Het concept van ‘getuige’ heeft alweer een nieuwe invulling gekregen: iemand die niets gezien heeft, zich probeert voor te stellen dàt hij iets gezien heeft, en daarin faalt. Prachtige voorbeelden kregen we donderdagavond in het journaal op Eén, in het verslag over de jongen die doodgestoken werd in Brussel Centraal. “Ik kan mij niet inbeelden dat dat nu hier zou gebeuren”, zei een meisje met een brilletje, waarop haar vriend aanvulde: “Met al dat volk dat hier rondloopt.”
Zulke inzichten mochten gerust herhaald worden, dus zagen we een Gentse jongen die hetzelfde zei: “Eigenlijk kan zoiets niet gebeuren ee, zeker met al dat volk datte hiere zo rondloopt. Op dat ure. En zeker, ja, ook politie, daarjuist heb ik ook politie gezien. Zoiets kan niet gebeuren.”
Zo relevant was het, dat het meteen quote van de dag werd, vrijdag op vrtnieuws.net: “Ik kan me niet inbeelden dat het hier nu zou gebeuren – verbijsterde reizigster over de roofmoord in het Centraal Station van Brussel.”
(Verbijsterd leek dat meisje me nu niet meteen. Wat zeg je als Tim Pauwels je komt vertellen dat er de dag tevoren een moord gepleegd is? “Allez zeg, hier, in het station? Da’s straf. Dat kan ik mij nu niet inbeelden.” Tim, blij: kun je dat herhalen voor de camera? Meisje, beleefd: bwa ja, mijn trein vertrekt pas binnen een kwartier. En plots is ze de verbijsterde reizigster, die ons aller ongeloof mag verwoorden.)
Sinds het journaal elke dag drie kwartier moet duren, begint het steeds meer op Koppen te lijken. En dan heb ik het niet over de inhoud – een zinloze moord in een druk station is een terechte opener – maar over de vorm. Nieuwsfeiten worden ingeleid door fragmenten uit In de Gloria of filmpjes met Urbanus, verslagen worden doorspekt met straatinterviews en vanzelfsprekende commentaren van wetenschappers. “Niemand begrijpt waarom geen enkele reiziger in het station hulp heeft geboden”, kondigde Wim De Vilder aan, wat ik al meteen een aanmatigend veralgemenende uitspraak vond. Ik begreep dat perfect! Het is lawaaierig en druk in een station, je kijkt niet naar de andere reizigers, je wil gewoon je trein halen, en als je het toch ziet: die kerels hebben net iemand doodgestoken!
Bovendien hebben mensen de neiging om minder initiatief te nemen naarmate ze zich in een grotere groep bevinden. Iedereen die naar Hoe?Zo! heeft gekeken weet dat. (Experiment uit reeks één: een groep mensen zit in een wachtkamer, het brandalarm gaat af, er komt rook van onder de deur, maar iedereen blijft zitten en kijkt naar elkaar, bang om als eerste op te staan. Dertien minuten bleven ze zitten! Als het echt was geweest, dan waren ze gestikt.) Een miljoen tweehonderdduizend kijkers, Hoe?Zo!. Elke week. Wat nou, “niemand begrijpt”?
Niettemin was er een professor opgeduikeld die dat nog eens mocht uitleggen. Al diende die vooral als excuus om nog meer straatinterviews te tonen. “Ik heb niks gezien”, bekende een man. “Ik heb direct de trein genomen van twintig na vijf.” (De moord is gebeurd om hálfvijf. Wij leren: sommige mensen hebben geen hulp geboden omdat ze er niet waren.) (Overigens: waarom ben ik niet geïnterviewd? Ik was er ook niet. Quote van de dag: “Ik zat in Antwerpen toen het gebeurde! Het is al twee weken geleden dat ik nog in Brussel Centraal was! – een verbijsterde Tom Naegels begrijpt niet waarom hij geen hulp bood.”)
Bleek dat men geen enkele getuige gevonden had om de uitleg van de prof te illustreren, dus werd het concept ietwat aangepast: “Wat zou u gedaan hebben, indien u wél getuige was geweest?” Wat boeiende reflecties opleverde. “Ik zou gereageerd hebben”, meende een man, waarna hij angstig wegholde. Een ander dacht van zichzelf van niet, en had daar meteen een politieke verklaring voor: “Omdat ik weet dat ik niet de politiebescherming geniet, hier in België, die mijn veiligheid kan garanderen.” Leerzaam, althans wat betreft de politieke overtuigingen van de geïnterviewde. Een meisje zorgde voor de kers op de taart: “Als ’t er iemand staat met een wapen of een mes ofzo, dan is ’t natuurlijk altijd schrik.” En zo is het maar net.
Misschien is het omdat het paasvakantie is (ik sta er van versteld hoevéél komkommertijden er in een jaar zijn) maar ik krijg steeds meer het gevoel dat de randreportagemakers, de humaninteresters, de achtergrondnieuwsers hun verteltechnieken aan het opdringen zijn in het echte journaal. Ik heb niks tegen leuke randreportages, maar er moet een onderscheid blijven: het journaal is er voor het echte nieuws, kort en bondig en sec: er is een moord gepleegd, de daders zijn nog niet gevat, er komt meer camerabewaking – en wie dan graag mensen hoort die niets gezien hebben, wie graag professoren vanzelfsprekendheden hoort debiteren, wie van opgeleukte reportages houdt met liedjes en sketches, die kan naar Koppen of Telefacts. Zo was het toch bedoeld?