Of het in Joegoslavië ook zo gelopen was. Dat was een verrassende vergelijking, zeker uit de pen van de immer bedaagde Bart Sturtewagen, in zijn redactioneel commentaar van woensdag. Joegoslavië zeg, zo dacht ik eerst. Het zijn dan wel de nazi's niet, maar moeten we zúlke grote woorden van stal halen? Maar gaandeweg merkte ik dat ik gevoelig was voor de parallel. 'Er is reden om ons ernstig zorgen te maken over waar we straks zullen staan. Met getrokken messen? Elkaar dwingend om kamp te kiezen op straffe van met geweld in een kamp te worden geplaatst?'
De driehonderd reacties op zijn stuk geven hem gelijk. Al was dat niet hun bedoeling.
Het toeval wil dat ik enkele weken geleden in gesprek was met een Nederlandse Balkan-kenner. Zoals ik dat meestal doe met buitenlanders, was ik hem er met breed armgezwaai van aan het overtuigen dat wat in België plaatsvond, géén etnisch conflict was. 'Het is een technische kwestie', betoogde ik. 'Een staatkundig meningsverschil, versterkt door partijpolitieke strategieën. Het is geen conflict tussen volkeren. Here nee! Vlamingen haten geen Walen. Niet 'omdat ze Frans spreken', niet 'omdat ze lui zouden zijn', niet omdat ze 'de Ander' zijn. Wie dat beweert is te kwader trouw.'
'Zo is het in Joegoslavië ook gegaan', monkelde die man. 'Een louter rationele, technische, staatkundige kwestie. Voer voor specialisten. Je zou ervan versteld staan hoe snel dat kan omslaan naar een diepe emotionaliteit.'
Er is een tijd geweest, niet lang geleden, dat ik bij zulke redeneringen geërgerd begon te grollen. Maar langzaam begin ik ze te geloven. Je merkt hoe de ergernis aan het groeien is – niet alleen tegen 'de politiek' of tegen bepaalde politici in het bijzonder, maar ook tegen wie hen steunt, of wie eruitziet alsof ze hen steunen. Precies omdat het politieke conflict zelf zo technisch is, gaat het er niet om wie er in een bepaalde fase van het surplacen gelijk had of niet. Het gaat niet over de financieringswet, of het herfinancieren van Brussel, of het vormen van een regering met zeven, acht, drie of helemaal zonder partijen. Het gaat niet om de nota-Vande Lanotte of Di Rupo's regering van nationele eenheid – niemand volgt dat nog. Het gaat om: wie ben je? Ben je rechts of links? Ben je wel of geen nationalist? Haat je designerbrillen, of heb je een hekel aan fermettes? Denk je dat de wereld geregeerd wordt door politiek-correct rood, of door bekrompen bruin? Als Vlaanderen ooit een Joegoslavië wordt, zal de oorlog niet tegen de Franstaligen gevoerd worden.
Een vergelijking die ik onlangs bedacht, was deze: stel dat ik een nieuwe roman wil schrijven. Ik heb allerlei ideeën over het verhaal, de personages, de stijl en de structuur. En dan zegt mijn uitgever: jamaar, wil je hem schrijven op een computer die draait op Linux of op MS-DOS? Geen idee, zeg ik, moet ik nu ook al iets weten over het besturingssysteem van de computer waarop ik mijn boek wil schrijven? Ha ja!, roept mijn uitgever uit, dat besturingssysteem is de basis van álles! En er ontstaat een conflict over binnen de uitgeverij, en de computer geraakt niet opgestart, en een jaar later heb ik nog altijd geen letter geschreven en roep ik: 'Linux! Linux, natuurlijk! MS-DOS is van Microsoft. Aaaah! Die gaan naar het autosalon! Die wonen in een fermette! Dood aan Microsoft! Zodat ik eindelijk weer kan schrijven!' Ik weet nog altijd niets van software af. Maar ik ben wél heel kwaad.
Dat zou dus betekenen dat de abstractie van een politieke crisis de emotionaliteit onder het volk verhoogt. Niet in eerste instantie, eerst is er onverschilligheid, maar wel als de crisis lang genoeg duurt. Precies omdat je rationeel niet meer kunt volgen, ga je terugvallen op emotionele tegenstellingen die je wel begrijpt. Het is alsof iemand tweehonderd dagen lang met de broncode van Linux in de hand aan je hoofd staat te zeuren dat MS-DOS simpelweg beter is, tot je roept: 'Fuck off, kapitalist!'
Ook het volk zit in de loopgraven. We trekken ons terug in steeds engere kamers, om daar van openheid te spreken. Terwijl die enkel nog in fanatiek volgehouden onverschilligheid te vinden is.