Met het verwijt van Siegfried Bracke dat de VRT 'het beste van zichzelf geeft om de Belgische identiteit te promoten. Dat is wat in de vaktaal framing heet', bereiken we een glorieus hoogtepunt in onze politieke retorische cultuur: werkelijk élke stroming beschuldigt haar tegenstanders er nu van aan 'framing' te doen.
Zoals Bracke hierboven al uitlegt, betekent 'framing' dat je erin slaagt om, door middel van een handige woordkeuze en het bespelen van de media, jouw versie van de werkelijkheid als 'de werkelijkheid' te doen accepteren, waardoor andere visies het moeilijker krijgen. Concreet voorbeeld: wie tien jaar lang het beeld verspreidt dat Arabieren boze baarden zijn met een hekel aan 'onze vrijheden', heeft het moeilijk met beelden van modern geklede Egyptenaren, Libiërs en Tunesiërs die plots om 'onze vrijheden' vechten tegen bloeddorstige dictators die door ons aan de macht gehouden zijn. Plots wisselt het frame, wat niet wil zeggen dat het nu het juiste is.
Hetzelfde gebeurt dus ook in de strijd om onze nationale identiteit. De VRT, zo schrijft Bracke, programmeert opvallend veel formats waar het woord 'België' in voorkomt: Made in Belgium, een reeks over 'de grootste Belgische wetenschappers' die eigenlijk allemaal Vlaams zijn (voor hetzelfde geld zeg je dat de VRT daardoor het Vlaamse bewustzijn promoot: alleen Vlamingen kunnen blijkbaar tot de 'grootste Belgische wetenschappers' behoren, in Wallonië zijn het junkies die zuigen aan de tiet van de subsidiekoe), en nu dus ook een avond van Radio 1 over de 'Belgische identiteit'. Of drie voorbeelden genoeg zijn om over een frame te kunnen spreken weet ik niet, maar in een column is dat genoeg.
Het opvallende is dat de VRT er door de overkant net van beschuldigd wordt dat ze de N-VA groot heeft gemaakt. Jef Lambrecht publiceerde net nog een essay van veertig bladzijden, waarin hij niet minder dan 41 rechtstreekse voorbeelden geeft van reportages, foto's of debatten (sommige ook uit deze krant) die door hun woordkeuze, invalshoek of toonzetting de N-VA bevoordelen. Eenenveertig is meer dan drie. Om te zwijgen van Lambrechts uitgebreide beschrijving van de voor het deweverisme gunstige randvoorwaarden: een voorkeur voor infotainment en lokaal nieuws, het wegschrijven van Wallonië uit de berichtgeving (bijvoorbeeld door uit alle 'grootste Belgische wetenschappers' alleen de Vlamingen te kiezen), het eindeloos uitblèren van peilingen die als selffulfilling prophecy's gaan werken, en de obsessie met wat 'gewone mensen' zouden denken.
Nog voorbeelden? In zijn bestseller Rechts voor de raap spreekt Jean-Marie Dedecker over de linkse kerk: 'Tolerant, politiek-correct en progressief zijn woorden die door hen gekaapt zijn om hun eigen visie uit te dragen. Ze dwingen iedere tegenstand in het defensief en geven rationele argumenten geen kans.' De linkse kerk ervaart dat precies omgekeerd: het is rechts dat erin geslaagd is zijn wereldbeeld als 'realistisch' voor te stellen en elke kritiek daarop als 'naïef' en 'wereldvreemd' weg te zetten. En ook in het islamdebat beschuldigen beide partijen elkaar van hetzelfde: islamcritici zien overal moslimknuffelaars, terwijl die laatsten media en politiek beschuldigen van islamofobie.
Wat leren wij hieruit? Dat elke Belg of Vlaming, u mag kiezen, zichzelf een beklagenswaardige minderheid vindt die altijd aan het kortste eind trekt. En dat framen zélf wordt geframed. Je tegenstander van framing beschuldigen is een zet in het verkopen van je eigen ideologie: jij spreekt gewoon de waarheid, maar je wordt niet gehoord.
De uithaal van Bart De Wever naar de culturele elite past daar natuurlijk ook in: door zijn tegenstanders weg te zetten als kleinburgerlijke eenheidsdenkers die hém proberen te framen als bekrompen kerktoren-Vlaming, draait hij het frame om: plots is het de culturele sector die bekrompen is. De vraag die ik me dan stel is: waarom laat de sector dat zo makkelijk toe? Waarom speelt hij zo dankbaar de karikatuur? Waarom krijgt hij zijn frame niet verkocht?
Omdat hij er onvoldoende over nadenkt?
Men speelt de rol 'kunstenaar voert politieke actie' volgens een sjabloon van twintig, dertig, veertig jaar geleden. En men verstaat niet waarom het niet meer werkt.