“Nog elke dag smeekt mijn moeder mij om vergiffenis”

Familie dwong Saida (29) tot huwelijk maar hielp het later ook ongedaan te maken


ANTWERPEN – Omdat Saida een opstandig meisje was, huwelijkten haar ouders haar uit aan een verre neef van haar vader. Elf jaar later is het huwelijk bijna ontbonden: de Marokkaanse rechtbank moet er zich in beroep nog definitief over uitspreken en in België betaalt Saida Boujdaine (29) nog schulden af die haar ex-echtgenoot maakte door gesjoemel met de werkloosheidsuitkering. «Slachtoffer? Dat ben ik gewéést. Maar ik verwijt niemand iets: mijn familie deed wat ze dacht dat goed voor me was.», zegt de hippe Marokkaanse, intussen medewerkster onthaal op het kabinet van de Antwerpse cultuurschepen. Haar moeder, broers en zussen hielpen haar uiteindelijk zelf het huwelijk, waar ze haar met geweld toe hadden gedwongen, ongedaan te maken.

Annick De Wit

Ze praat vol liefde over haar familie – vanop de zitbank in het piepkleine huis dat ze onlangs kocht in een gezellige woonsteeg in Antwerpen-Noord. Ze koestert hen, maar ook de vele vrienden, van alle nationaliteiten, met wie ze graag uitgaat, naar theater, op café. Een perfect ingeburgerde tweede generatie Marokkaanse, zo kan ze worden bestempeld. Maar stempels, daar heeft ze een hekel aan. «Ik vertel mijn wedervaren om te tonen dat achter elk plaatje een genuanceerd verhaal zit. Dit is MIJN geschiedenis, niet die van de Marokkaanse gemeenschap in België. Al geeft ze misschien wel een inkijk in hoe tradities op ons inwerken en hoe sommigen er zich onderuit werken.»

Ze was zeventien toen haar familie haar zo zwaar onder druk zette dat ze, tijdens een vakantie in Marokko, de papieren ondertekende die haar officieel tot de echtgenote maakte van Fouad. Die verre neef van haar vader had in Amerika gestudeerd, maar was nu op zoek naar een bruid en – vooral, zo bleek snel – papieren. De mooie Saida, die de Belgische nationaliteit had, was voor hem de ideale partij. «En zo dachten mijn vader en moeder er ook over. Ik was hun rebelse dochter, versleet hier in Antwerpen scholen als schoenzolen en dolde maar wat rond met mijn vriendinnetjes. Flink puberen, meer was het niet, maar mijn ouders dachten dat een huwelijk mij op het juiste spoor zou zetten. Niemand van mijn vriendinnen is ooit gedwongen tot een huwelijk.»

«LIEFDE GROEIT»

Verzet baatte niet. «Liefde groeit», was het advies van haar moeder, die zelf op haar twaalfde trouwde en op haar vijftiende haar eerste kind kreeg. Haar vader was doof voor haar protest, haar broers waren hardhandig: toen twee van hen Saida flink in elkaar sloegen «omdat ze haar toekomstige echtgenoot te kijk zette», capituleerde ze. De hele bruiloft lang vergoot ze tranen. Maar terug in België weigerde ze de papieren in orde te brengen die haar man nodig had om over te komen. Anderhalf jaar later deed ze dat onder druk van haar familie toch. Daarna liep ze nog van huis weg.

«Mijn moeder is toen gaan inzien dat ze haar dochter meer schade toebracht met dat huwelijk dat zij als een wondermiddel had gezien. Ze heeft, na jaren van gedoe en discussie in de familie, uiteindelijk zélf de twaalf getuigen bijeengezocht die konden bevestigen dat dit hele huwelijk enkel op papier heeft bestaan.» Saida's vader, daarentegen, tekende beroep aan tegen de ontbinding. Hij verkoos zijn verre neef boven zijn dochter. «Maar mijn advocaat in Marokko is hoopvol: door de nieuwe emancipatiewet, gesteund door onze jonge koning, staan vrouwen er tegenwoordig sterker.»

Saida zegt herhaaldelijk dat ze een positief verhaal wil vertellen. «Ik heb zo'n fijne jeugd gehad. Wij woonden op Zurenborg, hadden Belgische vriendinnetjes in de herenhuizen van de Cogels-Osylei. Met Driekoningen gingen we zingen voor geld aan de deuren. Eerst bij de Belgen, dan bij de joden, die toch niet doorhadden dat de feestdag al was gepasseerd, en dan bij de Chinezen. We hadden niks, pleegden diefstalletjes in supermarkten, voor de sport en om blits schoolgerief te hebben, net als de andere kinderen. Want mijn ouders dachten dat je voor school een potlood en papier nodig had, punt. Maar we hadden álles in vergelijking met de kinderen in Marokko. Toen mijn vader besloot met zijn gezin voorgoed terug te keren naar zijn land, werden wij daar uitgemaakt voor 'Bui-ten-land-dééérs!' en kregen we zo'n heimwee naar België dat we doodongelukkig werden en moeder alleen met haar kinderen terugkeerde.»

In haar woonkamer in Antwerpen-Noord staan een foto en een gedenksteen van haar oudere broer Abdellah. Hij pleegde vijftien jaar geleden zelfmoord. «Moeder bidt nog elke dag voor hem, omdat ze denkt dat hij daarvoor in de hel belandt. Hij was mijn lievelingsbroer, maar ik was nog een kind en heb nooit echt geweten waarom hij het deed. Hij was drugsverslaafd, zat in de gevangenis. Daar heeft hij zich omgebracht. Maar ik denk dat hij het zoeken naar wie hij was, tussen die twee culturen, nooit heeft aangekund. En mijn ouders waren zo druk met zich inwerken, dat individuele aandacht voor hun kinderen erbij inschoot. Ik heb – pas dit jaar – een advocaat onder de arm genomen, want Abdellahs dood laat mij niet los. Vorige week heb ik zijn dossier kunnen inkijken: het bleek al de derde, en die keer dus geslaagde, zelfmoordpoging in de gevangenis. Wij wisten van niks.»

Schizofreen

Toen Patsy Sörensen jaren geleden naar buiten kwam met het fenomeen schijn- en gedwongen huwelijken, voerde ze Saida op voor een getuigenis. Ze was toen emotioneel nog erg labiel, barstte meteen al in het begin van de persconferentie uit in tranen. «Nu weiger ik mezelf nog als slachtoffer te zien. Ik ben net stérker geworden. Gedwongen huwelijken gebeuren bij Marokkanen, maar ook bij de joden, de Pakistani, de Turken, zelfs in de Belgische bourgeoisie. Erover praten heeft zijn nut, maar ik wil er niet voor met de vinger worden gewezen. Mijn moeder smeekt me nog elke dag om vergiffenis, maar ik zeg haar: 'Moeder, ik geef je nergens de schuld van, ik heb je dus ook niks te vergeven'. Mijn vader, die intussen gescheiden is van mijn moeder en in Marokko een andere vrouw huwde, is momenteel in Antwerpen. Ik ben hem gaan groeten op de dag van het Suikerfeest. Dat is de dag van de vergiffenis. Hij reageerde gereserveerd, maar ook goedkeurend. Ik behoud mijn respect voor hem.»

«Geloof en traditie en individuele beslissingen. Daar moet je volgens mij een onderscheid in kunnen maken. Mijn broer, die me tot twee keer geslagen heeft, is een lieve man. Jij vindt het schizofreen dat ik zoiets over hem kan zeggen? Voor mij is het de manier waarop ik heb moeten leren denken. Het is ook hoe ik het vóel: ik hoorde hem destijds ook heel bezorgd over me praten met mijn moeder in de keuken. En hij zal zijn eigen dochters nóóit uithuwelijken. Nu belt hij me en vraagt: 'Spreek jij eens met je neefjes, zus, want ze hangen het uit.' Zie je, dát is evolutie.»

Saida is jaren alleen maar bezig geweest met puin ruimen na het hele huwelijksverhaal, en met in de zetel hangen en wachten tot er 'iets kwam'. «Toen kreeg ik, via een tewerkstellingsproject, de kans om te reageren op 'een vacature bij de schepen'. 'Op een boot?', vroeg ik nog (lacht). Maar het ging om Eric Antonis, die destijds op cultuur zat. Ik heb toen geprofiteerd van de puurste vorm van positieve discriminatie: hij zocht een allochtoon, ongeschoold en werkloos meisje. Erg? Misschien. Maar ik heb de kans gegrepen. Ik heb gezwoegd, maar ook enorm veel geleerd. En mijn job maakt me onafhankelijk. Het was voor mij niet makkelijk als tweede generatie allochtoon. Maar kijk, die Algerijnse jongens in Frankrijk, die zijn viérde generatie en lopen klaarblijkelijk nog steeds met grote frustraties rond. Ik gruwel óók als ik op het nieuws hoor: 'Het was vorige nacht rustig in Parijs, er zijn 'slechts' 478 auto's uitgebrand'. Maar anderzijds: er is een probléém. Dat hoort eindelijk aangepakt.»

BEKEERD

Saida's moeder – op haar leeftijd – volgt avondschool om alsnog te leren lezen en schrijven. «Maar zij blijft traditioneel en diepgelovig. Zij preekt mooie waarden, over hoe je niet jaloers moet zijn, je je buren moet helpen en vergevingsgezind moet zijn. Dat maakt haar mooi en sterk – zolang ze niet in de handen valt van mensen met slechte bedoelingen. Zo wil ik ook zijn, op mijn manier.»

«Ik heb pas de voorbije ramadan voor het eerst in mijn leven zélf de koran gelezen. Ik ben niet praktiserend. Maar met mijn moeder en zussen zijn we naar de grote moskee geweest op het Kiel, voor een gebedstonde van zeven uur. Toen de namen werden afgeroepen van zij die zich bekeerd hadden, zaten daar ook Linda's en Sarah's bij. Belgische vrouwen. Telkens als ze hun geloften uitspraken door de microfoon, weenden alle aanwezige vrouwen van ontroering.»
«Dat vond ik mooi, zo'n warm en liefdevol onthaal.»

'Het boek Saida', opgetekend door Tom Naegels, Meulenhoff/Manteau, 159 blz, ligt vanaf vandaag in de boekhandel.

Saida Boujdaine: «Ik vertel mijn wedervaren om te tonen dat achter elk plaatje een genuanceerd verhaal zit.»

Het Laatste Nieuws

Alle Boeken