Scherpe Naegels

Je hebt er twee: Koen Meulenaere in Knack, en Tom Naegels in De Standaard: de driftigste, heerlijkste, hardste columnisten van Vlaanderen. Naegels (35) is de driftigste. Sloper van Heilige Huisjes, beul van de over hun lompe poten struikelende media, rechter over de heen-en-weer zwalpende politieke correctheid. Straffe gast, voor een korte blanke met brilletje.

Goedele Liekens

En hij schrijft nog boeken ook, 'Los', en 'Beleg', én hij zwaait een soort van scepter in mijn nieuwe programma op vtm, Goedele Nu!

We bestellen een tong en een fles Bru in het Zoute Hotel in Knokke – het is eens iets anders dan de veelkleurige, kakelende volkswijk in Berchem waar de schrijver met zijn vrouw Marjorie en zijn twee kinderen Eli (3) en Reza (7 maanden) woont.

-Goedele: Vlak voor dit tijdschrift werd opgestart, schreef je in je Spijkerschrift in De Standaard dat je blij was met de komst van een blad waar – hoopte je – eindelijk eens wat rommelige, rimpelige vagina's in te zien zouden zijn, in plaats van de Playboy-sportmodellen. Ben je tevreden?

Tom Naegels: "Ik kan me de rommelige vagina's uit het eerste nummer nog zò voor de geest halen. Op volgorde (lacht). En ik lees het blad nog altijd met veel plezier. Het heeft de goeie mix. Er is wat te veel nadruk op seks, vind ik. Dat gaat me na verloop van tijd vervelen."

-Goedele: Wat is er fout met seks, Tom?

"Absoluut niets – 't is allicht de mediaprikkel bij uitstek, en elke man kijkt wel naar een blote vrouw. Maar ik heb op z'n minst een corrigerende reflex. Ik denk: ik laat mij niet vangen, ik ga dat boekske niét kopen omdat er een tiet opstaat (lacht)."

-Goedele: Meteen de intellectueel, zie.

"Ik kan er ook niks aan doen. I've got the glasses. 't Is een rol die mij steeds vaker wordt toegeschoven. Laat ik het dan ook maar helemaal zìjn, denk ik dan (lacht)."

"Nu, wat die corrigerende reflex betreft: er zijn bitter weinig blaadjes die ik niét koop. Ik ben een media-veelvraat. Op de dag van het oud papier is er in mijn straat één huis waar de gevel van volgetast is – je ziet zò waar ik woon."

-Goedele: Om bij de clichés te blijven: en op de dag van het leeggoed?

"Dat moet je in Berchem zelf naar de glasbak brengen. Ik wacht altijd veel te lang. En extra marginaal pak ik daar dan een buggy voor: vol rinkelende wijnflessen. Niemand kijkt daar van op, in die buurt."

-Goedele: Ben je een dagelijkse drinker?

"Ja. Ik beschouw mezelf niet als een problematische drinker, maar als je tegen de dokter zegt dat je twee glazen wijn en een Leffe drinkt per dag, dan gaat die zijn strengste vinger opsteken en zeggen dat dat te veel is. Maar ik vertoon geen problematisch gedrag, en ik denk ook niet dat ik afhankelijk ben."

"Hoewél: ik ben een keer naar Turkije geweest, een heel rare georganiseerde reis was dat, met opiniemakers. Georganiseerd door een Turkse vereniging, om een aantal Vlaamse kernfiguren beter op de hoogte te brengen van de culturele achtergronden. Rik Coolsaet was mee, een paar mensen van de vakbond, ik, Jozef De Witte van het Centrum voor Gelijke Kansen."

-Goedele: Dat moet een feestje geweest zijn, met die rekels.

"Het was prettig. Maar waar ik op aanstuurde: op het moment dat er nergens nog drank te krijgen was, begon dat mij op de zenuwen te werken. Ik neem aan dat dat duidt op een zekere fysieke afhankelijkheid."

-Goedele: Goed: terug naar die rinkelende buggy. Je hebt, afgaand op je columns, flink wat moeite gehad om je plaats te vinden in je eigen stad – de gebrilde blanke denker in de donkere onderbuik van Antwerpen.

"Mensen hebben altijd de neiging om zich terug te trekken in hun eigen milieu. Vooral blanke middenklassers hebben dat. Ik vecht daartegen. Ik probeer niét te vluchten: ik wil deel uitmaken van mijn samenleving, ik wil haar mensen kennen, ik wil een eerstehands beeld hebben van hoe mijn stad er uitziet."

-Goedele: Nogal wat ophef maakte het verhaal over de keuze van de kleuterschool voor je zoontje. Je had een nacht lang gekampeerd – tussen de journalisten, de grafisch ontwerpers en de kernfysici – voor een school met een evenwichtige mix, om dan achteraf de inschrijving te annuleren en doelbewust je kind toch maar naar de concentratieschool om de hoek te brengen, waar het plusminus het enige witte kind is. Extreem, hoor.

"Waarom zou de kwaliteit van een school afhangen van de etniciteit van de kinderen die er zitten?"

-Goedele: Ze lopen er allerlei achterstanden op, hoor ik. Taal en zo.

"Ik ben taalkundige van opleiding, ik ben veel met taal bezig, àls dat al zou kloppen, wordt die achterstand thuis méér dan goedgemaakt."

"Waar gaan jouw kinderen?"

-Goedele: In Molenbeek. Een fifty-fifty-school. In het Frans.

"Waarom in het Frans?"

-Goedele: Omdat tweetaligheid geen kwaad kan. Maar vooral: omdat niemand mij daar kent. Als er iets belachelijk in de Story staat, kraait er daar geen haan naar. Guddul Lièkkèns, zeggen ze: ze krijgen het amper uitgesproken.

"Dat klìnkt Turks (lacht)."

-Goedele: Er zitten Marokkanen, veel Roemenen, de kinderen zeggen: mama, er zit weer een nieuwe Romein in mijn klas. Maar jouw redenering is dus: als over twintig jaar zeventig procent van Antwerpen allochtoon is, zou het misdadig zijn om mijn kinderen nu in een zo wit mogelijk schooltje te proppen.

"Precies. Pas op: ik doe geen sociaal experiment met mijn kind. Ik ben geen wacko multiculti die zijn kind in een ghettoschool dropt, om te zien wat er van komt. We hebben die school grondig bezocht, en ons ervan vergewist dat het een normale, goeie school is."

"Veel mensen, zeker middenklassers, zijn heel bezorgd om hun kinderen. Ik begrijp dat. Je probeert elke stap in hun ontwikkeling te volgen, je vindt het spijtig dat je niet méé in die klas zit, om te zien of ze echt wel elk woord begrijpen. Dat is een van de redenen waarom veel ouders zo'n gekleurde school niet aandurven – dat is niet eens uit hard racisme."

-Goedele: Hoe goedbedoeld ook: door allemaal te kiezen voor zo'n gezellig, evenwichtig schooltje met niet té veel kleurtjes, is de middenklasse bezig met in de steden de boel gevaarlijk te ondermijnen?

"Het storende aan die redenering vind ik, dat men heel veel verantwoordelijkheid legt bij autochtonen die toch in de stad blijven wonen. 't Is heel gemakkelijk om van buiten de stad de stad in te kijken en te zeggen: wie er nu nog woont, moet wel de volledige verantwoordelijkheid nemen. Nee. Stop eerst maar eens met op de Baan naar Kapellen te gaan wonen, en blijf gewoon in de stad. De steden hebben zoveel problemen, omdat alle rijke mensen elke reden goed vinden om weg te trekken. Rond de steden staat het bol van de rijkdom, de stad is een gat van armoede."

-Goedele: Wat handig is bij de grote herverdeling: de dievenbendes zitten direct op de ring. Maar ik volg je gedachtengang voor een stuk: ik merk aan Merel en Celeste dat de confrontatie met andere culturen goed voor hen is. Als er een feestje is, weten ze al heel goed dat ze moeten zorgen dat er ook pizza's zònder varkensvlees zijn. Ze hebben bewondering voor die Romeinen die na een jaar al héél goed mee kunnen. 't Is essentieel dat ze weten dat Marokkanen niet alleen kuisvrouwen zijn.

"Ik vind het enorm frustrerend dat ik mezelf een buitenstaander voel in mijn eigen samenleving. Ik heb niet het excuus dat mijn grootouders hadden: dat het in het midden van hun leven is gebeurd, en je niet kon verwachten dat ze zich mentaal nog helemaal omschakelden. De migratiegolven zijn in de jaren zestig gebeurd, vòòr ik geboren ben, het is al bijna vijftig jaar de situatie, en toch moet ik er boeken over lezen. Ik ga soms spreken voor klassen van zestienjarigen, en ook dié weten van niks. Die hun ouders doen om goed te doen, dit is geen persoonlijk verwijt, maar in z'n algemeenheid is dit een vreselijke evolutie. Dat blanke ouders kiezen voor het soort opvoeding dat ze zelf hebben gehad, die ze zelf kunnen inschatten, terwijl de wereld intussen helemaal veranderd is. Als je je kind naar het atheneum van Mortsel stuurt, waar iederéén nog blank is, hoe ze er in slagen I don't know, dan wéét je wat je krijgt."

-Goedele: Dan kies je eigenlijk bewust voor segregatie? Dan kweek je kinderen op waar je heel duidelijk van weet: die zijn ver van de echte wereld opgegroeid, in een soort van Apartheid, en die gaan àltijd wantrouwig blijven?

"Juist. Je zegt: het onze is het beste model, en wìj moeten ons nergens aan aanpassen, de allochtonen moeten dat doen."

-Goedele: Het is een strekking die almaar meer veld wint in Vlaanderen, na de jarenlange verkettering van rechts door de progressieven. Nu zijn het Wim Van Rooy, Benno Barnard: de zogenaamde correct-rechtsen, die zeggen: we moeten ook de Islam durven benoemen.

"Die tegenreactie is al tien jaar bezig. Die is begonnen bij Pim Fortuyn. Wat mij hard stoort, is dat je heel snel in een stagnatie terechtkomt. Het Vlaams Blok breekt door in de jaren negentig, en tien jaar lang is het van: het Vlaams Blok is slecht. Uiteindelijk barst de dijk, iedereen loopt naar de andere kant, en je krijgt opnieuw een stagnatie: er is een probleem met de allochtonen! We gaan de taboes doorbreken! En tien jaar later zijn we nog altijd dezelfde taboes aan het doorbreken. Wat mensen vergeten: allochtonen verschillen niet zòveel van die Vlaams Blok-kiezers. Dat zijn volkse mensen, die gewoon hun leven leiden, die misschien fouten maken, die misschien rare opvattingen huldigen, maar het helpt niet om er van boven af te vuur en te zwaard tegen ten aanval te trekken. Wat men met de kiezers van het Vlaams Blok gedaan heeft, is gezegd: 'Jullie hebben een verkeerd waardenstelsel! Jullie stemmen op de verkeerde partij! Jullie zijn racistisch, fout bezig, en we gaan jullie nu eens zeggen hoe je moet denken'. Tegen de allochtonen zijn we nu exact hetzelfde aan het roepen: 'Jullie zijn moslims en dat is fout! Jullie zijn achterlijk! Jullie hebben geen respect voor homo's en jullie gaan fout om met jullie vrouwen!'"

-Goedele: En tegen de vrouwen: jullie moeten voor jezelf opkomen! En wij gaan dat eens voordoen!

"En het ding is: er vallen zeker bedenkingen te maken, zowel bij die Blok-kiezers als tegenover die allochtonen. Ik stel me ook vragen als ik zie hoe sommige allochtonen met hun vrouw omgaan – of hoe sommige blanke Vlamingen in onze wijk tot midden in de nacht met hun kinderen op café zitten. Maar probeer nu voor jezelf eens te denken hoe je reageert als iemand tegen jou komt zeggen met zijn wijsvinger vooruit: 'Je bent slecht bezig! Je opvattingen deugen niet! Je hebt je kinderen fout opgevoed, hoe je met je vrouw omgaat, dat kan niet, en we gaan u nu eens zeggen hoe uw seksleven er moet uitzien'. Dan denk jij toch: gast, fuck off?"

"Nog een rare parallel: in de jaren negentig werd het Vlaams Blok voorgesteld als een neonazistische partij. Vandaag zegt men over de Islam hetzelfde: het is een fascistische ideologie. Blijkbaar is er iets bij onze elite dat ze het volk keer op keer willen redden van het fascisme. De vraag die ik me dan altijd stel is: heeft het effect? Ben je die gewone mensen echt aan het helpen om weerbaarder te worden, of ben je vooral jezelf aan een imago van dappere strijder aan het helpen?

-Goedele: Je lijkt me, Tom, òòk erg overtuigd van je gelijk. Wellicht vinden sommige mensen dat ook jij hén de les dicteert.

"Ik zeg niet tegen andere mensen dat ze hun kinderen verkeerd opvoeden."

-Goedele: Nee, maar je doet wel alsof je de wijsheid in pacht hebt: dìt is de politiek correcte weg, en basta.

"Vind je dat nu echt? Ik lees dat wel vaker, bij tegenstanders: ‘Tom Naegels verbied ons om…', ‘Volgens Tom Naegels moéten we…' Ik vind het enorm ontmoedigend ls ik dat lees. Ik zie mezelf meer als iemand die tussen al die kliffen van rotsvaste opinies probeert te varen, op zoek naar hoe de werkelijkheid ineen zit, dingen in vraag stellend."

-Goedele: Ik zie je niet als een zoekende mens. Ik ben geneigd jaloers op jou te zijn, omdat je precies op alles altijd een rotsvast antwoord klaar hebt.

"Dan verwoord ik mijn twijfel op een zeer zelfverzekerde manier (lacht). Grappig: ik ga eens opzoeken hoe dat in het Latijn is, 'Zelfverzekerde twijfel'. Dat kan ik als spreuk op mijn wapenschild gebruiken."

-Goedele: Mijn dochters schrokken laatst een beetje: hun Marokkaanse vriendinnetjes waren, op weg naar hun thuisland, een paar dagen komen logeren op onze vakantieplek in zuid-Spanje. Ze bleken plots een hoofddoek te dragen. Dat zal dan wel met een zekere druk gepaard gaan, maar ik heb gezegd: laat die mensen daar zelf maar over beslissen, over hoeveel druk ze accepteren.

"Dat lijkt me een verstandige houding. De extremen daargelaten is ‘druk' een nogal subjectief begrip. Je moet je vooral zélf onderdrukt voélen, anders heeft een sympathiebetuiging van buitenaf weinig zin. Als bij ons destijds de seksuele revolutie door Chinezen was opgelegd, zou je ook wat gezien hebben."

"Wat ik aan de hoofddoekenkwestie interessant vind, en héél hard steun: dat je in die beweging van meisjes die tegen dat verbod protesteren, duidelijke kernen van emancipatie ziet. Van jonge vrouwen die goed opgeleid zijn en maatschappelijk actief. Je kunt het oneens zijn over de zaak waarvoor ze strijden, maar ze strijden tenminste, en ze strijden op een goeie, intelligente manier. Het is teleurstellend dat de media dat alweer niet hebben opgepikt, twee jaar geleden, en maar bleven inzoomen op een gewelddadig gebaar dat iemand had gemaakt."

-Goedele: Je bent fameus ontploft toen die media vorig jaar na de zelfmoord van Yasmine in stoet over de rooie gingen.

"Ik ontplof op dat vlak net iets te vààk, naar mijn zin (lacht). Toen Frank Vandenbroucke stierf, en Het Nieuwsblad kopte: 'Gestikt in eigen braaksel!', en botweg schreef dat de prostituee die bij hem was, niets had gedaan om hem te redden. Dat stoelde nérgens op. Het zal wel extreem politiek correct klinken, maar ik vond dat écht erg: niemand weet wat er gebeurd is, en toch wordt die vrouw als schuldige, bijna als moordenares naar voor geschoven. Waarom? Omdat dat een zwarte vrouw is, en omdat we die toch niet kennen. She has no power at all. Die gaat nooit protesteren tegen hoe ze bij ons in de pers is gekomen. Je riskeert geen proces. Dus doe maar op, lul maar raak, het kost toch niks."

-Goedele: Het ziekbed – of het doodsbed – van de media: alles moet instant verklaarbaar zijn. Niemand kan het zich permitteren om te zeggen: we weten het eigenlijk niet.

"En niemand kan het zich ook veroorloven om te zeggen: ‘de verklaring is ingewikkeld, en zal het nooit schoppen tot zaterdagavondfilm op VijfTV.' Zelfmoorden komen veel voor. Bijna iedereen is er in zijn omgeving wel eens mee geconfronteerd. Eigenlijk zijn de lezers dus beter geïnformeerd dan de redactie veronderstelt. Als je een béétje empathisch nadenkt, dan wéét je hoe het komt dat mensen zelfmoord kunnen plegen.

"Mensen plegen zelfmoord omdat ze zo'n negatief zelfbeeld hebben, dat ze denken dat het beter is dat ze er niet meer zijn. De oorzaken beginnen vaak in de vroegste jeugd, dat kan psychiatrisch zijn, daar kan een diep trauma aan de basis liggen, vaak weten de betrokkenen het zelf niet helemaal. Eén ding staat vast: je pleegt géén zelfmoord enkel en alleen omdat je lief je heeft verlaten. Dat kan de laatste druppel zijn, akkoord, maar het is niét de reden. Het is waanzinnig om dat te gaan poneren. Dat die oùders van Yasmine dat denken, zo vlak na de feiten, in al hun vreselijke boosheid, dat is begrijpelijk. Omdat het een veilige verklaring is, één die hén bovendien volledig uit de wind zet – niet onbelangrijk."

"Maar die laat je dan beter niet aan het woord. Of je beschermt hen tegen zichzelf. Wat Gazet Van Antwerpen als enige gedaan had: ze hadden een vrij sereen, afgemeten interview met die mensen, zonder beschuldigende vingers, waar die journalist nadien wellicht gigantisch voor naar z'n kloten heeft gekregen (lacht). Toen een dag later bleek dat alle andere media wél met modder waren gaan spetsen, bracht de Gazet Van Antwerpen tòch nog het vettige verhaal – het was een nieuwsfeit geworden, simpelweg doordat de media er een nieuwsfeit van gemààkt hadden. Het met modder spetsen wordt een modderstroom: dan wordt het erg moeilijk om daar niet door meegesleurd te worden, om je eigen lijn te blijven volgen, om te beslissen: sorry, wìj doen hier niet aan mee."

***

-Goedele: Je kinderen heten Eli…

"Da's een joodse naam…"

-Goedele: …En Reza. Klinkt een beetje als frietvet.

"Het is een Perzische naam, het betekent 'de tevredene'. Het klopt zelfs. We hebben die namen niet gekozen omwille van de betekenis, we hebben niet zitten te zoeken in het Grote Boek van Politiek Correcte Namen. Maar we hebben dat boek ook niet geslòten (lacht)."

-Goedele: Ben je blij, als vader?

"Heel gelukkig."

"Het heeft een hoop praktische effecten die soms storend zijn, maar de kinderen zelf zijn dat uiteraard niet. Ze zorgen ervoor dat je minder tijd kunt besteden aan je werk, en met mìjn werk is dat soms vervelend. Romanschrijver, het is eigenlijk een dubbele job: de tijd die je daaraan besteedt is niet betaald, dus daarnaast moet je nog betaalde teksten maken, dus heb je vrij veel uren nodig om je job te doen. Na drie jaar is dat nog altijd moeilijk te combineren met een gezin, moet ik toegeven."

"Ik houd mijn avonden en weekends vrij, maar als dat een keer niet lukt, kan mijn zoon geweldige scènes maken. Mijn vrouw is erg robuust in die dingen: als ik door een samenloop van omstandigheden eens wat méér werk dan gewoonlijk, zegt ze: 't is niet omdat jij Tom Naegels bent, dat ik hier constant voor de kinderen moet zorgen."

"Kinderen zorgen ervoor dat je een volwassener leven gaat leiden. Wat belangrijk is voor een schrijver. Te veel schrijvers blijven zitten in een half-puberaal, half-volwassen leven, en schrijven daar hele boeken over, waar ik niet zo van hou. Ik zit nog altijd te wachten tot ik oud genoeg ben om de boeken te schrijven die ik eigenlijk wìl schrijven. Dat vind ik heel hoopgevend aan het schrijverschap. Als je muzikant bent, weet je dat het rond je dertigste afgelopen is – een paar uitzonderingen niet te na genomen. Met schrijvers is het net omgekeerd: je hebt er weinig die uitblinken als ze jong zijn, pas als ze de vijftig voorbij zijn, komen de grote werken. Ik heb de goeie carrière gekozen, denk ik dan maar (lacht)."

-Goedele: Waar situeer jij jezelf in de Vlaamse Letteren?

"Eigenlijk is nu de vraag: hoe kun je dit beantwoorden zonder arrogant te klinken? (lacht) Ik kan alleen maar zeggen: wij hebben een traditie van zeer realistische literatuur die dicht bij het journalistieke stond, Cyriel Buysse, Gerard Walschap, Walter van den Broeck. Dat is de traditie waar ik mijzelf in zie, het soort van boeken dat ik wil schrijven – zeker Buysse en Walschap zijn grote voorbeelden. In Nederland bestaat er veel meer wantrouwen tegenover sociaal geëngageerde literatuur, die men meer associeert met goedbedoelde werken zonder veel waarde. Daar hechten ze veel meer aan stylisme, een boek moet vooral goed geschreven zijn, het maakt verder niet zo uit waar het over gaat. Ik vind: je schrijft làng aan een boek, meerdere jaren, dan kies je maar beter een onderwerp waar je je tanden wat kan inzetten."

(Voorzienigheid! De vis wordt opgediend)

-Goedele: Vorige week zijn we zelf mosselen gaan schrapen, hier aan zee, op de golfbreker. Ik heb ze gekookt – 't was eigenlijk meer voor de cinema, 'Mama maak die klaar!' – maar ze waren lekker! Kun jij koken?

"Ja. Niet uitmuntend, maar toch. Ik ga zeker niet mee in de kookhype – ze hadden me gevraagd voor Masterchef, maar zoiets wil ik niet. Ik wil best op tv komen als het zinvol is, als het iets met mijn vak te maken heeft. Maar ik ben heel wantrouwig tegenover de vraatzuchtige machine die televisie is, die altijd nieuwe gezichten nodig heeft en die mensen echt kan opslokken. Je ziet lui die vroeger echt iets déden, en die nu gewoon op tv komen. Ik heb vaak het gevoel dat ze dat uit gemakzucht doen: 'Ach ja, 't betaalt lekker'. Dat is niet mijn ambitie."
"Ben jij blij dat je weer op het scherm komt?"

-Goedele: Het brengt geen enkele blijdschap teweeg. Zo van: yes, mijn core business!: nee. Ik kan mijn ei net zo goed kwijt in het magazine. Ik stop er wél weer heel veel energie in, ik wil dat het goed wordt, ik ben de hele tijd aan het speuren naar goeie items. Dat klusjesplan voor steuntrekkers, laatst: dat leek me bijvoorbeeld wel wat. Ik heb het er met Steve (Stevaert) over gehad, en die zei: je moet daar mee oppassen, met die mensen onkruid te laten wieden. Die trekken alle begonia's uit.

"(Lacht) Je moet er vooral voor zorgen dat je zoiets niet als een strafmaatregel voorstelt, want dan werkt het niet. De Witte Tornado's in Antwerpen, het poetsproject voor langdurig werklozen, dàt was een prima plan."
"Hoe gaat het met Steve?"

-Goedele: Goed. Hij zit nu in Hanoi, hij is door de Vietnamezen aangezocht om een nieuw havenproject te begeleiden. Is Steve iemand die jij mist, in de politiek?

"Nee. Niet dat ik hem een slechte politicus vond, maar wat ik mis, zeker bij de socialisten, is iemand die niet meer bang is om de armoede in de steden met een enorme verontwaardiging op tafel te smijten. De SP-a wil véél te graag een middelgrote partij blijven, en ze denken dat dat alleen kan als ze een middenklassepartij zijn. Dat mondt uit in een eindeloos geschipper: tussen de opvattingen van de oudere leden, de meningen van de 'hogere' klassen, die wel sociaal voelend zijn maar een niet té groot schuldgevoel aangepraat willen krijgen, en die nieuwe armen, vooral allochtonen, die bij de verkiezingen opgevrijd worden en waar àchter de schermen ook wel een beleid voor wordt ontwikkeld, maar waar naar buiten toe weinig over wordt gezegd – uit schrik om te veel autochtone kiezers voor het hoofd te stoten."

-Goedele: Ben jij een SP-a-kiezer?

"Doorgaans wel."

-Goedele: Zou je een goed politicus zijn?

"Nee. Ik zou het niet graag doen, dus zou ik er ook niet goed in zijn. Ik heb altijd héél goed geweten wat ik wilde worden. Ik schrijf al van toen ik negen was, en toen al wist ik dat ik er mijn beroep van wilde maken."

-Goedele: Hoe heette je eerste verhaal toen ook alweer? 'Riolen van Bagdad', juist. Zonder 'de'. Dat verraadt al een brilletje. 

"Dat kwam er pas toen ik veertien was (lacht)."

-Goedele: Celeste schrijft ook graag. Ze maakt haar eigen tijdschrift: 'Celeste, méér dan Cockmartin' – naar analogie met 'Goedele – méér dan Liekens'. Als het konijn een nest kleintjes heeft, laadt ze er foto's van op de computer en schrijft er een tekst bij. In het Frans en het Nederlands. Konden ze destijds uit jouw verhalen al afleiden dat je een goeie schrijver zou worden?

"Geen idee. Ik denk dat schrijver worden vooral te maken heeft met volhouden. Veel schrijvers haken af vòòr ze aan publiceren toekomen. Vooral vrouwen: die zijn het hardst geneigd om als jongvolwassene te zeggen: 'Oh well, 't was een mooie droom, maar ik zal maar iets anders gaan doen dat ik ook graag doe'. Terwijl mannen, zelfs al worden ze afgewezen, die koppigheid hebben: ik ben en ik moet en ik zal."

-Goedele: Waar wijst dat op? Een overdreven dosis zelfvertrouwen?

"Eigendunk is het woord (lacht). Niet zozeer het geloof dat je het kùnt – dat is de kwaal van veel would-be-schrijvers, dat ze denken: ik kan het en niemand ziet het. Wel het geloof dat je het ooit zùlt kunnen. Dat heb ik ook nog: ik blijf denken dat ik ooit het boek zal schrijven dat ik in gedachten heb."

-Goedele: Hoeveel verdien je met je schrijven?

"Tussen de drie- en de vierduizend euro. Bruto, hè. Veel mensen denken dat dat veel geld is, maar je kunt er nét normaal van leven."

-Goedele: Kun je als ouder iets doen om je schrijvende kind te stimuleren?

"Mijn ouders, die allebei in het onderwijs stonden, hebben dat in elk geval nooit gedaan. Hun principe was: wat je ook doet, voetjes op de grond, en zorg dat je er van kunt leven. Waarom zou je willen dat Celeste blijft schrijven?"

-Goedele: Omdat ik het gevoel heb dat ze heel veel ideeën heeft die er uit moeten. En ze lijkt er zoveel plezier aan te beleven: in haar eentje zitten schrijven en prutsen. Voor hetzelfde geld wordt het een mooie hobby.

"Heel weinig mensen kunnen het louter als hobby doen, schrijven. Je hebt veel hobbyschilders, die geen enkele ambitie hebben om het tot in een galerij te schoppen, of die niet lopen te sakkeren: wie denkt die Tuymans wel dat hij is? Maar hobbyschrijvers bestaan haast niet. Die willen gelezen worden. Gepubliceerd. Je hebt er weinig die niet met die boosheid rondlopen van: ik kan het ook."

-Goedele: Doen die nijdig tegen jou? 'Dat einde van 'Los', wat een boeltje, dat had ik toch hélemaal anders aangepakt'?

"Dat heb ik meer met amateur-opiniemakers. Die zijn vervelend. Kerels met een blog, die kwaad zijn omdat de officiële media hun opinies niet oppikken. Het is erg dubbel: aan de ene kant vinden ze dat de klassieke media passé zijn, dat het internet the place to be is, maar ze zijn wél in hun wiek geschoten als de kranten hen niet erkennen."

***

-Goedele: Hoe gaat het met je vader? Uit 'Beleg' maak ik op dat jullie niet de vrolijkste relatie met elkaar hebben.

"Het gaat. Sinds hij grootvader is, voelt hij zich meer betrokken. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik een tiener was, en mijn vader heeft nadien, proevend van zijn nieuwe leven, voor lange tijd de rol gelost. Hij heeft weinig interesse getoond."
"Ik ken veel mensen die een moeilijke band hebben met hun vader, en dat was één van de weinige redenen waarom ik getwijfeld heb om zelf aan kinderen te beginnen. Het lijkt moeilijker voor vaders om permanent een goeie relatie met hun kinderen aan te houden, dan voor moeders. Ik probeer me er mentaal tegen te wapenen. Als ze later een eigen persoonlijkheid ontwikkelen, en als die om één of andere reden echt niet blijkt te rijmen met de jouwe: zelfs dàn weet je dat het altijd je verantwoordelijkheid als vader zal blijven om er voor hen te zijn. Om in hen te investeren."

-Goedele: Eigenaardig genoeg doé je dat ook. Ik heb er zoveel schrijnende voorbeelden van gezien – in beide richtingen. Ik heb ooit op een jeugdafdeling gewerkt, waar kinderen zaten die jarenlang bleven hopen dat hun ouders hen kwamen ophalen, die elke vrijdag vruchteloos met hun valiesje zaten te wachten, met hun mutske op. In het volle geloof: mijn ouders zijn er voor mij, die zien mij eigenlijk graag.

"Schrikwekkend."

-Goedele: Ik had in een talkshow ooit een vrouw te gast die zwaar mishandeld was door haar drugsverslaafde zoon, hij had haar twee keer het ziekenhuis ingeslagen. Ze had hem al jaren niet meer gezien, en ze zei: 'Vaak loop ik door de stad, en heb ik zò'n schrik om hem ergens te zien staan'. Iedereen dacht: schrik om weer klappen te krijgen. Maar dat was het niet: 'Schrik dat hij zijn hoofd zou wegdraaien'. Dat hij zou zeggen: foert, ik wil u niet meer kennen. Ik krijg nog altijd kippenvel als ik er aan terugdenk.

"Het stomme is: als die band niet optimaal is, dan blijf je toch voor eeuwig los-vast aan elkaar hangen. Dat is klote. Als je kinderen maakt, moet je er vooral voor zorgen dat je een goede band met hen hebt, want géén band kan ook niet. Je bent er nooit vanaf. Dat blijft je vader, je kind."

-Goedele: Ben jij enig kind? Ik wed van wel.

"Waarom wed je dat? Omdat ik constant puree bleef bijscheppen? Mijn vrouw, die uit een heel groot gezin komt, zegt dat ze het dààraan ziet: dat ik er niet bij stilsta dat de anderen er misschien ook nog willen. En dat ik altijd het grootste stuk pak, zonder nadenken (lacht)."

-Goedele: Ik heb de indruk dat jij heel plichtbewust en afgemeten bent. Keurig alles netjes in orde. Waar word jij vrolijk van?

"De gewone dingen. Picknicken, een barbecue. Dansen."

-Goedele: Jij? Dànsen? Ballroom?

"Vettige, harde disco, mevrouw. De laatste tijd doe ik het minder, maar vroéger! Ik herinner mij een Studio 54-feest in het Sportpaleis, waar een kring van mensen rond mij enthousiast in de handen stond te klappen. Het is één van de redenen waarom veel mensen lang gedacht hebben dat ik homo was. Ik dans extreem gay. Mijn vrouw schaamt zich er voor – zò aanstellerig vindt ze het (lacht). Vandaar dat we nog zelden gaan dansen, vrees ik."

-Goedele: Als je naar die homofuiven ging: had je dan wel eens oog voor een sappig jongenskontje?

"Nee. Nooit iets voor gevoeld. Velen waren van het tegendeel overtuigd, maar ik neem aan dat je dat zelf wel merkt, als je verliefd wordt op een vent (lacht)."

-Goedele: Je lijkt me zò stabiel, Tom.

"Ben ik ook. Vind ik ook goed. Het lijkt me extreem vermoeiend om niet stabiel te zijn. Opgejaagd te leven. Véél schrijvers hebben tegenwoordig een stabiel leven. Lange, solide relaties. Van alle kunstenaars zijn schrijvers denk ik de meest normale. De redelijkste. Down-to-earth. Ze zijn het minst geneigd tot primadonna-uitspattingen of andere mentale aberraties."

-Goedele: Jammer, toch? Niks leuker dan een goeie psychotische decompensatie, op zijn tijd.

"Wat is dàt voor een beest?"

-Goedele: Als je een neurose hebt – en je krijgt een psychotische instorting: plots verschijnt god voor jou en god spreekt. Dat wil dan zeggen dat de situatie behoorlijk ernstig is.

"Dan toch maar liever een watje (lacht)."

-Goedele: Bedankt, Tom.

Alle Boeken