KOEN Wauters trekt de lijst van CD&V in Brussel-Halle-Vilvoorde. Zeg dat ik het gezegd heb. Is het toeval, anders, dat Clouseau luttele maanden voor de verkiezingen met een single komt waarvan de tekst geschreven werd door Wouter Beke? ,,Stel je voor dat schrik de plaats ruimt voor respect'', aldus de schallende woudlopers, die ons voorgaan naar een betere wereld. ,,En dat iedereen, elke man en elke vrouw, dan Verdraagzaamheid gaandeweg ontdekt''. Ja Guy, zeg maar dág met dat handje aan die derde ambtstermijn. Het is voorbij met de ver-ikking want respect werkt: het Vlaams kartel mag het Sportpaleis laten vollopen.
Er is een tijd geweest dat wij allemaal gezellig waren gaan overgeven bij het horen van zo'n slap geneuzel. Respect en Verdraagzaamheid zeg – straks zingt die Wauters nog dat schoonheid vanbinnen zit. Is dat rokkenrol? Akkoord, Aretha Franklin pleitte ook voor juist een klein beetje respect, maar dat gaat over een overspelige vent die zijn ferme kloek horens dacht te kunnen zetten. Niet over hoffelijkheid, fatsoen en ritsen in het verkeer.
Zoals ik zei: er is een tijd geweest dat zo'n tekst op de lachspieren had gewerkt. Dat we, terecht, hadden gezegd: beste Koen, als je dan toch iets maatschappelijks wil zeggen, ga dan wat dieper dan dat. Maar niet vandaag. ,,De inhoud van De Tegenpartij vat de huidige tijdgeest samen'' aldus het persbericht van de Clouseaus, en dat zullen wij niet tegenspreken. De tijdgeest zit goed voor vage slogans en evenementen, die op het eerste gezicht barsten van het engagement, maar bij nader toezien holler zijn dan vrouw Holle zelf.
Neem nu dat massahuwelijk in Sint-Niklaas. Een hartverwarmende avond was het, dat zeker. Het was een beetje een Vlaamse kermis, met die Aalsterse carnavalsgroep die flauwe moppen kwam vertellen over Belgen die alles ,,in het zwart'' doen (haha) en dat vals zingende gospelkoor, maar allicht was het daarom ook net zo leuk. Het had niet dat hippe van veel antiracistische feestjes. Het was een bal voor Radio 2-luisteraars, en daar heb ik altijd wat meer sympathie voor. Er waren zelfs mannen met een borstelsnor; als dat geen diversiteit is.
De volgende dag was mijn verzuurde, ver-ikte ik helaas alweer terug. Ik keek naar de foto's van de kussende Wouter Van Bellingen met zijn Katrijn, en ik dacht: heeft deze avond ons nu iets geleerd over racisme? Bah nee. Uiteindelijk bracht Sint-Niklaas een vrij kinderlijke boodschap: ben je blank of ben je zwart, regen valt niet voor jou apart. Als we elkaar graag zien, wat doet huidskleur er dan toe? Niks natuurlijk, en het kan allicht geen kwaad om dat nog eens te zeggen, maar wat brengt het bij?
Van Bellingens Katrijn zei het zelf, in De Morgen: ,,Het gedrag van die koppels heeft zoveel weerklank gekregen omdat het zo'n zuiver, manifest geval van racisme is. Sluimerende onverdraagzaamheid valt niet op''. En dat is precies het probleem: de sluimerende onverdraagzaamheid is de echte. De meeste conflicten rond diversiteit spelen zich af in een immense grijze zone. Als de stad Antwerpen nu ook van islamitische onthaalmoeders eist dat ze hun hoofddoek afzetten, is dat dan een redelijke vraag omdat de overheid neutraal moet zijn, of toont het dat de stad niet om kan met diversiteit? Als een werkgever een Marokkaan uit de middenklasse – keurig in pak, accentloos Nederlands – wel een job aanbiedt en een Marokkaan die er wat meer uitziet als het cliché – trainingsbroek, haar met gel naar achter, licht accent – niet, toont die man dan dat hij een goed diversiteitsbeleid heeft, of net niet?
Dat zijn de belangrijke vragen. Vragen die woensdagavond niet eens gesteld, laat staan beantwoord werden. Daar ging het alleen over huidskleur, en dat liefde ras overstijgt, en dat we verdraagzaam moeten zijn, wat dat ook mag betekenen. Terwijl diversiteit ondertussen toch een pak diverser is dan dat.
Wat er woensdag in Sint-Niklaas gebeurde, is zo typisch voor hoe we vandaag omgaan met ingewikkelde problemen. Het is alsof we geen zin meer hebben om te begrijpen. Iedereen heeft het gevoel dat er iets mis is, met al die onverdraagzaamheid en dat zinloos geweld en zo, maar tegelijk doen we alle moeite van de wereld om vooral niet te diep op dat onbehagen in te gaan. Liever organiseren we een gezellige samenkomst: een bal, een concert, een mars, en we doen dat onder een vlag die vrijwel alles kan dekken: respect, verdraagzaamheid, alle mensen worden broeders.
In zo'n tijdgeest kiezen zelfs de voormalig kritische lezers van Humo Yves Leterme, de kampioen van dit schijnbare engagement, tot politicus van het jaar. Ze kunnen daar op de Poppoll dus ook al meezingen met Clouseau: ,,Elke dag brengt confrontatie, in elke stad van ieder land. Het kan ook anders: we keren het tij. Wat als we ze omarmen, de tegenpartij?'' Ja, wat als? Dat antwoord geeft Koen niet. En wie de tegenpartij is, laat hij in het midden. Is het dan gek dat er niets verandert?