Het Willy Claes gevoel

WAARDEN zijn zwaarden geworden.'' Dat vond ik een mooie. En het is fijn dat de premier in zijn open brief inziet dat het discours over superieure en inferieure culturen dodelijk is voor de dialoog. Nu nog beseffen dat het overal in Europa de liberalen zijn die marktleider zijn in die retoriek.

Maar verder? Her en der staan er in de brief inzichten waarvan ik blij ben dat een premier ze deelt, maar meestal zijn ze zo vrijblijvend verwoord dat ze niet echt een steun zijn. Om te zwijgen van passages die wel met de losse pols geschreven lijken, met alle slordigheden van dien.

Een voorbeeldje. ,,In alle segmenten van de samenleving zagen we de afgelopen jaren het geweld de kop opsteken.'' In alle segmenten? Bij de secretaresses viel het nogal mee, vond ik. Bij de koks eveneens. En ook de bejaarden hebben zich koest gehouden. Om te zwijgen van de schrijvers! Ik kan de premier met de hand op het hart verklaren: in het segment van de Vlaamse schrijvers is er dit jaar geen geweld genoteerd. Met uitzondering van die ene dronkemansruzie op het Boekenbal. Zou de eerste minister ons die zo ten kwade duiden?

Ik ben altijd teleurgesteld als toppolitici banale, onzorgvuldige of gewoon aantoonbaar foute dingen zeggen. Dat komt omdat ik ontzag voor hen heb. Een minister, een premier, een partijvoorzitter moet wel oneindig veel slimmer zijn dan ik, anders zou men hem die belangrijke functie niet geven. Als ik dan Willy Claes op tv internationale politiek hoor analyseren, dan kan ik nauwelijks geloven dat hij secretaris-generaal van de Navo geweest is. Claes móet een superieur intellect zijn, maar waarom toont hij dat niet?

De loopgravenbrief van Verhofstadt gaf me het Willy Claes-gevoel. Vooral in de passage over de media bezondigt de premier zich aan cafépraat. O, er valt veel aan te merken op onze pers. Het is waar dat ze onvoldoende de hele maatschappij in beeld brengen en dat ze de spiegel zijn van hun sociologisch veel te homogene redacties. Het is waar dat sommige reportages met een ontstellend gebrek aan sérieux in elkaar worden gestoken. Maar om nu te zeggen dat ,,de enige manier om nog in het nieuws te komen'' is ,,zich tegen iets of iemand af te zetten, ergens keihard tegen te zijn''? Woorden hebben een betekenis, meneer de premier. Alle betekent alle, enige betekent enige. Lees vandaag uw krant. Turf de artikels waarin iemand zich keihard tegen iemand of iets afzet. Niet zomaar een meningsverschilletje hé: keihard afzetten. Aan hoeveel komt u? Was het echt de enige manier om in de krant te komen?

Nog vreemder. ,,De namen van de programma's waarin de politici aan de tand worden gevoeld, liegen er niet om: Zwart of wit , De volksjury , De leeuwenkuil .'' De eerste minister noemt drie formats die niet meer lopen en waar geen kat naar gekeken heeft. De belangrijke politieke programma's hebben aangename namen als De Zevende Dag , TerZake , Polspoel en Desmet of het lieflijke Villa Politica . En is Verhofstadt vergeten dat, driehonderd jaar geleden lijkt het wel, hét debatprogramma op de BRT Confrontatie heette? Betekent dat dat de ,,heuse cultuur van de confrontatie'' toen al welig tierde? Maar dat kan niet, want volgens de premier is die pas dit jaar losgebarsten!

Politici hebben veel kritiek op de media, en ik kan me voorstellen dat die soms terecht is. Alleen moeten ze beseffen dat het niet helpt om die in een vage, rammelende, 'iedereen voelt dat toch aan'-vorm te uiten. Dan krijg je maar één reactie: ,,Allez, het is weer onze schuld!'' (hoongelach) Journalisten denken niet graag na over hun eigen rol, ze verschuilen zich liefst achter grote principes, en ze hebben al zo vaak gehoord – van hun bomma, van de bakker, van hun vrouw, van de maten op café – dat er ,,in de gazet alleen miserie staat'' en dat ,,alleen het negatieve nieuws is''. Ze zijn het beu om zich tegen die buikgevoelens te verdedigen. ,,Conflict verkoopt. Hoe ruiger, hoe directer en hoe controversiëler, hoe liever de televisiemakers en krantenboeren het hebben.'' In die twee zinnetjes staan zoveel denkfouten, zoveel dingen die in drie woorden te weerleggen zijn dat je er niet eens aan wil beginnen: de Vlaamse media zijn de laatste jaren net meer mainstream geworden, we hebben hier geen sensatietabloids zoals in de VS of Groot-Brittannië, elke uitgever zal je vertellen dat ranzigheid niet verkoopt.

Ach laat het. Verhofstadts mediakritiek, en zijn maatschappijkritiek erbij, gaan niet dieper dan het instinctieve cultuurpessimisme dat iedereen wel eens overvalt: ,, Allez, al diene ambras, kan er dan niemand niet meer overeenkomen ? Leest die gazetten nu: kunnen ze dan nergens eens iets positiefs vinden? Toen ik klein was, tóen was er nog liefde in de wereld .'' Mijn bompa vond dat ook al. Maar die was geen premier.