel leerzaam wordt het als Naegels in herinnering roept hoe de Antwerpse volkszangers De Strangers uit de gratie van de pers vielen. Uiteraard was het een fout van de groep om op te treden voor het Vlaams Blok, maar hun humor is misschien minder racistisch dan toen werd aangenomen. ,,Dat is volkse humor. Schoonmoeders kijven, Hollanders zijn gierig, getrouwde mannen zitten onder de plak, postbodes en agenten drinken graag een pintje en Marokkanen hebben tien kinderen en profiteren van den dop. Het herkenningseffect, niet de verrassing, maakt het grappig. Dat is wat wij, gestudeerden, vergeten zijn.''

Tot op de dag van vandaag haalt Filip Dewinter de publiekelijke veroordeling van De Strangers aan als een zaak van linkse broodroof. Een zware tactische fout van weldenkend Vlaanderen en een bewijs van totaal onbegrip, suggereert Naegels. (Soms geeft de auteur overvloedig commentaar of verstrekt hij sarcastische bijgedachten. Soms is zijn sturing suggestiever, maar daarom niet minder dwingend.)

ER zitten nog andere interessante conflicten in Los . Om gegeneerd te grinniken is Naegels' beschrijving van een Antwerpse ,,speelstraat'' vol met blije ravottende kindjes en trotse ouders die architect, designer en illustrator van kinderboeken zijn – het lijkt wel een prentje uit De Wachttoren . Om te janken (van het lachen, maar ook van iets anders) is het gesprek tussen allochtone nieuwkomers en autochtonen, waarin de onderdrukte minachting van de laatsten voor de eersten plots aan de oppervlakte komt.

Als een van de nieuwkomers vraagt waaraan de autochtonen denken bij het woord ,,Russen'', doet een kleine regiefout het positieve repertoire omslaan in iets heel anders: ,,De jonge krijtstreepgebroekte Belgen dachten aan zwarte wenkbrauwen die in een dikke streep doorliepen, aan hardvochtige vaders zonder werk die vodka distilleerden uit rotte aardappelschillen, aan mensen die er dolgraag uit wilden zien als gewone westerlingen maar daar altijd net niet in slaagden. Te sterk geblondeerde vrouwen, net dat tikje te goedkoop, die kleine stijlfoutjes, die mode van drie seizoenen geleden – dat was het Oostblok voor ons, Belgen.''

Oppervlakkig? Zeker. Net zo oppervlakkig als Naegels' observatie, bij de begrafenis van de vermoorde Antwerpse Marokkaan Mohammed Achrak, dat alle aanwezige moslims witte sportsokken dragen. ,,Waarom dragen Marokkaanse mannen witte sokken? Weten ze dan niet dat dat niet kan?''

Het zijn oppervlakkige kleinigheden die ons scheiden – dat is een van de voornaamste stellingen in deze polemische roman. Kleinigheden, geen grote thema's als godsdienst of cultuur.

Wat de allochtone gemeenschap betreft, kiest Naegels voor een optimisme tegen beter weten in. In zijn contacten met Marokkaanse theehuisjesbezoekers, AEL-mensen en hysterische jongeren op straat, probeert hij te ontsnappen aan beledigende stereotypen. Maar dat lukt niet altijd, zodat de auteur moet verzuchten: ,,Moeten er nog meer clichés worden bevestigd? Nee? Kunnen we dan verder?'' Los is best wel een harde roman. De zinsnede ,,Maar is dat racisme?'' komt meermaals voor in het boek. Ook in zijn eigen overtuigingen en handelingen gaat Naegels genadeloos op zoek naar de grens tussen gewettigde kritiek, machohumor en doodgewoon racisme.

LOS is een fantastisch grappige roman. Voor een deel gaat dit boek zelfs over humor, over hoe ironie ons scheidt van de allochtonen. Toch is niet alles in dit boek ironie. Neem volgende zinnen: ,,Komen [Vlaamse moslims] ooit op straat voor meer werk, beter onderwijs, minder racisme? Betogen ze ooit voor zichzelf? Nooit gezien. Maar als het gaat om solidariteit met de Palestijnen, dán staan ze met honderden hun kop eraf te schreeuwen: 'Bush! Sharon! Assassin!!' Alsof de eerste socialisten nooit betoogd hadden voor de achturendag of betaalde vakantie, maar wél tegen de uitbuiting van spoorwegarbeiders in pakweg Angola. Internationalisme, oké, maar alleen internationalisme?''

Twee vaststellingen. Eén: een uitdrukking als ,,je kop eraf schreeuwen'' is niet te rijmen met een afstandelijk-ironische kijk. Los is niet alleen maar om te lachen. Daarvoor is Naegels' analyse te hard, daarvoor is zijn cynisme te juist, daarvoor is de realiteit momenteel iets te ernstig. En twee: deze roman bulkt zodanig van de spitante meningen, scherpe observaties en hilarische scènes dat het moeilijk is om niet te blíjven citeren.

Dat maakt van Los een van die heel zeldzame romans die je zonder aarzelen aan iedereen in je vriendenkring en familie kunt aanbevelen.

TOM NAEGELS. Los. Meulenhoff/ Manteau, Amsterdam/Antwerpen, 184 blz., 16,95 euro.

DE AUTEUR. Tom Naegels (1975) debuteerde in 1997 met de verhalenbundel Het heelal in! Sindsdien verschenen er twee romans en een jeugdverhaal. Tom Naegels was journalist voor Het Laatste Nieuws en schrijft nu wekelijks een column voor De Standaard .

Mark Cloostermans . De nieuwe roman is meer een ,,best of'' dan een nieuw product, maar dan wel een ,,best of'' die zijn naam waard is:

Alle Boeken