"Vorige maand al problemen met Russen", kopte Het Laatste Nieuws, de eerste dag van de berichtgeving over de steekpartij in Gent. Meteen markeerde de krant haar positie in de strijd om de nationaliteit van de daders. Het conflict is simpel: volgens de enen werd Simon Wijffels neergestoken door Russen, volgens de anderen door Oekraïners. De kloof valt ruwweg samen met die tussen de mediagroepen. De kranten van De Persgroep, gevolgd door VTM, noemen Levi en Michael "van Russische afkomst". De Concentra- en Corelio-titels, samen met de VRT, situeren de familie in het land van Ruslana en Tsjernobyl. Heel af en toe lees je dat de jongens eigenlijk de Israelische nationaliteit hebben. Dat ze joods zijn, wat min of meer vanzelf spreekt gezien Israel en hun voornamen, krijgt bijna niemand over de lippen.
Niet dat dat moet, maar geef toe dat het vreemd is. De tweede dag al werd er opgeroepen om "zonder taboes" te analyseren welke factoren aan de basis liggen van dit soort misdaden, inclusief de cultuur van de daders. Mij best, maar als ik niet weet uit welk land ze komen, over welke cultuur hebben we het dan? Wie geen verschil ziet tussen Oekraïners en Russen, die vraagt best aan Joesjtsjenko waar zijn gladde huid gebleven is. En als dan toch alle taboes moeten sneuvelen, waarom doet men dan zo hush-hush over het feit dat Levi en Michael joods zijn? Omdat een Rus die pest en dreigt en steekt zoveel natuurlijker lijkt? Ik ken er die hier een bevestiging in zullen zien dat Vlamingen hun taboes net heel zorgvuldig in stand houden.
Vijf dagen nu word ik overstelpt met allerlei getuigenissen, en nog steeds weet ik niets meer dan het absolute minimum. Zelfs over de meest banale feiten is er onduidelijkheid. Dat er nog altijd drie mogelijke nationaliteiten circuleren, terwijl dat toch snel te verifiëren valt, maakt mij wantrouwig tegenover het geheel van de berichtgeving. Er is zelfs tegenspraak over wie van de jongens de oudste is. Het VTM-nieuws van donderdag: "De Russische jongen van zestien, Levi, en zijn broer van vijftien, Michael, zouden Simon al een tijdje geviseerd hebben." Gazet van Antwerpen van vrijdag: "Mikaël C., de oudste van de twee broers, heeft bekend." (Hoezo, Mikaël C? Elders is hij Michael G! Loopt er daar een heel alfabet van messentrekkers rond?)
Na een tijdje werd het haast geestig. De eerste drie dagen blonken uit in slordige, onduidelijke berichtgeving. En toen niemand nog wist hoe de vork in de steel zat, berichtten onze media over het feit dat niemand nog wist hoe het nu zat, met die vork en die steel. Stef Wauters in het VTM-journaal: "Ja, Nathalie in Gent, hoe zit het nu eigenlijk met die twee jongens? Gisteren horen we buren zeggen dat het brave, beleefde kinderen waren, gedisciplineerd. Nu horen we mensen zeggen dat het boefjes waren. Wat is er van?"
Aha, er is hoop: de hoofdredacteur van een nationale nieuwsdienst ontdekt de onbetrouwbaarheid van geruchten. Eerst ons eronder bedelven, dan klagen dat er zoveel de ronde doen. Tel ze maar op, de tegenstrijdige verklaringen. De boksleraar en de onderbuurvrouw van de familie G. kwamen vertellen dat het om bijzonder beleefde, gedisciplineerde mensen ging. Enkele medeleerlingen beaamden dat: nooit problemen met Levi en Michael. Het Laatste Nieuws beweerde nochtans, op gezag van anonieme bronnen in de school, dat er een tuchtdossier tegen hen bestond. Diezelfde dag schreef De Morgen, ook op basis van bronnen in de school, het tegenovergestelde: "Noch het slachtoffer noch de daders hadden een ‘speciaal dossier' liggen bij het CLB." De volgende dag schreef dezelfde krant dat de school vorig jaar overwogen had om de G's uit te sluiten. Morgen wordt dat vast ontkend.
Waarom is het zo'n soep? Mijn gokje. Misdaadverslaggeving, zoals alle journalistiek, is aan formats gebonden. In dit soort gevallen kun je ofwel gaan voor de stille dader, die plots door het lint gaat. Kies je voor dat cliché, dan laat je zoveel mogelijk getuigen aan het woord die dàt nooit van hem verwacht hadden, ze kunnen het eigenlijk niet geloven, allez zeg, Levi toch niet? Je kunt ook kiezen voor de boze, agressieve dader, van wie iedereen wist dat hij ooit iets ergs zou doen, en toch greep niemand in. Deze week zijn beide clichés door elkaar gebruikt, met verwarring tot gevolg. En nu ze verstrikt geraakt zijn in hun eigen tegenstrijdigheden, vragen onze media: "Kan er iemand ons eindelijk eens de waarheid vertellen? Ja, jij daar, Nathalie, in Gent."
Die steekpartij van deze week is meer dan een faits divers. Het is het soort misdaad waarmee een cultuur wordt verklaard. Sensationeel en relevant tegelijk, is het een droomonderwerp voor journalisten. Maar net daarom mag je toch verlangen dat die omzichtig, nauwkeurig en gedetailleerd te werk gaan? Hoe kun je van een samenleving verwachten dat ze haar lessen trekt uit een dermate tragische gebeurtenis, als alles wat er tot nu over gezegd werd, mogelijk verzonnen is?