Dood aan het schuim dat ingebroken heeft in mijn auto! Dat hun piet verschrompele! Maar ook: bedankt. Dankzij hen ben ik nog eens in aanraking gekomen met de Antwerpse politie. En zoals iedereen weet, is dat een verkwikkende ervaring. Onze korpsleiding mag dan nog zo haar best doen om haar agenten professioneel en klantvriendelijk te maken, in de praktijk is daar gelukkig niet veel van te merken.
Op het commissariaat worden mijn lief en ik ontvangen door een heuse hoofdinspecteur, een titel zo ronkend dat hij jarenlange studie doet vermoeden. Helaas niet die van het Nederlands: onze politie is als een indianenstam van wie de taal door eeuwen van isolement puur en ongerept bleef; zij spreekt een Antwerps waar taalantropologen van likkebaarden. Dat mijn lief Gentse is, en geen taalantropologe, deert de agent weinig.
Hij wil weten van welk maark mijn gestolen laptop is. ,,Een Apple'', zeg ik. Hij schrijft op: ,,appel''. Ik zeg: ,,Nee, op zijn Engels, hè.'' De hoofdinspecteur kijkt me niet-begrijpend aan. Hij schuift zijn blad naar mij. Ik verwissel de 'l' en de 'e' van plaats. ,,Haaaa,'' zucht hij, ,,nen aple.'' Hij zegt het fonetisch, in het Nederlands: aple. ,,Oep zan Engels.''
Omdat ik het serienummer niet vanbuiten ken, stelt hij voor dat ik dat oep e papiereke mut schraave en da in de bus mut koume steike. Ik vraag of ik de volgende dag niet gewoon kan bellen of e-mailen.
,,Morgen zen kik er nie.''
Maar er zijn toch collega's? Die kunnen het dossier toch aanvullen op de computer?
,,Neeje, neeje, zoe got da hier nie. As gaa meurege bélt, dan schraave ze da oep e papiereke en dan legge ze dat hier ieveràns en dan is da kwaait teege da kik terug zén. Ik zal aa wel bélle.'' (Hij heeft nooit gebeld.)
De hoofdinspecteur tikt wat op zijn computer en wij krijgen allebei een aangiftebewijsje, dat er nogal summier uitziet. Wij herinneren ons de ellenlange pv's van vroeger – toen vorig jaar mijn fiets gestolen werd, moest ik mijn halve leven vertellen, dat in kostelijk Nederlands genoteerd werd: ,,Hedenochtend trad ik uit mijn woning en bemerkte dat mijn fiets ontvreemd was'', dus vragen we: ,,U heeft geen verklaring van ons nodig?''
Agent ( na lange stilte ): ,,Kweenie. Wa wildu zoeal vertellen?''
Mijn lief: ,,Toen in Gent mijn gsm gestolen werd, moest ik een verklaring afleggen.''
Agent ( lijzig monkelend ): ,,In Aantwaarpe doen waa da nie. Dor hemme waa gin papier genoeg veur.''
Ik bespaar u de absurde discussie die toen volgde, over of mijn lief haar aangifte in Gent moest valideren in de wijk waar ze woonde of die waar ze gedomicilieerd was, een onderscheid dat te moeilijk was voor de hoofdinspecteur zodat hij uitriep: ,,Ik snap het nie meer zenne! Got er ba een ànder mé rammelen!''
Waarop wij gillend wegrenden. (Wel hard gelachen, waardoor we achteraf veel minder overstuur waren. Dank daarvoor.)
Een en ander deed denken aan de vorige keren dat ik mijn korps contacteerde. In mijn wijk is een vandaal actief, die de straten en voetpaden bekladt met witte verf, waarmee hij soms zelfs foutieve verkeerssignalisatie aanbrengt. Toen ik, in een bui van burgerzin, mijn wijkkantoor belde om dat te melden, vroeg de agent: ,,En waar woont die persoon?'' – ,,Dat weet ik niet. Ik meld het gewoon.'' – ,,Ah zo U meldt dat gewoon Dat is dan een klacht tegen onbekenden?'' – ,,Het ís geen klacht, ik méld het gewoon!'' – Diepe zucht: ,,We zullen een patrouille sturen.'' (Tot zover mijn burgerzin.)
Of die keer toen een Soedanese vriend van me in conflict lag met een hem onbekende man, die beweerde dat mijn vriend zijn fiets gestolen had. Hoewel de andere man niets bewijzen kon, en na die eerste ruzie ook niets meer van zich liet horen, nam de politie de fiets in beslag. ,,Betwisting.'' Vier keer ben ik met hem naar het kantoor geweest, om in mijn beste Antwerps (ik spreek het ook niet zó plat, en mijn vriend kan net een beetje Nederlands) te onderhandelen tot ze kregen wat ze wilden: een handgeschreven verklaring van de fietsverkoper, met een kopie van diens paspoort. Het was een tweedehandsfiets, uit de hand gekocht: dat was niet simpel. De eerste keer zat de kopie van het paspoort er niet bij: terug. De tweede keer had mijn vriend, die een moeilijke naam heeft, die zelf op de verklaring geschreven: terug. De derde keer was de pen van de fietsverkoper leeg en was de verklaring dus in twee kleuren inkt: terug. En ik mijn vriend maar voorhouden dat dat geen pesterijen waren. Gelukkig was hij in Soedan al een en ander gewoon.
Ik heb een jaar in Londen gewoond. Zo beleefd dat de politie daar is. Ik was net drie dagen in Nederland. Idem dito. Ook in Gent is de politie correcter. Misschien heb ik altijd pech. Misschien moet ik maar wat vaker beroofd worden. Zodat ik eindelijk de nieuwe stijl van de Antwerpse politie te zien kan krijgen.