Ook Stranger things is een complot

Toen mijn kinderen jonger waren­, keken ze naar Tommy Zoom. Dat is een cartoonreeks van de BBC waarin een gewone jongen stiekem een superheld is, die de wereld redt van slechterik Polluto. De naam verraadt het al een beetje: Polluto wil alles vervuilen. Tommy Zoom staat in een lange traditie van jeugdverhalen die kinderen ecologisch bewustzijn bijbrengen. Voor de vuist weg herinner ik me een aflevering van Mega Mindy waarin de heldin het opneemt tegen Sam Smeerlap, die zijn giftige afval liever­ in het bos stort dan het te recy­cleren. Marc De Bels Blinker en de Blix­vaten (boek en film) vertelt hoe Blinker de degens kruist met Blix Industries, dat vaten met afval in zee dumpt. En iets oudere lezers herinneren zich vast De Kat, waarin een als poes uitgedoste milieuactivist strijdt tegen een bedrijf dat opnieuw beter een bureau onder de arm had genomen toen het zijn naam koos: het heet Af-Val.

 

Als het PFOS-schandaal zo tot de verbeelding spreekt, dan komt dat dus ook omdat het een traditioneel verhaal in herinnering brengt, dat tot de culturele canon behoort. Het bedrijf dat moedwillig mens en natuur vergiftigt om er zelf rijker van te worden, is een klassieke booswicht. Ertegenover staan de verde­digers van de gewone man en het algemeen belang, de helden van het verhaal. Het is geen toeval dat minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) zich zo populair maakt met haar boze uithalen naar 3M. En het is al zeker geen toeval dat een van de activisten die het schandaal­ op de kaart zette, Thomas Goorden­, zichzelf ‘de kat’ noemt.

 

Die verdediger van de gewone man hoeft trouwens geen superkrachten te bezitten. Ook in verhalen voor volwassenen duikt de strijd tegen een schadelijke industrie geregeld op, en de helden zijn doorgaans doodgewone burgers. Vaak worden ze zelfs nadrukkelijk neergezet als volkser, minder gesofisticeerd en minder elitair dan de tegenstander. In de film Dark waters (2019) is het een boer, die praat als een boer en gekleed gaat als een boer, die doorheeft dat zijn koeien sterven door van het water te drinken dat vergiftigd is door de (jawel) PFAS die naast zijn veld werden gestort. De charme van Erin Brockovich, de blockbuster met Julia Roberts uit 2000, is dat Brockovich een alleenstaande moeder is die zich een beetje trashy kleedt en die vloekt als een ketellapper, maar die het niettemin haalt tegen de chique praatjesmakers van het bedrijf dat het drinkwater vervuilt.

En nu kom ik tot het punt dat ik wil maken: dat is hoe antivaxers zichzelf zien. Niet alleen zij. Of het nu gaat over 9/11-truthers, QAnon-aanhangers of de mensen die denken dat Jürgen Conings uit de weg is geruimd omdat hij ‘te veel wist’: één ding wordt vaak over het hoofd gezien in de verklaringen voor waarom ze hun verzinsels geloven, en dat is dat hun type verheerlijkt wordt in de brede cultuur. Erin Brockovich is geen geschoolde toxicologe. Ze zit thuis op bed wetenschappelijke rapporten te lezen met haar baby op haar schoot.

 

Dat is trouwens een klassieke scène in dit soort films of tv-series: de held zit thuis manisch stapels papier te doorploegen, om heel snel bij te leren over een gespecialiseerde kwestie. In de echte wereld worden complotdenkers daarmee uitgelachen: deze dansleraar denkt ocharme dat hij viroloog is omdat hij enkele dagen heeft zitten googelen. Maar in films weet je: straks doet de held alle experts de broek af!

 

Die worden dan weer typisch af­gebeeld als mensen die weliswaar vlot overweg kunnen met een reageerbuis, maar die in dienst zijn van de booswicht en hun geleerdheid daarom inzetten als gezagsargument, om te beletten dat de waarheid naar buiten komt – precies het beeld, dus, dat complotdenkers hebben van de virologen die hen de waarheid komen vertellen over covid, of de bouwkundigen over de instorting van de Twin Towers.

Neem Stranger things, de populaire tiener­horrorserie op Netflix. Die vertelt hoe in een slaperig stadje de lokale middenstand kapot wordt gemaakt door de komst van een shoppingmall. (Het zielloze kapitalisme doodt de warme, organische gemeenschap.) Al snel blijkt die een dekmantel voor sinister onderzoek van het militair-industriële complex, dat een nieuw superwapen ontdekt heeft: een vleesetend monster dat in een tegenwereld leeft, een negatief van de echte.

 

Die tegenwereld verspreidt zich als een gif onder de stad: gewassen sterven, ratten ontploffen, de verwijzing naar milieuverontreiniging is overduidelijk. Het militair-industriële complex heeft wetenschappers in dienst – oude blanke mannen in witte labojassen – maar die zitten mee in het complot. Als er een kind in de tegenwereld verdwijnt, helpen zij om dat te framen als een dodelijk ongeval, een spijtig on­geluk – wie iets anders beweert, is paranoïde. Gelukkig zijn er nog de helden, gewone burgers zonder expertise – een schlemielige politiecommissaris, een neurotische moeder, veel kinderen en pubers – die door de officiële leugen prikken en het vermiste kind redden. (In het tweede en derde seizoen doen ze zelfs een beroep op een echte complot­denker, een door communisten geobsedeerde zonderling, die voor een keer gelijk­ blijkt te hebben.)

Zelfs superheldenfilms – niet die voor jonge kinderen, maar blockbusters – dragen een wereldbeeld uit dat sterk lijkt op dat van complotdenkers. In veel opzichten is een superheld de antipode van de gewone man in de straat, maar in hun ‘echte’ leven zijn superhelden vaak gewone luitjes. En zelfs al zijn ze dat niet, dan nog werken ze buiten het systeem, worden ze door het systeem gewantrouwd en tegengewerkt, en zijn hun interventies nodig omdat de politiek, de politie of het gerecht er niet in slaagt om de burger te beschermen tegen­ de gevaren die hem bedreigen.

 

Eerder dan complottheorieën te behan­delen als bizarre verzinsels die alleen­ díé mensen aantrekken die zich vervreemd voelen van de dominante cultuur, zouden we ze dus beter zien als een onderdeel daarvan. Het verhaal over de wereld dat ze vertellen, is ons welbekend. En de personages die dat verhaal bevolken (de corrupte flik, de kwaadwillige wetenschapper, de koppige einzelgänger die wordt uitgelachen en tegengewerkt tot blijkt dat hij wél gelijk had …) zijn ons geliefd. We dromen erbij weg, we leven met hen mee. Zo gek is het dan niet, dat sommigen dat model ook toepassen op de echte wereld.

 

Verschenen in De Standaard van 11 september 2021.