VLAAMS Belang staat dus in de International Herald Tribune en The New York Times . Het weze hun gegund, al word ik ondertussen onnozel van al die internationale sterreporters die snel-snel het Ultieme Stuk komen maken over de ,,tikkende tijdbom'' die Antwerpen, Vlaanderen, België of Europa heet. Meestal zijn het mensen die voor twee, drie dagen overkomen, België slecht kennen en eigenlijk al voor ze hier arriveren in hun hoofd hebben wat er in hun stuk moet staan. ,,We hebben een jood nodig die zegt dat alle joden bang zijn, een politicus die alle moslims op de boot wil zetten, een politoloog die in één zin messcherp analyseert dat de oude elite met de handen in het haar zit en o ja, een foto van een brullende Arabische jongen die een Israëlische vlag verbrandt. Kunnen we niet iemand laten zeggen dat het einde van Europa nabij is? Die Dewinter, die wil dat vast wel.''
Da's dus precies wat we krijgen: een Pléiade aan 'woordvoerders' onder wie, op Dewinter na, geen enkele mainstream zegsman. We horen een Luikse politoloog, die twee seconden mag zeggen dat de politieke kaste geen antwoord heeft op het Belang, een marginale islamitische extremist en de joodse advocaat Henri Rosenberg, die hier alleen een forum heeft in het ranzige schotschriftje 't Scheldt . Zijn er geen joden met een mening genoeg dat een instituut als de NYT dié man moet oprakelen?
Als het de eerste keer was dat dat gebeurde, dan zou ik deemoedig het hoofd buigen en denken: The New York Times zal het toch wel beter weten dan ik? Maar het is niet de eerste keer. Enkele maanden geleden sprak ik met een journalist van de gerespecteerde Britse zondagskrant The Mail on Sunday . Mimount Bousakla was toen net met de dood bedreigd en in Antwerpen was een joodse man neergeschoten. Het opzet van het stuk was te beschrijven hoe ,,rauwe paniek'' door België raasde. Het irriteerde hem dat niemand die woorden ,,rauwe paniek'' in de mond wou nemen. (Hij heeft ze dan maar gewoon zelf gebruikt.) En waarom hoorde hij nergens dat het waarschijnlijk antisemitische moslims waren die die joodse man hadden vermoord? (Dat was toen en nu nog altijd, niet bewezen.)
,,Waar zijn jullie bang van?! Wat moet er nog gebeuren om jullie ogen te openen?'' Ik probeerde een genuanceerd discours te houden dat de problemen erkende maar waarschuwde voor hysterie. Als ik tussen de lijnen lees, hebben zijn andere gesprekspartners dat ook gedaan. Toch wordt in het stuk Bousakla's bedreiger, van wie toen net bekend was dat hij gelukkig vooral een verwarde idioot was, ,,een fanatieke moslim, bekeerd tot de meest fanatieke vorm van de islam''. Hij had zelfs geen joden gevonden die de moord als antisemitisch wilden bestempelen, en schrijft dan maar dat ze daar ,,te bang voor zijn''. Als hij het heeft over de rellen van april en november 2002 meent hij dat er alleen joodse winkels aangevallen zijn, ,,in een choquerende echo van de beruchte Kristallnacht'' – terwijl het toen voornamelijk over Belgische winkels ging! Het stuk eindigt omineus met ,, This is a strange, haunted, dark part of Europe. '' Voor een man die eerder nog nooit in België geweest was, vond ik dat nogal straffe taal.
Of kijk, nog zo'n anekdote. Ten tijde van de rellen na de moord op Mohamed Achrak stond er in verschillende Nederlandse kranten, zelfs in de koppen, dat Borgerhout in Vlaanderen gemeenzaam ,,Borgerokko'' genoemd werd. Toen ik mijn Nederlandse collega's zei dat dat een naam was die alleen bij racisten populair was, haalden ze hun schouders op. Het klonk mooi, en hun kranten hadden toch geen lezers in Borgerhout.
Hoe dichterbij iets gebeurd is, hoe betrouwbaarder de berichtgeving. Hoe verderaf, hoe sensationeler. Dat gebeurt niet eens met kwade wil. Je kunt van zo'n Amerikaanse of Britse sterreporter niet verwachten dat hij op twee dagen de Belgische situatie begrijpt. Tegen dat hij er iets van snapt zit hij al ergens anders, in Zuid-Amerika of Afrika, om daar snel-snel de ondergang van het hele continent te voorspellen. Bovendien: wie zal hem afstraffen? Als ik een slecht stuk schrijf over Gent, dan krijg ik de volgende dag alle Gentenaars over me heen. Met een beetje pech zeggen er een paar hun abonnement op en zet mijn hoofdredacteur me op straat. Maar wat kan het The New York Times schelen wat Vlamingen over hun stuk denken?
Een vraag die ik me nauwelijks durf stellen: wat zegt het over onze eigen buitenlandberichtgeving? Laten we er maar van uitgaan dat onze jongens uitzonderingen zijn.