Zouden er eigenlijk arme mensen zijn die geen school gevonden hebben? Of hebben die allemaal voorrang gekregen? Het moet zijn, want ik heb ze nergens horen klagen en het Journaal meldde ons vorige zaterdag al: "Krijgen voorrang bij de aanmelding: kinderen die thuis geen Nederlands praten, of waarvan de moeder geen middelbaar onderwijs heeft gevolgd." Waarna de camera inzoemde op kleine Ella, die geen schooltje vond – gestraft omdat haar moeder diploma's heeft.
De Morgen schreef diezelfde dag: "Sommige scholen die in buurten met veel allochtonen liggen, dreigen door bepaalde voorrangsregels van een gezonde culturele mix te evolueren naar een concentratieschool." Waarna een van de gedupeerde ouders het scherp mocht stellen: "Vlaamse tweeverdieners komen in Antwerpen op de allerlaatste plaats." In het Vlaams parlement trachtten Vlaams Belang en LDD ook al de schuld af te wentelen op de kinderen die het geluk hadden in een kansarm gezin geboren te zijn: "Dit is niet eigen volk eerst, maar eigen volk laatst!" Maar meer nog dan hun voorspelbare gedram over "anti-Vlaams racisme", meer nog dan de eenmalige, verrassende sympathie van Filip Dewinter voor hoogopgeleide ouders in de grootstad, meer nog dan de occasionele zure oprisping van een gefrustreerde ouder sprak de berichtgeving in haar geheel boekdelen. Ondanks een volle week van interviews, reportages, opiniestukken en lezersbrieven, en ongeacht of je nu De Standaard las of Het Laatste Nieuws, donderdag naar Koppen keek of een week eerder naar Het Nieuws: nergens kwam er een moeder aan het woord die geen Nederlands sprak, een andere huidskleur had of er simpelweg uitzag alsof ze niét haar brood verdiende als grafisch ontwerpster. Verborgen boodschap: die zijn onder dak. Zelfs zonder het te zeggen zeiden onze media het dus toch: wij, de blanke middenklasse, wij worden gediscrimineerd.
Terwijl dat, met permissie gezegd, stierenkak is. Uiteindelijk was Koppen het enige programma dat ons correct informeerde: "Dat kansarmen en anderstaligen voorrang krijgen in de scholen, klopt niet helemaal. Maar elf van de honderdzeventig kleuterscholen doen dat effectief, dus dat is verwaarloosbaar." En zo is het maar net: slechts elf Antwerpse scholen houden plaats vrij voor kansarmen. Dat is, hoeveel? Vijf procent? Terwijl er tweeëntwintig, het dubbele, voorrang geven aan kansrìjke kinderen. Wij tweeverdieners hoeven ons dus geen zorgen te maken: we hebben nog altijd ons rechtmatige voetje voor.
Het is hoe het gaat, zeker? Blanke middenklassers vinden makkelijker hun weg naar de media. Alle vorige jaren stonden ze ook al in de krant, omdat ze zaten te kamperen voor de scholen en te klagen dat dat toch geen manier van doen was, ook al was het gezellig. Toen was dàt het schandaal, en de ouders die toen uit de boot vielen, die hun kind een week later kwamen inschrijven of pas op de eerste schooldag en dan net zo goed te horen kregen: "sorry, geen plaats", die hoorde je ook niet. Wie sprak er toen van een capaciteitsprobleem? Net zo zijn er vandaag talloze allochtone ouders die geen school voor hun kind gevonden hebben, maar omdat zij geen lezersbrieven schrijven of facebookgroepen oprichten, krijgen ze toch de schuld.
Kun je dat verwijten aan de Jeffen, de Kaatjes en de Annen, die al een week mijn krant bemannen? Allicht niet. En toch is er iets aan die ouders, mijn soort ouders, dat me tegen de borst stoot. Niet zozeer die ene opmerking over Vlamingen die altijd laatst komen – misschien moet die man gewoon eens een weekje ruilen met een kansarm gezin. Ook niet de snelheid waarmee ze ermee dreigen weer uit de stad te verhuizen. Nee: het gemak waarmee zovelen, bijna allemaal, verzuchten: "Ik was liever gaan kamperen." Terwijl ze weten dat dat er alleen voor zorgde dat àndere ouders uit de boot vielen. Ouders die minder van zich lieten horen, en dus genegeerd werden. Maar die goed onderwijs misschien nog méér nodig hebben dan wij.
En toch stellen die boze ouders, die naar eigen zeggen bewust in de volkswijken zijn komen wonen, het voor als een rechtvaardiger systeem, omdat het hun eigen klasse bevoordeelde. Omdat ze daar hun sociologisch overwicht konden uitspelen. Omdat het hen toeliet altijd en overal vooraan in de rij te staan.
En dat is iets wat ik moeilijk kan begrijpen. Iets dat me, ja, wat ongemakkelijk maakt.