Een antiheld? Yves Leterme? Nu elke vergelijking toegestaan is, kon die kwalificatie in De Standaard van maandag er ook wel bij, maar toch. Een gewezen minister-president, een gewezen partijvoorzitter, een man met 800,000 voorkeurstemmen die zes maanden de kans heeft gehad om een regering te vormen en daar toch niet in slaagde – het spijt me, maar dat is geen antiheld. Antihelden zijn kleine lieden die ondanks veel tegenslag, misverstanden en onhandigheden toch het goede doen. Vaak worden ze tegengewerkt door de grote lieden: de formateurs en de premiers, die alle macht en kansen kregen en toch de schuld voor hun falen op anderen afwentelen. Don Quichote. Lambik. Reinaart de Vos. Goofy. Guust Flater. Dat zijn antihelden. Leterme mag dan met die laatste vergeleken zijn, dat is al even vergezocht als De Morgen gelijkstellen met Der Sturmer. (Wat in sommige wetstraatkringen gebeurt, ik citeer maar hoor.) Stel dat Guust Flater even machtig was als Leterme. Stel dat hij evenveel voorkeurstemmen had. Stel dat hij met een even grote air had voorspeld dat hij het allemaal wel even sneller en beter en efficiënter zou doen dan die bende knoeiers van paars. Zouden we het hem nog altijd vergeven als hij mislukte?
Leterme een antiheld noemen, is meestappen in diens eigen strategie van volgehouden martelaarschap. Het bevestigt zijn gebricoleerde imago van kleine Vlaming die populair is bij het volk omdat hij de grote bonzen in Brussel tegen de schenen stampt, een imago dat qua bespottelijkheid enkel moet onderdoen voor Idi Amin die zich voordeed als koning van Schotland. (Niet dat ìk Leterme zou vergelijken met Idi Amin, maar in sommige kringen gebeurt dat. Citeren staat vrij.)
Lees die interviews van het afgelopen weekend. "Ik heb woord gehouden", herhaalt hij als een mantra. Is dat zo? Heeft Yves Leterme ons ooit zijn woord gegeven dat hij een zwakke leider zou zijn, dat hij nooit een visie zou ontwikkelen, dat de minipartijtjes hem de les zouden spellen, dat hij zijn eigen partij niet achter zich zou krijgen, dat hij onrealistisch hoge eisen zou stellen, dat hij de politieke realiteit zou ontkennen, dat hij zou toelaten dat de onderhandelingen verzandden in semantisch gemierenneuk, dat hij de ene communicatieblunder op de andere zou stapelen, dat hij een ietwat partijdige overheidszender zou vergelijken met de spreekbuis van een genocide? Heeft hij ons zijn woord gegeven dat hij de onderhandelingen veel te lang zou laten aanslepen, zelfs toen duidelijk was dat het nooit wat zou worden? Heeft hij ons zijn woord gegeven dat we nu een onwerkbare monsterregering krijgen, waarin de kopstukken elkaar permanent in de wielen zullen rijden? Was dàt het woord, dat hij ons Vlamingen gegeven heeft? En kunnen we het nog omruilen? Of mogen we een gegeven woord niet in de bek kijken?
Zelfs nu Verhofstadt, de man die Leterme steeds weer beschimpt heeft, onze antiheld moet helpen om premier te worden, zelfs nu toont hij geen greintje deemoed. Integendeel: het stormachtige applaus na zijn laatste mislukking, zo ontstellend voor elke objectieve buitenstaander, is tekenend voor wat er volgde. Lees die interviews: al die maanden tijdverlies zijn niets minder dan een triomf voor Vlaanderen. "Iedereen beseft nu dat er een staatshervorming moet komen. Die verworvenheid is er gekomen zonder iets toe te geven en die pluim mag ik toch op mijn hoed steken." "Jo heeft een fantastische verdienste aan wat er gebeurd is." "De kalender van de heiligen en martelaren moet nog niet worden aangevuld. Ik ben trouw gebleven aan een gegeven woord, dat is het enige." Applausmeester: roulez!
Kent die man dan geen schaamte? Herkent hij geen afgang wanneer die voor hem opdoemt als Mladic voor een moslim in Srebrenica? (Vergezocht? In sommige kringen circuleert die vergelijking. Schiet niet op de boodschapper!) En is het zo moeilijk om je te verontschuldigen omdat je voor de verkiezingen véél te hoog van de toren hebt geblazen? Blijkbaar. Gevraagd naar welke fouten hij zelf gemaakt heeft, somt Leterme enkel details op: dat hij het interview in Libération had moeten nalezen, of dat hij minder moet ingaan op vragen om de Brabançonne te zingen. En o ja, dat hij had ingestemd met grote en wisselende delegaties aan de onderhandelingstafel. Dat had hij niet mogen doen. Letermea culpa. Iets kleinere delegaties, en we hadden nu al làng een regering gehad.
Verantwoordelijkheid is een kernpunt van de christendemocratische filosofie, én van de conservatieve ideologie van haar kartelpartner. Zeker Bart De Wever gaat daar, sinds hij Dalrymple gelezen heeft, ver in: armen zijn verantwoordelijk voor hun armoede, junkies voor hun verslaving, allochtonen voor hun discriminatie, Walen voor hun economische achterstelling. De hele wereld moet geresponsabiliseerd worden, behalve het kartel zelf. Dat draagt geen enkele schuld aan de mislukking van oranje-blauw. Ook al zijn zij de grootste partij. Ook al is Leterme de populairste politicus. Ook al was hij twee keer formateur. Het zijn de anderen die hen gepakt hebben: Milquet, de Walen, het Cdh, de RTBF, de Vlaamse pers. Als een cartoonist Leterme een beetje spottend weergeeft: aaah de diabolisering! Zelfs als hij kritiek krijgt op een zin in een interview, een zin die hij aantoonbaar zelf in de mond heeft genomen, dan nog ontloopt hij zijn verantwoordelijkheid: hola, hij citeert enkel wat anderen hebben gezegd, zo gemeen zeg om hém die woorden in de mond te leggen! Het slachtofferisme is stuitend.
"Ik ben nog steeds bereid om mijn verantwoordelijkheid te nemen", zegt Leterme in alle interviews. Dat hij eerst eens verantwoordelijkheid opneemt voor het échec van het afgelopen halfjaar. Dat hij ophoudt met rond te tollen in die zelfgeblazen bel van martelaarschap en eigenwaan. Kijk ik naar deze man, dan zie ik geen antiheld maar een anti-persoonlijkheid. Iemand voor wie je alleen maar anti-respect kunt opbrengen. Omdat hij niet alleen grandioos anti-gelukt is, maar dat bovendien zelf anti-erkent.