Poëtisch verzet

Deze column verscheen in De Standaard van 2 februari 2013. Wat vooraf ging: Gazet van Antwerpen zette op zijn voorpagina dat André Gantman, fractieleider van de N-VA in de Antwerpse gemeenteraad, de Antwerpse stadsdichter wilde afschaffen. 

 

Eigenlijk had ik me voorgenomen om niets te schrijven over dat onbenullige relletje rond André Gantman en de Antwerpse stadsdichter, omdat de berichtgeving het er iets te duidelijk op aanlegde om zo’n relletje te creëren. ‘Ruim twee maanden na de hetze rond het al dan niet “herdopen” van het De Coninckplein zijn de Antwerpse culturo’s opnieuw onzacht in aanraking gekomen met de N-VA’, begon het stuk in Gazet van Antwerpen dat de boel in gang zette. Dat was dus geschreven toen er nog niemand met wat dan ook in aanraking was gekomen. Op de site van De Morgen werd dat: ‘Cultuurminnend Antwerpen mag zich weer schrap zetten’ – alweer een hoopvolle selffulfilling prophesy.

 

Aangezien geen enkele andere journalist op die gemeenteraadszitting had gehoord dat Gantman de stadsdichter wilde afschaffen, was de kans van meet af aan groot dat hij het niet zo had gezegd, en dat Gazet van Antwerpen dus creatief was geweest bij het framen van dit stuk – wellicht in de hoop er verontwaardiging mee uit te lokken, waardoor het ruim gedeeld zou worden op de sociale media, waar dan een online poll aan zou kunnen worden gekoppeld, wat enkele schrijvers en columnisten in de pen zou doen kruipen, waarna de politieke reacties zouden moeten volgen, en Gantman zich verplicht zou zien zijn woorden te nuanceren, wat dan zou kunnen worden geduid als ‘teruggefloten worden’; en zo vult de krant zichzelf.

 

De ‘culturo’s’ (een brede verzamelnaam die ook gebruikt wordt voor mensen die van kunst houden maar ze niet zelf produceren) vervult vandaag een rol die moslims, en enkele jaren geleden ook joden een poosje hebben vervuld. Het is een groep die als ‘lichtgeraakt’ te boek staat, en waar je dus maar een klein visje naar moet werpen – een goed geframed berichtje hier, een lichte provocatie daar – en er zal er altijd wel eentje bijten. Nieuws verzekerd. Nu ik daar zo over denk: de culturo’s zijn een nog dankbaardere groep lichtgeraakten, omdat ze meer toegang hebben tot de media.

 

Is het een goeie positie om je in te bevinden? Is het een positie die macht oplevert, zorgt ze ervoor dat er naar je kritiek geluisterd wordt? In mijn analyse: nee. Wie erom bekend staat dat hij aldoor, om het stomste eerst, woest wordt, die oogst nog enkel schouderophalen. Net als de moslims laten de culturo’s vandaag toe dat ze door pers en politiek worden geïnstrumentaliseerd om een karikatuur van zichzelf te spelen. Ernstige kritiek wordt geneutraliseerd door de eindeloze stroom nutteloze. De tegenstander hoeft alleen maar te zeggen: ‘Aaah, links valt weer over me heen.’

 

Hoe kom je uit die positie? Door het relevante beter van het irrelevante te scheiden. Maar hoe doe je dat, als ‘de culturo’s’ geen organisatie zijn, geen partij of hiërarchie, maar een groep individualisten, van wie er maar enkelen hun koelbloedigheid hoeven te verliezen, en het spel zit op de wagen?

 

Dat laatste raakt volgens mij aan een breder probleem: dat ‘links’, als culturele identiteit, als subcultuur in de samenleving, dermate slecht vertegenwoordigd is dat om het even wie er spreekbuis van kan worden. (Ook dat, alweer, hebben ze gemeen met moslims en joden.) Bij katholieken weet je dat iets pas belangrijk is als het door de Paus of een kardinaal wordt gezegd; niemand houdt zich bezig met discussies op katholieke Facebookpagina’s, of de mening van een katholiek kunstenaar. Voor Vlaams rechts geldt hetzelfde: er zal weleens worden verwezen naar het gescheld op internetfora of gegniffeld met een uitschuiver van Vic Van Aelst, maar het is voor iedereen duidelijk dat een uitspraak van Bart De Wever of van Karel Van Eetvelt zwaarder doorweegt. Voor links geldt dat niet. Bruno Tobback kan zo redelijk zijn als hij wil, Wouter Van Besien kan zijn dossiers tot in zijn tenen beheersen, als morgen een beroemde schilder of rockzanger, en tot dusver onbekende academicus, of zelfs een Facebookgroep van twee links-ogende malloten de pedalen verliest en iets idioots zegt, dan gaat het meteen van: ‘De culturo’s zijn weer boos. Volgens de Vlaamse linkerzijde…’ en patati en patata.

 

Hoe die spiraal te doorbreken, als zovelen, ook in eigen kring, er voordeel bij hebben? Dat lijkt me een relevantere oefening dan die pathetiek van het ‘poëtische verzet’.