Afscheid van de journalistiek

Mag ik eens schaamteloos iets over mezelf vertellen? Dit is een bijzondere week voor mij. Na bijna vijf jaar neem ik afscheid van de journalistiek.

Ik ga weg met prachtige herinneringen. Bijvoorbeeld aan die keer dat ik, verkleed als kerstman, begin oktober ging testen of het waar was dat kerstmannen aangevallen werden. (Het was waar.) Of ik denk aan mijn zoektocht naar de grootste kerstbal van Vlaanderen (zo dik als een strandbal!), mijn leven-als-het-is op een camping waar het elke dag regende en niemand kampeerde behalve ik, en niet te vergeten, mijn grootste primeur: de lama die met álle dieren paarde, behalve met lama's. De wereldpers heeft dat verhaal gehaald!

Waarom ga ik dan weg? Om dezelfde reden als al die andere jonge journalisten weggaan, zeker? Is vijf jaar niet de gemiddelde duur van een loopbaan? Of was het tien? In ieder geval: het is met stip het beroep dat de meeste jonge mensen aantrekt en de meeste vroegtijdig ook weer uitspuwt.

Dat heeft met veel zaken te maken, onder meer met de soms slechte verloning en de onregelmatige uren en het bedenkelijke statuut waarin veel journalisten werken. Maar dat zijn niet mijn redenen. Het heeft ook te maken met het feit dat veel journalisten toeristen zijn, mensen die wel eens iets in de media willen doen, en na een paar jaar weer wat anders. Dat lijkt al meer op mij. Maar het heeft ook te maken met de inhoud van de job.

Misschien is het maar een indruk, maar al na twee jaar dacht ik: er gebeurt nooit iets. Patrick Janssens leidt zijn eerste gemeenteraad, hoezo, nu pas? Heb ik dat al geen vijf keer geschreven? O nee, ik heb vijf keer geschreven dat hij dat ging doen, juist ja. Seks in een biechtstoel, mijn tante deed dat al! En hoe vaak zou die Rudi Vranckx al niet dezelfde stand-up gedaan hebben, daar in dat Midden-Oosten? Zou hij niet soms, stiekem, letterlijk hetzelfde vertellen als een jaar voordien? En dan lachen: onnozele Martine, dat ze dat niet hoort! Journalistiek, zo leerde ik, is het eindeloos herschrijven van hetzelfde artikel, om een iets andere aanleiding.

Nu, routine, dat is onvermijdelijk, dat weet ik wel. Maar dan zwijg ik over het echte bandwerk, dat de bulk uitmaakt van alle kranten. Artikels die je zo uit je mouw schudt en waar niemand op zit te wachten. Perfect voorspelbaar vanaf de eerste letter. Zal ik u een interview schrijven met Madonna? Over haar kinderboek, haar zwangerschap, de kus met Britney? Binnen het uur hebt u het. Ik hoef haar niet eens te spreken. Er zijn maar zoveel vragen, en zoveel mogelijke antwoorden, en die zijn allemaal bekend. Hetzelfde geldt voor culinaire bijlagen, culturele debatten, sportverslagen… Als Kim Clijsters een goede eerste set speelt, maar een mindere tweede, dan vraag je ,,Kim, de eerste set speelde je goed, maar de tweede minder?'' En dan zegt Kim ,,Ja inderdaad, de eerste set was ik goed bezig maar in de tweede een beetje minder.'' Moeilijk is het niet, journalist zijn. Sport is sport is sport. Moord is moord is moord. Politiek is politiek is politiek.

Er zijn ook — vaker dan u zou denken — artikels die telkens opnieuw verschijnen. Letterlijk. In dezelfde krant, soms zelfs geschreven door dezelfde journalist. Echt waar. Dat gaat dan zo. Het Laatste Nieuws schrijft iets, Het Nieuwsblad schrijft het over, Het Belang van Limburg volgt. De Morgen besluit om het onderwerp twee maanden op te sparen, kwestie van niet klakkeloos te kopiëren. Na die tijd zegt Het Belang van Limburg, waar toevallig een andere chef de dagdienst heeft: ,,Tjemie, nieuws in De Morgen!'' En ze maken hetzelfde stuk dat ze twee maanden tevoren al schreven! Het Nieuwsblad volgt, Het Laatste Nieuws volgt… Dat kan soms jaren zo doorgaan. Dat de Zoo gaat uitbreiden, dat heb ik al zeker drie keer geschreven, en collega's van Het Nieuwsblad en Gazet van Antwerpen al tien keer voor mij. Gisteren stond dat weer in een krant! En niemand herinnert zich dat nog! Maar de andere kranten hebben het. Onze lezers zijn dat toch vergeten. En dat is waar. Lezers vergeten, net als journalisten. Of het maakt hen niet uit.

De meeste redacties zijn zich bewust van het gevaar van herhaling. Ze vinden nieuwe formats, bedenken invalshoeken, spelen met lay-out en bijlagen. Maar dat doet niets af aan het essentiële probleem: er is veel minder nieuws dan de media ons willen doen geloven. Er zijn te veel kranten en tijdschriften, ze zijn te dik, ze willen te veel tegelijk zijn. Er is in Vlaanderen, denk ik, plaats voor twee kranten, een voor het brede publiek en een voor hooggeschoolden. Laat beide een goed digitaal archief hebben, zodat ze daarnaar kunnen verwijzen, in plaats van zichzelf te herhalen. Detiège neemt ontslag, zie interview met Detiège van drie maanden geleden, ze zegt toch altijd hetzelfde. Seks in een biechtstoel, zie ons nummer van 1975. Hoe groter dat archief wordt, hoe kleiner de kranten. Tot enkel het waarachtige nieuws overblijft. Op drie bladzijden moet dat kunnen.

Er is een blad dat in die richting gaat. Het wordt gratis uitgedeeld op de trein. Alle echte journalisten misprijzen het, maar kijken met lede ogen naar het succes. Het is een kwestie van jaren, voor de barokke recyclage-journalistiek van nu heeft plaatsgemaakt voor de Metro- aanpak. We zitten op een hoogtepunt dat zijn hoogtepunt al voorbij is. Vanaf nu kan het nog enkel soberder, korter, meer to the point. Ik denk niet dat ik dan weer echt voor een krant zal werken, maar misschien zal ik ze opnieuw graag lezen. Dat zou al heel wat zijn.