Eén artikel in Deng , en Anissa Temsamani pakt haar biezen. Eén artikel in Het Belang van Limburg , en Genk gelooft dat Guy Verhofstadt bijna zélf het bevel tot de ontslagen heeft gegeven. Eén artikel in Gazet van Antwerpen , en Agalev Antwerpen staat op scheuren.
Iedereen die beweert dat de pers geen macht heeft (en het zijn enkel journalisten die dat beweren), verkoopt onzin in pakjes. Daarom ga ik in dit stukje eens voor iets raars pleiten. Ik ga ervoor pleiten dat over journalisten geschreven wordt, zoals over politici gebeurt. Ik wil de mensen kennen achter het nieuws. Allemaal. Wat waren hun vorige jobs, met wie zijn ze bevriend, wat zijn hun overtuigingen, waarom zijn ze journalist geworden, wat is hun positie op hun redactie, hoe schieten ze op met hun collega's? Als persmensen zoveel macht hebben dat ze met een pennentrek schepenen hun geloofwaardigheid, job en huis kunnen laten verliezen, dan wil ik zien hoe ze met die macht omgaan.
Bijvoorbeeld. Als het zo is, zoals Koen Meulenaere beweert in zijn column voor Knack , dat de vrouw van Yves Desmet de advocate is van Anissa Temsamani, dan werpt dat een heel ander licht op het knuffelinterview van afgelopen zaterdag in De Morgen , waarin Temsamani twee volle pagina's lang haar politieke toekomst mocht veiligstellen, onder een propagandafoto waarin ze als toornige elf poseerde in een rol prikkeldraad.
Als het zo is, wat hij zelf een week eerder in Knack heeft verteld, dat Luc Van der Kelen een goede vriend en bewonderaar is van Steve Stevaert, dan werpt dat een heel ander licht op alle opiniestukken en politieke interviews die in Het Laatste Nieuws verschijnen.
Als het zo is, wat ik zeker weet, dat het Vlaams Blok bij verschillende kranten heeft geleurd met zijn verhaal over de huurprijs van het huis van Chantal Pauwels, dan werpt dat een heel ander licht op de `primeur' waarmee Gazet van Antwerpen afgelopen weekend uitpakte. Ik wil weten: waarom wacht de partij niet tot de gemeenteraadszitting? Waarom heeft ze zo graag dat dit verhaal eerst in een krant verschijnt? En waarom speelt de ene journalist mee, en de andere niet? Welke journalist was dat? Hoe oud is hij? Vindt hij zelf ook dat Chantal Pauwels een slechte schepen is? Zou hij blij zijn als Agalev uit het college gegooid wordt? Wat denken zijn collega's van de rol die hun krant speelde in deze zaak?
Belangrijke vragen, waar nu geen antwoord op komt. Omdat journalisten er niet over willen nadenken. En omdat er nauwelijks externe controle bestaat. Zo minutieus als het verleden, de beweegredenen en de machtsspelletjes van elke enigszins belangrijke politicus uitgespit worden, zo windstil blijft het rond de journalist. Die heeft alleen zijn eigen deontologie en geweten. Ik wil niet beweren dat journalisten zich daar niet aan houden, maar geef toe dat het je enige speelruimte geeft.
Eigenlijk kun je een redactie goed vergelijken met een politieke partij. Er is een linker- en een rechtervleugel. Er zijn éminences grises die ervaring en dossierkennis koppelen aan een vaak te nauwe verwevenheid met de mensen over wie ze moeten schrijven. Er zijn jonge honden die de krant een andere richting willen laten opgaan. Er zijn integere journalisten met verantwoordelijkheidszin en er zijn cynische machtsjournalisten die juichen bij elke nieuwe scalp aan hun riem. Er zijn noeste werkers die nooit de voorpagina halen en tafelspringers die meteen sexy reportages mogen maken. Er zijn nieuwkomers die op hun eerste dag een groot dossier moeten overnemen van een ontslagen collega. Er zijn er die geloven in samenwerking met andere redacties, er zijn er die het liefst het tegenovergestelde schrijven van de concurrentie. Er zijn overlopers. Er zijn goede journalisten, er zijn er ook heel slechte.
Al die persoonlijkheden hebben hun invloed op het nieuws dat u te lezen krijgt. Ze maken het verschil tussen of een stuk er wel of niet komt. Ze maken het verschil tussen een rel of een serene analyse. Ze maken het verschil of iemand een groot wederwoord krijgt, of slechts drie zinnen, of een ,,was niet bereikbaar voor commentaar''.
En toch wordt dat nooit erkend. De journalistiek is de laatste macht in dit land die doet alsof ze alleen door Tijdloze Waarden wordt gedreven. Waarheidsliefde. Rechtvaardigheidsgevoel. Plicht tot informeren. De journalist zelf is slechts een vehikel voor al die nobelheid. Hij heeft geen driften, wensen of verlangens van zichzelf. Een journalist schrijft wat hij schrijft omdat hij De Waarheid wil brengen. Objectief. Neutraal. Kritisch. Onafhankelijk. Wat een misselijkmakende onzin! Natuurlijk is dat een van zijn motieven, misschien wel het belangrijkste, zoals we mogen aannemen dat politici in eerste instantie goed willen doen voor de mensen. Maar als we het erover eens zijn dat er in de politiek al wel eens andere motieven meespelen, waarom zou dat dan voor journalisten anders zijn?
Ik pleit er niet voor om de media te wantrouwen. Ik vind het zelfs niet erg dat persmensen goed bevriend zijn met politici of af en toe hun vrouw een plezier willen doen. Maar ik wil dat dan wel gewoon weten. Ofwel moeten ze het zelf vertellen, ofwel moeten hun collega's dat doen. Ik zou graag zien dat mediakritiek een onderdeel wordt van de dagelijkse verslaggeving. Op dit moment is het nog te veel zaak van academici en extreem-linkse internetjournalisten, die die titel vaak niet waard zijn. Als politici alles in het openbaar doen, dan journalisten ook. In het begin zal het even wennen zijn, maar u zult zien: het zal vast ook zijn leuke kanten hebben.