Het is vandaag een jaar geleden dat ik voor het eerst geweend heb om mijn stad. Ik dacht niet dat dat kon. Natuurlijk was die mislukte, al te gelukte spree killer ongemeen wreed, en zijn cynische racisme ongemeen schokkend – maar laten we eerlijk zijn: het is, wereldwijd, niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. Bovendien kende ik slachtoffers noch dader persoonlijk, en niemand van mijn beminden was in de buurt. Ik had nooit verwacht dat ik iets zou denken als 'mijn stad is geraakt'. Dat is meer wat voor George Bush, niet? En toch.
Er is veel gebeurd in Antwerpen, dat afgelopen jaar. Jij bent herkozen, om daar maar mee te beginnen. Nogal spectaculair, zelfs. Daar was ik blij om, en met mij veel Antwerpenaren. Haal je nu niet te veel in je hoofd; stel dat Leo Delwaide meer stemmen had gehaald dan Filip Dewinter, dan waren we ook blij geweest. Maar toch.
Het leek een signaal dat de tijden a-changing waren. Signalen zat, eigenlijk. Die mars tegen racisme. Dat grote festival op de Zuiderdokken, hoe heette het ook weer? Zonder Haat Straat-bordjes voor elk raam. Die dikke eendagsgoth gaf de strijders voor een pluralistische, open, niet-racistische samenleving weer wat meer slagkracht.
Een lookalike van Tom Barman
Je weet dat ik het niet zo heb met van die initiatieven – op je overwinningsfeest kwam een lookalike van Tom Barman me zelfs vertellen dat ik daar niet mocht zijn, omdat ik te weinig enthousiast was geweest over 0110 – maar ik hoopte wel dat het een soort fond zou leggen, waardoor jij, met al je voorkeurstemmen, een doortastend diversiteitsbeleid zou kunnen voeren. Een beleid dat komaf maakte met het eeuwige dovemansgesprek. (Werkloosheid bij allochtonen? Jamaar, het terrorisme! Discriminatie op de woningmarkt? Jamaar, de Deense cartoons! Hoofddoek aan het loket? Jamaar, ooit waren de Arabieren slavendrijvers!) Je had daar een draagvlak voor. Zeker omdat je zo actief stemmen geronseld had onder allochtonen. Toch?
Nee – zucht – dit gaat niet alleen over die hoofddoekenrichtlijn. Ik vind het een onzinnige maatregel, dat wel, totaal onproductief en niet relevant in onze stad. Ze voedt een zeer harde en eenzijdige visie op de islam, ze ontkent de diversiteit onder moslims, en de diversiteit aan redenen om een religieus kledingstuk te dragen.
Maar laten we niet overreageren. Op zich zou de richtlijn niet zo erg zijn, als hij een onderdeel was geweest van een breder beleid, dat op andere terreinen even duidelijke signalen zou uitzenden. Alleen, die zie ik niet. Hoe staat het met die dertig procent allochtonen, die binnenkort aan de stad moeten werken? Het enige wat ik daar nog over gehoord heb, is gehakketak over de moeilijkheidsgraad van de examenvragen. Hoe staat het met de antidiscriminatie in het woningbeleid? En de vijftig procent kansarme kinderen, vooral allochtonen, in het onderwijs? Komt daar een even zichtbaar offensief voor?
Of laten we even bij de dada's blijven van de verlichtingsradicalen, volgens wie de hoofddoek staat voor onderdrukking van de vrouw, en het oprukkende fundamentalisme. Leg me niet in de mond dat ik mij daar geen zorgen over maak. Gaat de stad die vrouwen ook echt helpen, of is het voldoende als ze niet aan een loket zitten? En weten we nu eigenlijk al of het waar is, dat Borgerhoutse winkeliers door fundamentalisten onder druk gezet worden om geen alcohol meer te verkopen? Dat de ze mensen aanspreken om niet naar de Roma te gaan, dat weten we wel. Werkt de stad daaraan?
De fout van Wouter Bos
Ik denk niet dat je van slechte wil bent, Patrick. Ik maak me alleen zorgen. Je wist dat dat hoofddoekverbod veel weerklank zou krijgen – daar heb je het tenslotte voor gedaan, neem ik aan – maar als je niet even zwaar en zichtbaar inzet op fundamentelere problemen, dan lijkt het alsof je gekozen hebt voor het gemakkelijke statement. Maak niet de fout van Wouter Bos, die de gemeenteraadsverkiezingen won dankzij de allochtone stem, en daar achteraf niets mee deed; bang als hij was voor het spook van de islamisering, of gewoon voor onbekwaam personeel, wie zal het zeggen. In ieder geval: neutraliteit is maar al te vaak het broertje van onverschilligheid. En onverschilligheid is te lang een kenmerk geweest van ons beleid.
Nu moet ik daaraan toevoegen dat de fond, het maatschappelijk draagvlak waar ik het in het begin over had, ook minder sterk is dan op het eerste gezicht lijkt. Sinds 11 september 2001 is het multiculturalisme murw geslagen. Mensen als Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali, Paul Cliteur en anderen hebben de focus van het debat resoluut veranderd. In plaats van over discriminatie, racisme en sociale ongelijkheid praten we nu uitsluitend over de culturele kwesties: de opvattingen van moslims over vrouwen, homo's, vrijheid van meningsuiting, de scheiding van kerk en staat… Thema's waar ook de linkerzijde gevoelig voor is.
Er is ook veel mist gespoten over wat nu eigenlijk racisme is: islamofobie is geen racisme, moslims achterlijk noemen is geen racisme, het is vrijheid van meningsuiting. Zeker na de moorden op Fortuyn en Van Gogh, en de bedreigingen aan het adres van Hirsi Ali, is de linkerzijde ook daar gevoelig aan: het is onze stijl niet, maar het moet kunnen. Dat zorgt voor verwarring, verdeeldheid en intellectuele onmacht.
Een hippe versie van de rode knoop
Je herinnert je die kleine rel over of er halal vlees geserveerd werd op uitstappen van het Antwerpse stedelijk onderwijs. Je herinnert je ook de lezersbrieven in De Morgen. Los van de grond van de zaak, was ik verbaasd over hoe fel die waren. 'Weer een overwinning voor de moslimfundi's!' – dat zijn uitlatingen die ik, tot voor enkele jaren, niet verwacht had van dat publiek. Een deel van de linkerzijde heeft het opgegeven. Hun tolerantie is teruggebracht tot een ethisch minimum.
Een ander deel zet zich nog wel in, maar beperkt zich tot vage statements: verdraagzaamheid, openheid, respect, termen waar niemand iets tegen kan hebben, maar die voor iedereen wat anders betekenen. 0110 was zo'n voorbeeld, en de trouwerij in Sint Niklaas, en de Zonder Haat Straat eigenlijk ook. Het zijn hippe versies van de rode knoop, of Fata Morgana, of in het beste geval een stille mars.
Men ontloopt de belangrijkste vraag voor links vandaag, welke invulling we geven aan diversiteit. Hoe ver kan pluralisme gaan? In feite is deze groep een objectieve bondgenoot van de rechterzijde. Ze herleiden onverdraagzaamheid tot zijn meest extreme vorm: Hans Van Themsche, een stelletje dat niet gehuwd wil worden door een zwarte schepen. Op 0110 schreeuwde Georges Kamanayo ettelijke keren: 'Diversiteit is realiteit!' Dat is waar, natuurlijk. Maar er is ook niemand meer die dat ontkent. Het gaat om hoe je diversiteit beheert. In dat debat doet links niet meer mee.
De noten van Dewinter
Beste Patrick, in oktober was iedereen blij omdat je het Vlaams Belang zulk een slag toebracht. En inderdaad: Filip Dewinter heeft sindsdien een pak minder noten op zijn zang. Voor een groot deel van je achterban is dat al lang voldoende in de strijd tegen racisme.
Verder ben je burgemeester in een stad met een groot racistisch electoraat, in een tijd waar het islamofobe verlichtingsdenken intellectueel sterker staat dan het pluralisme. Als ik dat zo optel, heb je weinig reden om een echt diversiteitsbeleid te voeren. Behalve dan die grote groep allochtonen, waarover er al te veel geschreven is. Ze hoeven niet te wachten op een Hans Van Themsche of Mohammed Achrak, voor er weer aandacht naar hen gaat.
Je hebt een gigantisch mandaat gekregen. Ook van hen. Daar kun je meer mee.
Hartelijke groeten,
Tom Naegels.