Ja, radicalen groeien door media-aandacht. En?

De Standaard, 12 januari 2019

 

Wie dacht dat de rol van Dries Van Langenhove uitgespeeld was na zijn ontmaskering in Pano, is eraan voor de moeite. Dat was al duidelijk nadat hij in ‘de 100 Belgen van 2018’ van Het Laatste Nieuws op nummer 11 was beland, en op 6 als ‘Man van het Jaar’ in de Pop Poll van Humo. Maar wie het wilde, kon het in september al zien gebeuren, op de socialemediaprofielen van rechtse Vlamingen, politici en andere, in de nasleep van de reportage. Er gebeurde daar wat je ook ziet onder allochtonen nadat er een radicale imam of een controversiële rapper in het nieuws is geweest: een deel was geschokt en veroordeelde ondubbelzinnig, maar een ander deel ging wrokken omdat het zich gepakt voelde door de media. De heftige reacties op de reportage, inclusief gerechtelijke stappen en Van Langenhoves uitsluiting van de universiteit, maakten de wrok duurzamer dan de schok. ‘Dries’ en zijn vrienden mochten dan foute memes geplaatst hebben, de repressie vond men erger.

 

Heeft de uitzending van Pano dan het tegenovergestelde effect gehad dan verwacht? Heeft ze Van Langenhove net bekender en populairder gemaakt, waardoor hij nu een lijsttrekkersplaats heeft gekregen die hij anders nooit had gehad? Het is een hypothese die je de laatste dagen op veel plaatsen kon lezen (DS 11 januari) en hoewel ze moeilijk te bewijzen valt, denk ik dat ze plausibel is. De culturele scheiding van Vlaanderen heeft zijn werk gedaan. Bij veel kijkers heeft de reportage inderdaad afgrijzen gewekt, maar precies dat bleek bij anderen brandstof voor de ziel. Wat jij verafschuwt, zal ik steunen.

 

Veel Vlamingen, zeker ter linkerzijde, vinden nu blijkbaar dat de VRT die reportage niet had mogen maken. Als het resultaat van journalistieke aandacht is dat er straks misschien een volbloed fascist in het parlement zit, dan maar geen journalistieke aandacht – zo gaat de redenering. Als ‘ontmaskeren’ niet werkt, dan maar doodzwijgen. Ik denk dat ze zich in dat laatste ernstig vergissen. Ja, radicalen groeien door media-aandacht – positief, negatief of neutraal, maakt niet uit. Maar dat is een prijs die ik graag bereid ben te betalen.

 

Sensatie

Om te beginnen. Mainstream media houden van radicalen. Dries Van Langenhove is niet de eerste jonge man met een uitdagende, agressieve persoonlijkheid, een bedreigend discours, en een achterban van onduidelijke omvang, die precies daarom vooraan in het nieuws belandt. Voor de vuist weg denk ik hier aan Fouad Belkacem, Dyab Abou Jahjah en de jonge Filip Dewinter. Stuk voor stuk shockjocks, die ondanks hun luidkeels beleden afkeer van de Vlaamse journalistiek, hun succes eraan te danken hebben.

 

Uiteraard speelt daarbij een element van sensatie. Die radicale jonge man zorgt voor spanning bij de gematigde middenklasse, het kernpubliek van al die kranten en tv-zenders. Hij zou een gevaar kunnen zijn, en mensen zijn cognitief geprogrammeerd om te focussen op gevaar (de reden waarom nieuws vaak negatief of zelfs alarmistisch is). Maar behalve gevaarlijk is hij ook entertainend: zotte Belkacem met zijn rare video’s, malle Dries die staalhard zit te liegen, allee zeg, heb je ooit iemand zo zien liegen?

 

Als dat de enige verklaring was, dan zou de pers onverantwoordelijk bezig zijn. Terwijl die brave krantenlezers gezellig zitten te huiveren en te ginnegappen om die rare snuiter, wordt diens achterban bevestigd in zijn wantrouwen tegen de samenleving. Die zien ze als te links (Van Langenhove), racistisch (Abou Jahjah) of islamofoob (Belkacem). De spot van de media, spreekbuis van de dominante cultuur, vergroot hun gevoel van uitsluiting, en het aanzien van hun leider die zich daartegen verzet. Tegelijk vergroot het ook zijn bekendheid bij een breder publiek. Daar bevinden zich mensen die – hoewel ze wel zien dat sommige van zijn uitspraken er ver over zijn, en die wellicht zelfs ongerust zijn over zijn uiteindelijke intenties – toch sympathie voelen voor de algemene problematiek die hij aankaart. ‘Dat van die rassenoorlog is overdreven, maar we mogen toch nog zeggen dat er een probleem is met migratie?’ Zo groeit de aanhang van wat een kleine beweging was.

 

Praat met hen

Als het dus alleen ging om wat griezelen en lachen, dan was de prijs te hoog. Maar sensatie is niet de enige verklaring waarom media van radicalen houden. Ze voeren niet om het even welke radicaal op (de man die jaren op de Meir in Antwerpen rondliep met de boodschap dat de pil vrouwen onvruchtbaar maakte, is nooit een nationale bekendheid geworden). De stromingen die de hierboven genoemde mannen vertegenwoordigen, zijn belangrijk. Het rechts-radicale, het onwrikbaar-antiracistische, en het jihadistische gedachtegoed vormen te duchten uitdagingen voor de status quo.

 

En ook al behoor ik zelf tot die gematigde middenklasse die zich best thuis voelt in de Vlaamse samenleving, en die inderdaad met enige angst staat te kijken naar de woede die anderen, nationalisten en islamisten, tegen mijn cultuur voelen, toch wil ik hen kunnen begrijpen. Ik zou politiek gehandicapt zijn, als ik hen niet begreep. Dus verwacht ik van mijn krant en van mijn tv-nieuws dat ze met die mensen gaan praten, en dat ze reportages over hen maken. Dat mogen er hele kritische zijn, maar dat hoeft zelfs niet – af en toe iemand gewoon laten vertellen wat hij te vertellen heeft, is ook interessant. Uiteindelijk is dat de voornaamste opdracht van de journalistiek: kennis verspreiden over zaken die ertoe doen. Sommige ideologische stromingen, hoe gevaarlijk sommigen die ook vinden, doen ertoe. Als de consequentie van erover praten is dat ze aan aanhang winnen, dan is dat maar zo.

 

Klimaatactivisten

Temeer omdat het effect van berichtgeving minder eenduidig is dan vaak wordt aangenomen. In de afgelopen dertig jaar is het Vlaams Blok/Belang eerst heel sterk gestegen, daarna is de partij ingestort, en nu lijkt ze weer wat op te krabbelen. En dat terwijl de berichtgeving over de partij qua toon en invalshoek betrekkelijk constant gebleven is. Om maar te zeggen dat er nog andere factoren hun invloed hebben op de evolutie van het politieke landschap, en de sympathie van de kiezer.

 

En laten we het meest evidente niet uit het oog verliezen: dat die radicalen niet de enigen zijn die in het nieuws komen. Behalve artikels over Dries Van Langenhove of Fouad Belkacem, verschijnen er ook tal van artikels over klimaatactivisten, reportages over armoedebestrijding, interviews met politici van traditionele partijen, opiniebijdragen van gematigd-linkse auteurs. Als een interview met een radicaal-rechtse voorman zijn aanhang doet groeien, dan moeten stukken over mensen die hem bekampen toch ook enig effect sorteren, nee? Of zijn het alleen de radicalen, die profiteren van media-aandacht?