'Waarom vraagt u van uw lezers dat ze beschaafd en respectvol debatteren, als zoveel BV's die ongehinderd een platform krijgen in uw krant, dat niet doen?'
Die zat. Enkele dagen eerder had ik, op de blog van de ombudsman, benadrukt dat ik er voortaan zelf op zou toezien dat de regels voor het online debat correct zouden worden toegepast: geen commentaren naast de kwestie meer, geen sneren en gehoon, anders loopt het toch maar in het honderd. Waarop een aantal pientere lezers me de lastige vraag voor de voeten wierpen: waarom mag Daan dan, op vraag van de krant bovendien, een lied publiceren dat start met 'goeiemorgen imbecielen' en verder gaat met: 'Met je kutgevoel voor humor / Je zelfverzonnen tumor'? Stel dat 'Landmijn' een reactie was geweest op het forum: zou het er dan zijn afgezwierd?
Een en ander deed me denken aan de discussie over de achthonderd 'haatmails' die Bart Peeters zou hebben ontvangen, nadat hij in een radio-interview afkeurend (maar niet beledigend) had gesproken over Bart De Wever. (Heeft er iemand overigens dat cijfer gecheckt? Met name of het alle achthonderd haatmails waren?) Peter De Roover, geregeld op opinie in deze krant maar aan het woord in De Morgen, schreef daarover: 'Vele forumdeelnemers worden geconfronteerd met BV's die hun standpunten op ruime schaal kunnen verspreiden, terwijl voor weerwoord dikwijls weinig plaats wordt gemaakt. Dat leidt tot woede en soms tot scheldproza als uiting van machteloze frustratie… Als ons maatschappelijk debat voldoende ruim kon gevoerd worden, met woord en weerwoord, dan groeide er mogelijk wat minder frustratie bij de havenots, die hun mening te weinig aan bod zien komen.'
Dat gaat naar het hart van wat een krant doet. Die is bij uitstek een plaats waar 'het maatschappelijke debat' gevoerd wordt. Ze doet dat via wat je, mutatis mutandis naar analogie van de politiek, 'representatieve democratie' kan noemen: door de krant geselecteerde opinieschrijvers verdedigen elk een andere mening, opdat de verschillende opvattingen die leven in een samenleving aan bod komen.
Het is dat representatieve dat, sinds het internet twee-punt-nul geworden is, onder vuur ligt. Om Peter De Roover opnieuw te citeren: 'Vroeger vulden de "rotzak"-verwijten de huiskamers en gelagzalen. Ze bereikten de ivoren torens van de opiniehebbers zelden. Die bewogen zich in hun afgeschermde milieu waar vooral applaus van gelijkgezinden weerklonk.' Met andere woorden: de opinieschrijvers vertegenwoordigen het volk niet, zij vormen een van het plebs afgeschermde 'elite' in een 'ivoren toren', en daarom moet de representatieve opinievorming op zijn minst aangevuld worden door een directe variant ervan: een vrijplaats op de site van de krant waar iedereen moet kunnen schrijven wat hij wil. Als de zeden er wat ruwer zijn, so be it. De Roover: 'De verbreding van het debat heeft een prijs.'
Voor alle duidelijkheid: de bezorgdheid of alle meningen die leven in een samenleving wel ruimte krijgen in de krant, is niet beperkt tot flaminganten. Ik krijg ook vaak de tegenovergestelde klacht: dat de N-VA en haar voorzitter veel te dikwijls in de krant staan, en dat de mening van andersdenkenden niet aan bod komt.
Eerlijk gezegd denk ik dat de beide stemmen ongelijk hebben. Precies omdat de N-VA zo'n heftige gevoelens losmaakt, en zo vaak in het nieuws geweest is, en al zo lang bovendien, kan je niet zeggen dat er een gebrek geweest is aan voor- of tegenstanders om hun visie uit te dragen. Het is waar dat een grote groep kunstenaars zich negatief heeft uitgelaten over de partij, en het is ook waar dat er onder de columnisten een zekere oververtegenwoordiging is van niet-flaminganten – ook al schrijven die niet altijd over politiek. Daar staat tegenover dat de krant uitgebreid aandacht heeft besteed aan die kunstenaars die wél positief tegenover De Wever staan (Jan Verheyen, Jean-Pierre Rondas, Dirk Van Bastelaere, Koen en Peter De Graeve…), dat ze met Bart De Wever een wel zéér geprofileerde Vlaams-nationalistische columnist in huis heeft, dat ook Bart Maddens en Peter De Roover zeer regelmatig opinies leveren en niet te vergeten: dat De Wever en de N-VA bijzonder vaak, een tijdlang zelfs dagelijks, prominent op de gewone nieuwspagina's hun visie op de zaken hebben kunnen uitdragen. Dat was ook logisch: ze was nu eenmaal de grootste partij. Maar de perceptie 'Bart Peeters mag wél zijn zeg doen, maar Bart De Wever niet', komt niet overeen met de werkelijkheid. De omgekeerde perceptie evenmin.
Daarmee heb ik de vraag van de lezer aan het begin van dit stuk nog niet beantwoord: mogen BV's dan wél beledigen? Nee. Alleen werkt er daar een andere krantenregel: een bekend iemand die iets opmerkelijks doet – zoals het beledigen van de populairste politicus – is nieuws. Zijn of haar mening komt dus niet in de krant omdat ze als mening waardevol is, maar omdat ze nieuwswaarde heeft.
Al met al kan ik een boel onderwerpen bedenken waarover het maatschappelijk debat niet voldoende ruim kon gevoerd worden, wat dan tot frustratie had kunnen leiden bij hen die hun mening te weinig aan bod zien komen.
Alleen krijg ik over díe onderwerpen zelden post.