De crisis van het nationalisme

Bij de start van de Oekraïense oorlog zat Vlaams Belang in het verdomhoekje. Verscheidene partijleden hadden de ­afgelopen jaren hun bewondering voor ­Vladimir Poetin niet onder stoelen of banken gestoken, en de traditionele weerstand tegen vluchtelingen maakte het moeilijk navigeren op de golf van solidariteit die het land overspoelde.

 

Ondertussen lijken de nationalisten hun koers gevonden te hebben. Door de Oekraïners te betitelen als ‘echte vluchtelingen’ kunnen ze stemming blijven maken tegen asielzoekers uit andere landen. Als er geen Afghanen of Ira­kezen in de opvangcentra zaten, dan zou er plaats zijn geweest voor de ­Oekraïners. De aanvallen tegen ‘makke Mahdi’ en ‘asielmisbruikers’ waren ­deze week opmerkelijk heftig. Alsof de partij in het vurige medeleven van de Vlaming een buitenkans zag om de vlammen van de afkeer mee te voeden.

 

Tegelijk heeft radicaal-rechts deze oorlog ingepast in zijn grote verhaal over de geschiedenis. Dat de Oekraïners werden aangevallen omdat ze zich aangetrokken voelen door het vrije, liberale Westen, dat klopt niet, betoogde Europees Parlementslid Tom Vanden­driessche op Palnws, een nationalis­tische site. Van die ‘fameuze westerse waarden’ moeten de Oekraïeners immers niet veel weten. ‘Ze vechten voor hun gezin, hun familie, hun natie. Ze vechten voor hun identiteit en soevereiniteit, voor hun wil om als volk hun eigen toekomst te kunnen bepalen.’ Deze oorlog toont dus niet de triomf van het ­liberalisme, maar de implosie ervan. Hij toont niet het failliet van het nationalisme, maar de renaissance ervan. Oekraïeners zijn niet alleen ‘echte vluchtelingen’, maar ook ‘echte nationalisten’.

 

Einde van de geschiedenis

 

Er valt op die analyse wel wat af te dingen. Zeker, deze oorlog is een zoveelste klap voor wie ooit geloofde in het ‘einde van de geschiedenis’, de niet gecontesteerde hegemonie van de liberale ­wereldorde, die na de val van de Muur werd aangekondigd. Als Milosevic of Bin Laden ons al niet van die illusie hadden afgeholpen, dan doet Poetin dat nu wel. Geschiedenis, grenzen en identiteit blijven even krachtig als voorheen. En aldoor stonden er nationalisten aan de zijlijn te grijnzen, met een bordje waarop stond: ‘Hate to say I told you so.’

 

Toch dwingt deze oorlog ook het ­nationalisme tot een zelfbevraging. Om te beginnen, evident, omdat Poetin ook een nationalist is. Vandendriessche veegt dat onder de mat door hem een ‘imperialist’ te noemen en te doen alsof dat iets totaal anders is, maar dat is ­onzin. In zijn rechtvaardiging van de oorlog beroept Poetin zich op argumenten die regelrecht uit de nationalistische traditie komen: de Oekraïeners zijn geen aparte natie, ze maken deel uit van het Russische volk, dat kun je zien omdat we een lange geschiedenis delen.

 

In liberale, kosmopolitische kringen wordt vaak gezegd dat nationalisme uiteindelijk altijd tot oorlog leidt. Nationalisten worden kwaad van die veralgemening – ze voeren aan dat dat niet altijd zo hoeft te zijn. En dat klopt, het hoeft niet altijd. Maar in dit geval is het wel zo. En het gaat niet op om je dan snel-snel aan de kant van het ‘goede’ nationalisme te scharen, en de donkere kanten van je traditie te negeren.

 

Totalitair

 

Maar dat is niet de enige reden waarom deze oorlog een crisismoment betekent voor het Europese nationalisme. Als de Oekraïeners de ‘goede’ nationalisten zijn, dan is het nuttig te beseffen dat hun nationalisme in de verste verte niet lijkt op de versie die in de West-Euro­pese landen gegroeid is.

 

Het nationale samenhorigheids­gevoel van de Oekraïners is gevormd onder druk van een militaire aanval, door een gedeeld verzet tegen een buitenlandse agressor. Zo’n oorlog van staat tegen staat hebben we in Europa allang niet meer gezien. Als onze nationalisten dus op zoek moeten naar een bedreiging voor onze identiteit, dan vinden ze die niet buiten de natie, maar­ ­erbinnenin – bij een kosmopolitische, liberale ‘elite’. Dat verandert de aard van het nationale gevoel totaal. Die elite ­behoort immers tot de eigen gemeenschap. De kloof loopt niet meer tussen de volkeren, maar er dwars doorheen. Het nationalisme houdt dan op met de hele natie te willen verenigen – het wordt een interne verzetsbeweging.

 

Je moet er eens op letten hoe vaak ­nationalisten woorden als ‘dictatuur’, ‘tirannie’ of ‘censuur’ in de mond ­nemen, om daarmee hun eigen, vrije land te beschrijven. Op Doorbraak staat deze week een column van Johan Sanctorum, die begint met de woorden: ‘In Rusland heerst de dictatuur van één man, bij ons deze van de politieke correctheid.’ Het boek van de week, dat door Frans Crols met een laaiende ­recensie wordt aangeprezen, heet De psychologie van het totalitarisme. Ook dat gaat niet over Rusland, maar over ons, Vlamingen. Wim Van Rooy is dan weer razend enthousiast over een boek dat ons waarschuwt voor woke activisten. ‘De tirannie van de schuld,’ is de ­titel.

 

Roetpiet

 

Dat is wat er gebeurt als nationalisme een tegenbeweging wordt. Het kan niet meer trots zijn op de eigen cultuur, want die is in handen van de gehate elite. Dus voelt het zich aldoor bedreigd door ­zaken die geen bedreiging hoeven te zijn. Door de eigen vrouwen, als die seksueel grensoverschrijdend gedrag aan de kaak stellen. Door de eigen kinderen, als die een doortastend klimaatbeleid ­eisen. Door de eigen buren van Afrikaanse afkomst, als die een paar standbeelden uit het straatbeeld willen. Door de eigen pers. Door de eigen kunstenaars.

 

En dan ziet die beweging een volk dat écht bedreigd wordt, en dat daar dapper weerstand tegen biedt, en dat daar een inspirerend gevoel van verbondenheid aan overhoudt – en ze zucht: ‘Zie, dat zijn nu eens nationalisten. Dat is wie wij ook zijn.’

 

Terwijl het niet Anuna De Wever is die Marioepol in de as gelegd heeft. En terwijl de Donbas zich niet afscheurt, omdat het Covid Safe Ticket aan de ­inwoners werd opgelegd. De Oekraïners worden niet uitgemoord omdat ze de genderneutrale voornaamwoorden niet onder de knie krijgen. Zelenski vroeg de Amerikanen niet om luchtsteun tegen de dekolonisering van de universiteit. En Poetin heeft geen regiment roetpieten de grens over gestuurd, om daarmee de Oekraïense cultuur een fatale slag toe te brengen.

 

Kunnen we het daarover eens zijn?

 

Verschenen in De Standaard van 19 maart 2022