“Als ik een jongen was, dan zat ik hier niet.”

Saida Boujdaine vertelde haar levensverhaal aan schrijver Tom Naegels

Weinig vrouwen van 29 kunnen terugkijken op een even woelige levensgeschiedenis als die van Saida Boujdaine. Ze was drie jaar toen ze met het gezin van Marokko naar België verhuisde, elf toen haar vader zijn gezin in de steek liet, dertien toen haar broer stierf in de gevangenis. Op haar negentiende werd Saida uitgehuwelijkt, acht jaar later slaagde ze erin om het huwelijk ongedaan te laten maken. Schrijver Tom Naegels trok een jaar met Saida op en reisde naar haar geboortedorp om haar verhaal op te tekenen.

Er zijn niet veel meisjes die op jouw leeftijd hun levensverhaal neerpennen. Hoe moeilijk was het om aan dit boek te werken?

Saida Boujdaine: "In het begin viel het me erg moeilijk. Door alle vragen die Tom op me afvuurde, werd ik gedwongen om na te denken over dingen die ik zelfs aan mijn intiemste vrienden nooit had verteld. Dat graven in het verleden was erg pijnlijk, bijvoorbeeld als het ging over de zelfmoord van mijn broer Abdellah. Hij was elf toen we in België aankwamen, en is als tiener snel verzeild geraakt in een spiraal van spijbelen, slechte vrienden, diefstallen en drugs. Toen hij 21 was, heeft hij zich opgehangen in zijn cel. Ik was nog erg jong toen en ik schrok er zelf van hoe weinig herinneringen ik aan hem heb. Toen ik aan dit boek begon, heb ik via een advocaat zijn dossier opgevraagd en zo ben ik eindelijk beginnen te verwerken wat er met hem is gebeurd."

Waren er zaken waar je liever niet over wilde praten?

"Tuurlijk, en die staan niet in het boek. Ik wil uitleggen waarom mijn jeugdjaren als migrante zo moeilijk zijn geweest, omdat mijn verhaal voor vele mensen relevant of herkenbaar zal zijn. Maar ik hoef niet mijn hele leven te grabbel te gooien. Ik heb er ook over gewaakt dat er niets in het boek voorkomt dat kwetsend kan zijn voor de betrokkenen. Mijn boek is absoluut geen afrekening met mijn familie of met mijn cultuur. Ik verwijt niemand iets."

Je gaat wel erg omzichtig om met de mensen die je pijn hebben berokkend. Na een schrijnende scène waarin je door je oudste broer wordt afgeranseld, begin je je in zijn naam te excuseren.

"Alles heeft een oorzaak. Waarom gebruikt iemand geweld tegen zijn eigen zus? Dat wilde ik graag begrijpen. Ik ken mijn broer als een erg lieve, zorgzame man en een lieve papa voor zijn kinderen. Maar tien jaar geleden was ik een opstandig meisje, dat wilde genieten van haar vrijheid. Mijn broer wist niet hoe hij daarmee moest omgaan en heeft daar fout op gereageerd. Ik kan daar begrip voor opbrengen en ik hoop dat de mensen die mijn boek lezen dat ook kunnen. Mijn broer is nu mijn beste vriend. Het is een eenvoudige keuze: ofwel laat je jezelf opvreten door wrok, ofwel leer je te vergeven en ga je verder met de mooie dingen in je leven."

Je bent de enige van je zussen die door je ouders werd uitgehuwelijkt, omdat je een rebelse puber was. Je beschrijft het alsof je daar zelf schuld aan had.

"Ik was ook geen brave, hé. Ik spijbelde, ging vaak uit. Ik snap dat mijn ouders ten einde raad waren en geloofden dat dit de beste oplossing voor me was. Vooral na de zelfmoord van mijn broer wilden ze absoluut niet nog een van hun kinderen zien ontsporen. Mijn ouders hebben me niet uitgehuwelijkt omdat de islam dat voorschrijft, maar omdat ze oprecht geloofden dat ze me zo op het rechte pad zouden helpen."

Je hebt zelf je huwelijk ongedaan kunnen maken, dankzij steun van familie en vrienden, en je eigen vechtlust. Is er niets dat de overheid kan doen om meisjes te behoeden voor de ellende die jij hebt meegemaakt?

"Ik vind dat de overheid zich niet zomaar mag mengen in familiekwesties. Ik kan alleen vertellen hoe wij in ons gezin die zaak hebben uitgepraat en opgelost. Mijn moeder zag ook wel in dat ik me niet zomaar zou laten binden aan iemand waar ik niets voor voelde. En toen bleek dat mijn 'echtgenoot' enkel aasde op een Belgisch paspoort en op de koop toe de sociale zekerheid belazerde, heeft mijn familie me 100 procent gesteund om van hem af te raken. Ik merk nu trouwens dat steeds minder meisjes nog worden uitgehuwelijkt. Ik denk dat meisjes die in België opgroeien zich niet zo snel in een keurslijf laten dwingen."

Het is ook niet allemaal kommer en kwel in je boek. Over Marokko vertel je in de meest lyrische termen en je schrijft over de warmte in jullie grote gezin.

"Marokko is prachtig. Ik hou van het eten, de zon, de mooie natuur… Het is voor mij niet meer dan een vakantieland, maar wel het mooiste vakantieland dat ik ken. Vroeger schaamde ik me voor mijn afkomst, maar door ouder te worden, werd ik er steeds trotser op. Al mijn zussen en broers wonen bij mij in de buurt en mijn broer is een verdieping in zijn huis aan het inrichten waar mijn moeder binnenkort kan gaan wonen. Geen haar op ons hoofd dat eraan denkt haar in een bejaardentehuis te stoppen. Daar kunnen Vlamingen nog wat van leren."

Het is niet moeilijk om te bedenken hoe bijvoorbeeld het Vlaams Belang garen kan spinnen bij jouw verhaal: je beschrijft hoe je als tiener spijbelt en steelt, hoe je broer aan de drugs raakt…

"Ik zou het heel erg vinden als mensen mijn verhaal misbruiken voor hun eigen belang. Ik probeer juist de oorzaken van die problemen bloot te leggen. Ik had inderdaad veel problemen op school. Dat klopt. Maar waarom heeft nooit een leerkracht of een directeur mijn ouders daarvan op de hoogte gebracht? Hoe konden mijn ouders, die zelf nooit naar school waren geweest, begrijpen hoe ons schoolsysteem in elkaar zat? Wisten zij veel dat je in België verplicht bent om van 1 september tot 30 juni aanwezig te zijn, dat je huiswerk moest maken en op vaste tijdstippen een rapport meekrijgt naar huis. Ik ondertekende mijn rapport gewoon zelf."

Als er over migrantenmeisjes wordt bericht, is dat meestal in de slachtofferrol. Als we Ayaan Hirsi Ali mogen geloven moeten jullie vooral beschermd worden voor de moslimmannen die jullie willen onderdrukken.

"Wij worden overladen met medelijden en daar erger ik me aan. Want laten we eerlijk zijn: allochtone meisjes zoals ik redden het wel. Ik heb veel minder met racisme moeten afrekenen dan mijn broers. Meisjes worden hier beter aanvaard, ook op de arbeidsmarkt. Het zijn de jongens die niet in discotheken binnen mogen, die moeilijk aan een job raken. Maar zij worden afgeschilderd als macho's en agressievelingen. Die jongens in Parijs willen ook studeren en werken, maar krijgen niet de kansen die ze verdienen. En zie mij hier zitten: ik heb werk, een huis, ik heb zelfs een boek mogen schrijven. Als ik een jongen was geweest, zat ik hier waarschijnlijk niet."

Je boek heeft een happy ending. Op het einde staat er: 'Nu is alles dus in orde', alsof het een sprookje is.

"Ik vond het erg belangrijk dat het boek eindigde met een boodschap van hoop. Ik kon ook pas aan dit boek beginnen toen ik het gevoel had dat alles goed was gekomen. Zolang je in de ellende zit en geen uitweg ziet, kun je niets afsluiten."

De toon in je boek is erg optimistisch omdat veel problemen zich vanzelf lijken op te lossen, van generatie op generatie. De broers die zo streng voor jou zijn geweest, voeden nu hun dochters in meer vrijheid op.

"Tuurlijk, dat is toch overal zo. Jouw ouders hebben toch ook een strengere opvoeding gekregen dan jijzelf?"

Dus je zegt: er zijn geen extra inspanningen nodig. Migrantenproblemen lossen zich vanzelf op.

"Dat zeg ik niet. Maar alles heeft tijd nodig. Hier maakt men zich zo druk om de hoofddoekenkwestie. Wel, in Marokko is het heel normaal om op het strand een gesluierde vrouw en een meisje in bikini samen te zien beachballen. Hier wordt alles tegenwoordig herleid tot godsdienstkwesties, maar daar stelt niemand zich daar vragen bij."

Bestaat er dan niet zoiets als radicalisering in de islam?

"Niet in Marokko. Ik ben geen islamexpert en ik weet niet wat er gebeurt in Afghanistan of in Iran. Maar in Tanger en Casablanca, twee moderne steden, leven vrouwen in even grote vrijheid als hier."

Hoe zit het eigenlijk met je politieke ambities?

"Die heb ik niet."

Door je werk op het kabinet van Philip Heylen zit je wel in het centrum van de Antwerpse politiek.

"Daar wil ik liever niets over kwijt. Ik heb me nooit met politiek beziggehouden en ik wil absoluut geen politieke lading in mijn boek. Dit is mijn persoonlijk verhaal, het heeft geen vlag of kleur."

Je schrijft wel: 'Ik ben gered door Eric Antonis.'

"Dat is ook zo. Vijf jaar geleden was ik een werkloze, allochtone vrouw zonder diploma. Eric Antonis, toen Antwerps schepen van Cultuur, is de eerste die me een kans heeft gegeven om te tonen wat ik waard ben. Hij bood me een job op zijn kabinet. Toen ik begon, wist ik niets af van de werking van het stadsbestuur, maar ik leer elke dag iets bij. Ik ben erg sociaal en dat is mijn redding geweest. Ik durf iedereen aan te spreken, of het nu een minister is of een dokwerker, ik behandel iedereen als mijn gelijke. Vroeger kende ik geen enkele naam van een Vlaamse schrijver of kunstenaar, nu hang ik met hen aan de toog. Dat er nu in de winkel een boek ligt met mijn naam op, heb ik voor een groot deel te danken aan de mensen die ik via mijn werk leerde kennen. Dit had ik vroeger nooit durven dromen."

Wat wilde je vroeger het liefst worden?

"Niets. Het is pas sinds enkele jaren dat ik besef dat ik mijn leven zelf in handen heb. Wacht maar. Het begint nog maar pas."

Saida Boujdaine en Tom Naegels, Het boek Saida, Meulenhoff, 200 p., 16,95 euro.

De Morgen

Alle Boeken