Veel gekker moet het niet worden. Nu lees ik in mijn krant dat de Zweedse kunstenares Angelina Elander, de aanbidster van Kim De Gelder, op haar beurt aanbeden wordt door 'honderden' mannen. Haar aantal vrienden op Facebook is sinds de heisa gestegen van ocharme dertig naar meer dan driehonderd, 'nagenoeg allemaal Vlaamse mannen van middelbare leeftijd', aldus Het Laatste Nieuws. Ze sturen haar 'kusjes en openlijke liefdesverklaringen' en krijgen 'steevast een lief berichtje terug'.
Mannen die kicken op een vrouw die kickt op een psychopaat, alles binnen de veilige, vrijblijvende cocon van het internet – hoe zullen we dat noemen? Perversie by proxy? Een equivalent van de hijgtelefoon? Of gewoon klassiek mannelijk internetgedrag: een niet onaantrekkelijke vrouw komt op tv, je googelt haar, komt terecht op haar Facebookpagina, klikt voor de gein op 'vrienden worden' en hop, plots ben je nieuws? Wat van alles, allicht. Als ik nu kick op die mannen, en u kickt op mij, en ik vraag mijn vrouw om op u te kicken, dan komen we straks allemaal in de krant.
Elander zingt het nu al langer dan drie weken uit als personage in mijn nieuws. Eerst als opdrachtgeefster van de moorden, de volgende dag als zeker níét de opdrachtgeefster van de moorden, en de daaropvolgende dagen als voorwerp van de vraag waarom er nooit onderzócht is of ze al dan niet de opdrachtgeefster was. Een blunder van het parket! Ah, hoe dol zijn wij op blunders van het parket. Vervolgens gaf ze aanleiding tot stukken over vrouwen die vallen voor gevangenen, en of dat iets zegt over hun persoonlijkheidsstructuur, en of de seks lekker is, en hoeveel kans van slagen dergelijke relaties hebben. En daarna was ze gewoon bekend genoeg om elke virtuele scheet die ze in Zweden laat, in België in de krant te krijgen. Nu is ze weer verliefd op Sekkaki! Nu zijn er Vlaamse huisvaders verliefd op haar! Ze speelt Farmville op Facebook! Net als eenentachtig miljoen andere mensen! Is er dan nog íémand normaal in deze wereld?!
In De Standaard van woensdag stond een bespreking van een tentoonstelling in het Parijse Musée d'Orsay. Titel: 'Gefascineerd door het Kwaad'. De expo gaat over 'de immense fascinatie van kunstenaars voor moord en doodslag' en toont schilderijen, beelden en films over 'vadermoord, broedermoord, kindermoord, kannibalisme, passiemoord, lustmoord en massamoord'. De vroegste werken dateren uit 1791. Al meer dan tweehonderd jaar weten we dus dat gruwel een dankbaar thema is voor kunstenaars. Zo bekend is het, zo normaal, zo'n integraal onderdeel van de Westerse cultuur dat een eerbiedwaardig museum als Orsay er een tentoonstelling aan wijdt.
Ook vandaag nog worden we er meermaals aan herinnerd dat kunstenaars graag met het thema aan de slag gaan. De Vlaamse Opera zette massamoordenaar Seung-Hui Cho op een affiche, Marcus Harvey stelde een foto van kindermoordenares Myra Hindley samen uit allemaal handafdrukjes van kleine kinderen, Slayer wekt in zijn muziek de indruk necrofielen, seriedoders en dokter Mengele te verheerlijken. We wéten dat dus, dat kunstenaars dat doen. We zijn dat gewend. Het maakt deel uit van onze beschaving, die we zo graag uitdragen tot in de verste hoeken van de wereld. Hoe komt het dan dat er vandaag wéér zo'n spel wordt gemaakt, met altijd dezelfde slappe, voorspelbare, zelfgecreëerde verontwaardiging?
Niet alleen weten we dát kunstenaars dat doen, we hebben ook geleerd waarom. Gewoon, op school, in het middelbaar, ieder van ons. Ze doen dat om te onderzoeken in welke mate gruwel en waanzin deel uitmaken van ons aller menszijn. Op die manier leren ze ons ermee omgaan. Dankzij kunst kijk ik niet zo snel meer op; dankzij kunst begrijp ik mezelf en anderen beter. Het is nogal teleurstellend dat zoveel media nog steeds de omgekeerde beweging maken: niet alleen de misdadiger als onmenselijk voorstellen, maar ook iedereen die interesse in hem toont, de kunstenaar op kop. Zo leer je helemaal niemand iets.
De expo in Orsay heeft overigens ook aandacht voor misdaadverslaggevers. 'Die', zo schrijft deze krant, 'hun publiek doen huiveren terwijl ze pretenderen het met morele waarden op te voeden.'
Het is, in zekere zin, perverser dan wat Elander doet. Hypocrieter, in ieder geval.