Nu gingen we zelf aan het twijfelen hoor: als zelfs een instituut als Radio 1 'even langs gaat op de nieuwsvloer' van de VRT (de nieuwsvloer! Waar zelfs het tapijt de laatste Nasdaq-koersen prevelt!) met de vraag: 'Wat vinden onze journalisten ervan dat, als het van Pascal Smet afhangt, leerlingen binnenkort allemaal verplicht Latijn zullen moeten volgen in het eerste jaar?' – ja, dan ga je er toch van uit dat iets dergelijks wel degelijk in dat plan van Smet te lezen valt?
'Ik vind dat een zeer nobel streven om iedereen Latijn te laten studeren', mijmert Jan Van Delm 'maar ik vrees dat er toch een aantal kinderen zijn die daar weinig boodschap aan hebben, en als je die dan gaat samenzetten met andere kinderen die dat eventueel wel willen doen, ja dan vraag ik me af wie daarbij gebaat is.' In een kort debatje blijken Siegfried Bracke en Ben Crabbé het daarmee eens: 'Al die kinderen samen, ook diegenen die geen belangstelling hebben voor Latijn, ik vrees dat dat een heel moeilijke oefening wordt', aldus Bracke, en Crabbé: 'Als je mensen dat opdringt, en hen dwingt om dat te gaan studeren, terwijl die later gewoon industrieel ingenieur willen zijn en wiskundezot zijn… en wat doe je dan met mensen die wel geïnteresseerd zijn, die gaan dan misschien veel trager vooruit gaan?'
Ondertussen stond ik – die snel dat plan van Smet gelezen had – op en neer te springen, met de armen te zwaaien en te roepen: 'Het – staat – er – niet – ie-hien!' Er staat net het omgekeerde: Latijn is een keuzevak voor de eerste- en tweedejaars.
Naast de populistische angst voor 'de gewone volksjongen die plots dat elitaire Latijn zal moeten leren' zag je ook de omgekeerde opduiken: die voor 'nivellering naar beneden toe', het intellectuelenkind dat zich in één ruimte zal moeten bevinden met kinderen van minder geschoolde ouders, en rekening zal moeten houden met hun zwaktes. In Het Laatste Nieuws klaagt de hoogbegaafdenbond over die knieval voor de dommerik. Boudewijn Bouckaert, ere-preses van die bond, gaat daarin mee: 'De hervorming van het onderwijs mag niet ingegeven zijn door egalitaire obsessie die alleen maar leidt tot een nivellering naar beneden toe.'
Dat er een 'een' ontbreekt in bovenstaand citaat, komt doordat de persattaché van de LDD naar een te egalitair ingestelde school is geweest.
Beide angsten zijn gek. Ik heb zelf Latijn-wetenschappen gevolgd. Mijn klas telde om en bij de vijfentwintig leerlingen. Ik herinner me dat er voor haast elk vak – of het nu Latijn was, of een van de wetenschappen, of geschiedenis, of Frans, of Nederlands – altijd wel klasgenoten waren die er weinig of geen interesse voor toonden. Zelf was ik gek op Latijn, maar ik had een hekel aan wiskunde en fysica. Heeft er ooit iemand gezegd: 'al die kinderen samen, ook degenen die er geen belangstelling voor hebben, ik vrees dat dat een moeilijke oefening wordt'? Was men bang dat de gemotiveerden gehinderd zouden worden door de gedemotiveerden? Welnee. De invloed van iemands belangstelling voor een vak wordt blijkbaar pas een probleem als je kinderen uit verschillende milieus bij elkaar gaat zetten.
Omgekeerd vraag je je af of een samenleving niet hoe dan ook 'nivelleert naar beneden toe'. Je kijkt altijd achterom of de zwaksten nog mee zijn. Als je het niet bij jongeren doet, dan moet het achteraf, als ze volwassen zijn. Tenzij je accepteert dat die ergens buiten beeld in een getto samenkitten. Bovendien: ik geloof niet dat de Boudewijn Bouckaerts, laat staan de hoogbegaafdenbond, erbij stilstaan hoeveel woede een bekakte, superieure term als 'nivellering naar beneden toe' opwekt bij de mensen die 'beneden' staan, en die maar wat graag hogerop waren geraakt.
Vraag is natuurlijk of het sowieso mogelijk is om diepgewortelde sociale reflexen tegen te gaan? Mensen zullen zich altijd willen onderscheiden – en die onderscheiden zullen zichzelf reproduceren. Zoals Siegfried Bracke op Radio 1 zei: 'Het probleem bij alle onderwijshervormingen is dat men een aantal sluizen probeert uit te schakelen. Ik vrees dat dat nooit lukt. Ik zou willen dat iedereen gelijke kansen heeft maar in de praktijk is dat zo verschrikkelijk moeilijk.'
Dat is waar, natuurlijk. Maar als je niet eens probeert: waarom doe je dan aan politiek?