Cherokering

Heb ik eens een auto, dan pakt Kris Peeters hem weer af. Omdat hij van voor 1996 is – van làng ervoor; auto's van 1996 zijn broekjes vergeleken bij de mijne – en te veel CO2 uitstoot. Tijd voor zo'n Grand Cherokee, zegt mijn nieuwe minister-president. 'In Vlaanderen rijden 360.000 auto's van voor 1996 rond. De klimaatconferentie moet zich buigen over de vraag of en hoe we die versneld uit de markt krijgen. Ik wil daar zeker in investeren.'

Alweer een symbool dat sneuvelt. Een oude auto was altijd sympathiek. Een nieuwe kopen, dat deed je niet. In de eerste plaats omdat die bespottelijk duur is: zelfs voor de kleinste modellen betaal je een prijs waarvoor je enkele kamers in een oude woning kunt renoveren, een regenput bouwen, zonnepanelen plaatsen, en nog een honderdtal boeken kopen voor de bibliotheek op zolder. Prioriteiten boven alles. In de tweede plaats omdat nieuwe wagens almaar lelijker worden. Groter. Agressiever. Kijk eens wat er deze dagen over onze wegen tsjolt. Jeeps die hoger zijn dan een paard. Rijdende bunkers, met een overdaad aan ironie Sports Utility Vehicle genoemd, alsof er iets sportiefs is aan die gepantserde praalwagens. Halve tanks, met een koffer waarin een doodskist past, zodat je de overreden fietsers meteen zelf naar het kerkhof kunt voeren. Handig. Wie wil daarin gezien worden?

Sinds ik zelf een auto heb, word ik steeds somberder over de Vlaamse weggebruiker. Al die pechstrookrijders en gehandicaptenplaatsparkeerders, die het vertikken hun pinkers te gebruiken als ze van rijstrook veranderen en volle kruispunten toch nog oprijden, waardoor iedereen klem zit. Al die eikels die tegen mijn bumper komen hangen, rechts inhalen, hun raampje opendraaien en “vuile lul!, schreeuwen (de banaliteit), omdat mijn auto iets trager optrekt. Die mensen rijden nooit in een wagen van voor 1996. Die rijden in gloednieuwe, veel te dure, veel te grote cabrio's of hummers, een aanfluiting van onze beschaving. (Waarmee zou Kris Peeters zelf rijden? Zeg maar niets, ik zou zijn gezag nooit meer aanvaarden.) En nu zouden zij applaus krijgen? Omdat ze milieuvriendelijk zijn? Ironie kent vele gezichten.

Laat mij onze toekomstige minister-president iets vertellen over mensen met een oude auto. Dat zijn leuke types. Aardig tegen kinderen. Behulpzaam met invaliden. Lid van een vereniging. Ze hebben lang geen auto gehad. Nu hebben er één omdat het niet anders kan: kinderen, het werk. Maar nog altijd beperken ze het gebruik: ze nemen liever de fiets of het openbaar vervoer. En dus kiezen ze voor een oude wagen. Waarom 15.000 euro of meer uitgeven aan iets waar je maar een paar keer per week mee rijdt? Misschien stoot zo'n wagen veel CO2 en fijn stof uit. Allicht verbruikt hij meer. Maar omdat hij minder op de baan is, wordt dat gecompenseerd.

Het zijn ook spaarzame mensen. Spaarzaamheid, een bescheiden verzet tegen de geef-maar-uit-cultuur die dingen almaar sneller laat stukgaan en reparaties haast even duur maakt als een nieuwe aankoop, is een waarde die ons vroeger werd aangeleerd. Waarom zou ik een nieuwe auto kopen als de mijne nog rijdt? Zeventien jaar is hij nu, en van de eerste keer door de controle. Al die jaren is er goed voor gezorgd door mijn moeder; nu zal ik ermee rijden tot hij de geest geeft. Waarom zou ik me laten opjutten door de automobielindustrie, nu gesteund door de regering, om te vervangen wat nog niet versleten is? Binnen vijf jaar zijn er allicht nòg minder vervuilende auto's, waarmee we alweer nul komma drie procent dichter bij de Kyoto-norm zullen zitten. Gaan we dan alle auto's die vandaag verkocht zijn, van de baan halen? Een auto wordt dan iets als een computer of een iPod: totaal verouderd na drie jaar, en je bent een ouderwetse gierigaard als je niet met dat tempo mee wil.

Misschien ligt het probleem niet bij de ouderdom van de wagen. Kris Peeters nog eens: 'Uit onderzoek blijkt dat er een verband is tussen oude wagens en een tweede wagen in een gezin.' Aha! Kijk. Misschien moet de minister die gezinnen aanporren om geen twee wagens te bezitten. Mijn ouders zijn ook allebei gaan werken met één auto. En als zo'n gezin er dan toch een moet wegdoen, waarom dan niet de nieuwe Toyota Land Cruiser, de Porsche Cayenne of de gruwelijke BMW X5? (Je kunt die recycleren tot testosterontablettenverpakkingsmetaal, naar het schijnt.) Met hun oude wagen zullen ze minder snel rijden. Ze zullen er ook minder vaak mee rijden: er is geen noodzaak meer om hem aan de ganse wereld te laten zien. Ze zullen vaker fietsen, in plaats van te sporten in hun truck. Dat zorgt voor minder hartklachten, lagere ziekenhuisfacturen, meer geld om te investeren in het milieu. De ozonlaag sluit zich spontaan. Een nieuwe wereld dient zich aan.