Het laatste taboe

Deze column verscheen in De Standaard van 15 september 2012. Wat vooraf ging: Studio Brussel kondigt aan dat Music For Life, het jaarlijkse kerstevenement voor het goede doel, “het taboe rond dementie” wil doorbreken.

Is er dan een taboe rond dementie? Laat het ons hopen, want Studio Brussel moet het doorbreken met de nieuwste Music For Life – overigens de eerste na de allerlaatste, waarmee ze vast ook een taboe doorbreken.

‘Door het taboe over dementie te doorbreken, zorgt ook de openbare omroep ervoor dat een dementievriendelijk Vlaanderen een belangrijke stap dichterbij komt’, aldus de minister Jo Vandeurzen en Ingrid Lieten, zelf bekende taboedoorbrekers. Nou. Ik heb het eens gecontroleerd. Het afgelopen jaar zijn er in de Vlaamse pers 809 artikels verschenen over dementie. Die gaan dan over revoluties in het onderzoek naar, interviews met familieleden van lijders aan, vrijspraken voor moordenaars met, en de wufte wetenschap dat één glaasje alcohol per dag het risico erop verlaagt. Ik lees dat de ganse familie van Luc Appermont dement is. De vader van Willy Sommers. Cécile Müller. En Gabriël Garcia Marquez, althans volgens zijn broer.

Bovendien. Ongeveer iedere schrijver die ergens een familielid heeft dat oud genoeg is om aan Alzheimer te lijden, heeft daar een roman over geschreven. Ik som maar wat op: Hersenschimmen, Sprakeloos, Gestameld Liedboek, Elegie voor Iris, Renate Dorresteins Mijn zoon heeft een seksleven en ik lees mijn moeder Roodkapje voor, Voskuils De moeder van Nicolien, Alice Munro’s waanzinnig mooie Weg van haar, de laatste interviews van Hugo Claus… Je moet verdomme moeite doen om een roman te vinden waar tenminste nog één personage zich op de laatste bladzijde herinnert wat hij op de eerste heeft gezegd!

Lees mijn lippen: het is geen taboe. En dat is ook niet erg.

Ik heb, voor de lol en omdat ik het archief nu toch had open staan, gekeken hoe vaak er het afgelopen jaar in onze pers werd beweerd dat zus-of-zo “een taboe” was. 2560 keer. Het afgelopen jaar zijn er tweeduizend vijfhonderd zestig artikels verschenen, waarin minstens één keer werd gesproken over een taboe. Een mens zou gaan geloven dat we het meest benepen, beschaamde volk ter wereld zijn, een volk dat werkelijk alles verdringt en onderdrukt, van het opsteken van een sigaret over het spreken van tussentaal tot en met het rijden door de Konijnenpijp, een tunnel in Antwerpen, met een vrachtwagen. Ik verzin niets, zo staat het in de krant: ‘Konijnenpijp voortaan taboe voor vrachtwagens.’ (Het Nieuwsblad, 4 september) Overigens leer ik dat ook een brug in Boutersem ‘taboe voor vrachtwagens’ is. (De Standaard, 4 september) En dan vraagt men zich af waarom camionneurs er altijd zo gekweld bij lopen.

Volgt u even mee: ‘Kleuters op internaat. Er rust nog een taboe op.’ (Gazet van Antwerpen, 30 augustus). ‘Automotive ondernemer doorbreekt taboe in bedrijfsleven met bijbels managementboek’ (Persagentschap ANP, 28 augustus) ‘Het is nog steeds een taboe dit te zeggen: het communisme paste kennelijk goed bij de Tsjechische volksaard.’ (De Standaard, 28 augustus) ‘Onze eigen maatschappelijke behoeften mogen niet langer taboe zijn bij de uitstippeling van wat wel en niet kan in de immigratie. (Trends, 13 september) ‘Hitte of niet: flipflops blijven taboe op het werk’ (Het Laatste Nieuws, 22 augustus) ‘Het is misschien wel het allerlaatste taboe: brave huisvaders die in het grootste geheim seksdates hebben met andere mannen.’ (Dag Allemaal, 15 mei) Nu, dat allerlaatste taboe ondervindt dan wel felle concurrentie van ‘Alcohol en Islam: het laatste taboe?’ (express.be, 19 augustus), ‘Hoeren recenseren is het laatste taboe.’ (Gazet van Antwerpen, 7 augustus), ‘Anorexia athletica, het laatste taboe’ (De Morgen, 8 maart) en het allerlaatste laatste taboe (maar écht hé): ‘Rouwen om dieren: het laatste taboe.’ (Het Laatste Nieuws, 8 juni)

Claude Lévi-Strauss draait zich om in zijn graf. Het taboe is zijn eigen tegendeel geworden: een voorwaarde om iets te kunnen bespreken. Eerst moet de spanning van het verbodene worden opgewekt, anders is het niet de moeite. En nu gaan zelfs die aardige dementerenden in één zak met de flipfloppers en de hoerenrecensenten, om wat aandacht voor hun zaak te krijgen.

Nog een geluk dat ze het zelf niet beseffen.