Het gevecht om de ziel van Europa

Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden, maar bij de aanstelling van de Com­missie-Von der Leyen was er ­ophef over de creatie van een nieuwe bevoegdheid, een commissaris voor ‘de Bescherming van de Europese Manier van Leven’ (DS 11 september 2019). Dat was de nieuwe naam voor wat in andere regeringen gewoon ‘migratie en inburgering’ heet. De expliciete implicatie was dat migranten dus een bedreiging vormden voor die way of life. De naam zou er gekomen zijn als ‘geste richting Centraal- en Oost-Europa,’ schreef deze krant toen.

 

De ironie is dat het precies die Oost-Europese landen zijn die het idee van de Unie als waardengemeenschap, als een blok met een gedeelde culturele identiteit, het sterkst onder druk zetten. Dat blijkt niet alleen uit de autoritaire koers die Polen en Hongarije ­varen, maar ook uit de nieuwe Atlas van Europese waarden, een uitgave van de universiteit van Tilburg. Gebruik makend van de European Values Survey, een peiling die al sinds 1981 op het hele continent wordt gehouden, konden de onderzoekers vaststellen dat met name de waarden die vaak gezien worden als ‘typisch voor onze cultuur’ – waarden die te maken hebben met zelfexpressie en keuzevrijheid, zoals gendergelijkheid, de acceptatie van homoseksua­liteit, abortus, euthanasie … – specta­culair veel minder gedeeld worden in de oud-communistische landen. Waar bijna 90 procent van de Nederlanders ­homoseksualiteit normaal vindt, is dat in Roemenië net 10 procent. 35 procent van de Roemenen is voor abortus, tegen meer dan 70 procent van de Nederlanders. België zat niet mee in de dataset.

 

Ander recent onderzoek toont aan dat de oostelijke EU-landen weliswaar progressiever worden, maar veel trager dan de westelijke. In de historische kernlanden stoomt de evolutie naar ‘kunnen zijn wie je bent’ immers onverminderd door. Het resultaat is dat ­ondanks de inhaalbeweging van het oosten, het culturele verschil binnen de Unie groter geworden is. In 1990, net na de val van de Muur en lang voor de ­uitbreiding, stonden Oost- en West­Europa op het vlak van waarden dichter bij ­elkaar dan nu.

 

Xenofobie

 

Het is een ontwikkeling waar we maar beter rekening mee houden, als we ­nadenken over de toetreding van Oe­kraïne tot de EU. Zowel Ursula von der Leyen als Volodimir Zelenski heeft als argument daarvoor aangehaald dat het land ‘de Europese waarden deelt’. Maar dat blijkt helemaal niet uit het ­onderzoek. De Vlaamse socioloog Tim Reeskens, een van de auteurs van de hierboven genoemde Atlas, wees er in een wetenschappelijk artikel uit maart van dit jaar al op dat Oekraïne in cultureel opzicht veel dichter aanleunt bij Rusland dan bij zijn ­buren in de EU, laat staan bij Duitsland of Nederland. (Op sommige gebieden staan de Oekraïners zelfs verder van het Europese ­gemiddelde af dan de Russen.) Dat is ­uiteraard geen excuus voor een invasie en het betekent ook niet dat het niet kan veranderen – jonge Oekraïners staan positiever tegenover de ­Europese waarden, en ook de toe­treding zélf zou een morele verschuiving kunnen inzetten, dat is namelijk een van de effecten van het lidmaatschap. Maar de ervaring leert dat dat een ­uiterst langzaam ­proces is, en dat het ­risico op een backlash – van mensen die hun cultuur zien veranderen en in opstand komen, ­bijvoorbeeld door een autoritaire leider te kiezen die ­belooft hen tegen die verandering te ­beschermen – reëel is.

 

De zorgwekkendste evolutie, wat dat betreft, is de scherpe toename van de ­xenofobie in Oost-Europa. Het aandeel Tsjechen dat niet naast een migrant wil wonen is sinds 1990 met 35 procentpunt gestegen, bij de Hongaren was dat met 26 procentpunt, bij de ­Slovaken en Litouwers met 20 procentpunt, bij de Polen met 11. Ook die evolutiezien we in Oekraïne: bijna een kwart van hen wenst niet te wonen naast iemand van een ander ‘ras’, tegen 12 procent in 2006. (Ter vergelijking: 44 procent van de Oekraïners wenst niet naast homo’s te wonen. Dat vinden ze dus nog veel erger. Maar dat percentage is wel gedaald van 66 procent in 2006.) In de meeste West-Europese ­landen – in weerwil van het succes van ­extreemrechtse partijen – stijgt de tolerantie. Ook op dat punt groeien de twee dus uit elkaar.

 

Echokamer

 

Zo’n divergentie van waarden hoeft geen probleem te zijn. Uiteraard ­bestaat de geschetste tegenstelling – tussen een traditioneel, gemeenschapsgericht, vaak religieus gefundeerd en hiërarchisch waardenkader en een individualistisch, seculier waardenkader dat de nadruk legt op autonomie, ­gelijkheid en diversiteit – ook binnen landen. In Vlaanderen zorgt het voor de kloof tussen Vlaams Belang en Groen, of tussen orthodoxe moslims en lgbti-activisten. Dat leidt tot eindeloze discussies, maar niet tot het ­uiteenvallen van de samenleving. Ook in de ‘oude’ EU is de tegenstelling ­aanwezig: in Griekenland wil ook 33 procent niet naast homo’s wonen, en 24 procent (haast evenveel als de ­Oekraïners) niet naast mensen van een ander ‘ras’.

 

Niettemin is het risico nu wel groter dat de EU in een situatie belandt zoals de VS, met zijn woekerende conflict tussen (uiterst) conservatieve en (eerder) progressieve staten, en tussen die conservatieve staten en de overkoepelende unie. Allereerst omdat landen als Hongarije en Polen, anders dan Griekenland, zichzelf echt verkopen als iconen van de tegenbeweging. Zoals nationalistische partijen al deden binnen landen, hebben zij de breuklijn gepolitiseerd op het internationale toneel. Door de grote afstanden, het taalverschil, en het feit dat media voor een nationaal publiek werken, krijg je bovendien een echo­kamereffect dat doet denken aan de ­gescheiden linkse en rechtse media in de Verenigde Staten. Als Bulgaar word je geïnformeerd over Europa via ­Bulgaarse media. Het is schier on­mo­gelijk om te ontdekken hoe een Vlaamse of een Franse krant naar de wereld kijkt. Tot slot is het, onder meer dankzij het voorbeeld van de VS, voor iedereen duidelijk hoe explosief die culturele breuklijn is, en hoe dankbaar, voor een ambitieuze politicus, om zich erop te profileren.

 

Dat alles maakt dat de EU voor­zichtig te werk moet gaan, als het haar menens is om één grote humanistische, liberale waardengemeenschap te ­vormen. Nog een staat erbij, met waarden die daar erg ver vanaf liggen, zou het ­zogenoemde ‘gevecht om de ziel van Europa’ nog veel moeilijker maken.

 

Verschenen in De Standaard van 25 juni 2022.