Bartje

De Wet Lejeune, knuffelpedagogiek, een te controlerende overheid, een te lakse overheid, de afgeschafte legerdienst, computerspelletjes, merkkledij, de media, het Vlaams Belang, ja zelfs ,,massale ongecontroleerde immigratie'' (huh?), werkelijk élk maatschappelijk pijnpunt werd aangeraakt in de tientallen lezersbrieven, opiniestukken, straatinterviews en andere nattevingerverklaringen voor de moord op Bart Bonroy. Behalve de meest voordehandliggende. Kenny B. werd gepest. Kenny B. was dronken. Al van in de eerste interviews met zijn vrienden komt dat terug: ,,Hij werd vaak een mietje genoemd. Daar kon hij erg kwaad over worden. Sinds het uit was met zijn vriendin, dronk hij veel. Op het moment van de moord was hij onder invloed van alcohol.''

Iedereen die ooit achttien is geweest, weet hoe kwaad je op die leeftijd kunt zijn. Iedereen die ooit gepest werd, weet hoe gefrustreerd je daarvan wordt. Iedereen die al liefdesverdriet had, weet hoe depressief dat je maakt. Iedereen weet ook hoezeer alcohol kwaadheid, frustratie en depressie versterkt, en hoe impulsief je je ervan gaat gedragen. Toch was er haast niemand die dat aspect belichtte. Werd er gepleit voor een strenger alcoholbeleid? Het optrekken van de minimumleeftijd, ademtests voor fuifgangers, het beboeten van cafés die dronken klanten bedienen? Een sensibiliseringscampagne: alcohol maakt meer kapot dan je lief is, bis? Gaan we naar een nieuwe campagne tegen pesten: 't Is mijn mietje, blijf eraf? Niemand stelde het voor. Van mij moet het niet hoor, ik vind het alleen gek dat mensen blijkbaar liever ons volledige rechtssysteem aanpassen, de democratie terugschroeven, de regering naar huis sturen, de legerdienst opnieuw invoeren, de televisie de deur uitsmijten en van elke school een tuchthuis maken, dan dat ze de mogelijkheid overwegen dat Kenny B. een gefrustreerde puber was, die te veel had gezopen.

Niet dit soort misdaad is nieuw, wel onze reactie erop. Ik word stilaan horendol van dat opbod van cultuurpessimisme en antipolitiek waarbij, je zult het zien, uiteindelijk zelfs de seksuele revolutie en het Kyoto-akkoord Kenny B. zullen hebben aangezet tot zijn daad. Als er vroeger iemand door het lint ging, dan keken we allereerst naar de dader zelf: zijn persoonlijkheid, zijn psychologische toestand, zijn voorgeschiedenis. Nu van dit soort psychosociale analyses meteen een ongelukkige-jeugd-karikatuur wordt gemaakt, kunnen we alleen nog begrijpen als we onze ganse cultuur failliet verklaren. En huppakee, daar volgen de marsen, de fakkeltochten, de concerten, de bloemenhuldes-met-handgeschreven-briefjes, het logo ontworpen door de klasgenoten, de pins met het logo, de T-shirts met het logo, de BV's die pins en T-shirts dragen, het vereren van de ouders (die sereniteit!), het dagenlange praten over ,,Bartje'' of ,,Joe'' alsof ze elke zondag bij ons op de koffie kwamen: symbolische bezweringen van het onbehagen, magische remedies voor de culturele kanker: als we maar genoeg marcheren, dan is de ondergang te vermijden.

Anekdote. Voor mij zijn ook bijna stille marsen georganiseerd. Op mijn veertien stond ik eens op het perron van Kalmthout op mijn trein naar Antwerpen te wachten. Opeens sprongen er vier oudere jongens rond mij. Ze waren straalbezopen, en ze krijsten uitzinnig van , ,stopt mé nor ongs te gaaile!'' (,,Stop met naar ons te geilen'' – ik had hen niet eens gezien!) Ze grepen me vast en sleepten me naar de rand van het perron – ik ben er nog steeds van overtuigd dat ze echt van plan waren me onder de trein te gooien, ware het niet dat ze mijn bange gesnotter zo beu werden, dat ze dan maar met elkaar begonnen te vechten. Maar wat als ik wel dood was geweest? Hadden onbekenden dan plots over mij gepraat als ,,Tommeke''? Hadden mijn ouders een publieke rol op zich moeten nemen, profeten van lijden en waardigheid? Zou het beleid de schuld gekregen hebben? Het onderwijs? Het opvoedingsmodel van mei '68? Daar zou ik mij vanuit het hiernamaals behoorlijk aan geërgerd hebben. Die kerels waren stomdronken. En dom. En agressief. En daar houdt het op.

We moeten echt dringend opnieuw leren om tragedies in perspectief te zien. Een moord is een persoonlijk drama, geen voorbeeld van een culturele crisis. Ze is afschuwelijk voor de rechtstreeks betrokkenen, niet voor ons allemaal. We hoeven ons ook niet met alles te bemoeien, of voor alles verklaringen te zoeken. Gewoon ,,ach, wat erg'' kan ook. Het systeem is niet rot omdat er af en toe iets vreselijk misloopt. We zijn een gemeenschap van mensen. Mensen zijn complex. Ze kunnen flippen. Ik ook. En u zeker.