Vierendertig is hij, die Ramzan Kadyrov. Het zijn van die weetjes waardoor ik me intens voel tekortschieten. Eén jaar jonger dan ik, en al militieleider geweest, folteraar, wreker van zijn vader, nu president van Tsjetsjenië en eigenaar van een voetbalclub die Ruud Gullit als trainer gestrikt heeft. Ruud Gullit! De enige Rode Duivel die ik ooit bij naam gekend heb! Man toch, hoe die 'Goooooooooal!' op televisie kon roepen – ah, in de woeste fleur van mijn vaders jonge leven, vanop afstand door mij geobserveerd.
Maar het is dus Dagestan geworden voor Boussoufa. Kadyrov mag weer naar hartenlust voort mensenrechten schenden, ons kan het niet meer schelen. Niet dat het in Dagestan zo goed gaat, op de site van Human Rights Watch kun je lezen over politiegeweld en foltering, maar laten we daar niet over zeuren. Niemand kent Dagestan, dus behoudt Boussoufa zijn status van rolmodel. Tot vorige week wist ik niet dat hij die had, maar ik had het kunnen veronderstellen. Voetballers zijn als prinsessen: zolang het tegendeel niet bewezen wordt hebben ze een hart voor het milieu, dieren en kinderen met kanker, en dan wordt het tegendeel bewezen.
Een en ander doet denken aan het gekronkel van al die wereldsterren die ooit hebben opgetreden voor Kadhafi en zijn zotte zonen, van wie de zotheid bewezen wordt door het feit dat ze een miljoen dollar veil hadden om Mariah Carey vier liedjes te laten zingen. Twee dollar per noot is dat. Nu geeft Beyoncé haar miljoen aan een heropbouwfonds in Haïti, 50 Cent doneert aan Unicef, terwijl Usher zoals altijd de verstandigste is: hij spreidt zijn vermogen over 'diverse humanitaire doelen'.
Zeg ervan wat je wil, maar ik vind het unfair. Natuurlijk is het onkies om geld te accepteren van Kadhafi, maar het is ook niet dat ze hem geholpen hebben om zijn onderdanen te onderdrukken. Ze hebben geen foltertechnieken aangeleerd aan de geheime politie, ze hebben geen wapens geleverd, ze hebben zelfs geen propaganda gevoerd voor het regime. Ze hebben de dictator en zijn gasten simpelweg geamuseerd. Het is een merkwaardige ethische omkering: de mensen die het minst invloed gehad hebben, krijgen het felst de rekening gepresenteerd. Ik heb alvast nog niemand horen pleiten om de Europese bedrijven die zaken deden in Libië, FN ik zeg maar wat, de winst die ze daar gemaakt hebben te laten wegschenken.
Het zegt iets over hoe wij omgaan met ethiek. We hebben die uitbesteed. Iedereen accepteert dat in de wereld die er écht toe doet, die van politiek en economie, ethische overwegingen ondergeschikt zijn aan andere. En zelfs in ons eigen leven vinden we ze eerder hinderlijk – let op uw reactie wanneer ik nu iets zou zeggen over de vis die u koopt en waarvan u niet nagekeken heeft of die aan het uitsterven is, over de vliegvakantie die u boekt en die het klimaat naar de vaantjes helpt, over uw kinderen die bijdragen aan de overbevolking en over die eeuwige auto, onze hoofddoek van gewapend staal, symbool van vrijheid en zelfgekozen onderdrukking, waar we ons vol bittere woede rond verenigen als men hem bekritiseert.
Eigenlijk heeft iedereen een hekel aan ethiek. Die is nuttig om anderen mee om de oren te slaan, maar niet iets voor het echte leven van de gewone hardwerkende man die we zelf zijn. Dus rekenen we op een aparte klasse, die geen echt leven leidt, om de illusie hoog te houden. Vroeger waren dat geestelijken, vandaag bekendheden uit sport en media. Ze spelen die rol graag, ze gebruiken hem om hun populariteit groter te maken, maar is het fair om het hen te verwijten als ze in de fout gaan? Zijn ze niet zoals wij allen: de ene dag nobel, de volgende profiteur?
Want uiteindelijk weet iedere katholiek: niets zo heerlijk als de zonde. Je wéét dat je op de herkomst van die vis zou moeten letten, en toch: yeah, fuck it! Zou zo'n Boussoufa er niet naar uitkijken: eindeloos geld scheppen waarvan je de herkomst niet wil kennen, overal per vliegtuig heen gaan, rondstuiven in een zwarte SUV in een land waar mannen nog wapens dragen, een land met échte leiders, die zich geen bal aantrekken van dat suffe gezeik der moraalridders? Vrijheid, succes, rebellie! Zijn dat ook geen idealen die beroemdheden ons verkopen?