De Standaard, 6 april 2019
In zijn veelge-, maar toch onvólprezen bundeling ‘Dwarskijkers’ uit de gloriejaren van Humomaakte Rudy Vandendaele, de vorige maand afgezwaaide deken van de Vlaamse televisiekritiek, niet zoveel woorden vuil aan Samson & Gert. Twee zinnen, om precies te zijn: ‘Samson en Gert mochten een lied zingen waar de honden geen brood van lusten’, en: ‘Ik begrijp dat deze kindervriend op den duur alles liever doet dan op onnozele toon met een speelgoedbeest te moeten praten waarvan de harige ingewanden sprekend op Danny Verbiest lijken.’ Daarmee had je ’t wel begrepen.
Nu vond Vandendaele weinig goed waar te veel mensen naar keken, maar zijn lacherige misprijzen werd in die periode breed gedeeld, zeker onder goed opgeleide, cultuurminnende, links-liberale middenklassers, die zwoeren dat hun kinderen naar álles mochten kijken, behalve naar die tot leven gewekte kalfsworst en zijn hond. Vergelijk dat met de laudatio’s, nu Gert Verhulst zijn afscheid heeft aangekondigd als ‘Gertje’ – ook in de serieuze media. ‘Gert voedde samen met zijn hond een generatie op’, schreef De Morgen. In De Standaard werd hij, ironisch maar liefhebbend, een ‘normcore-held’ (DS 3 april).
Natuurlijk, de media zijn veranderd, het onderscheid tussen hoge en lage cultuur is minder scherp, maar vooral gebeurde er wat er altijd gebeurt: de generatie die is opgegroeid met Samson, heeft nu de macht om de eigen nostalgie te canoniseren. Het is tekenend dat Humo deze week het laatste interview van Rudy Vandendaele met Gert Verhulst opnieuw op zijn site zette. Dat begon ermee dat Vandendaele, dik tegen zijn zin, maar op aandringen van Verhulst, moest gaan kijken naar Sportpladijs, een show in het Sportpaleis voor Ketnet-fans van het eerste uur, die dus kind waren toen Ketnet begon, en nu in de twintig zijn. Die show was volledig uitverkocht. Vier keer. Tienduizenden volwassenen stonden de liedjes van Samson en Gert – ‘waar de honden geen brood van lusten’ – mee te zingen. De boodschap van Verhulst aan zijn oude nemesis was helder: wat voor jou bagger was, heeft waarde gekregen.
Cultuurschok
Het is een rare gewaarwording, het besef dat veel mensen van iets houden dat jij slecht vindt. Als het maar over één liedje gaat of één tv-programma, dan is dat de gewoonste zaak van de wereld, maar als het op een grotere schaal gebeurt, kan het de vorm van vervreemding aannemen, het onbehaaglijke gevoel dat je niet meer thuis bent in je eigen land. Ik denk dat er in de vroege jaren 90, toen niet alleen Samson pas op de buis was, maar ook VTM zijn vliegende start kende, iets dergelijks gebeurd is.
Commerciële cultuur, zeker van Amerikaanse of Nederlandse makelij, was er uiteraard al, maar plots was die zo alomtegenwoordig, dat velen verweesd achterbleven. Bij cultuurschok denken we automatisch aan migratie, maar ook binnen eenzelfde nationale cultuur ontstaan er geregeld breuken, die een deel van de bevolking doen afhaken. Bij migratie is dat doorgaans het lageropgeleide deel, hier waren het de hogeropgeleiden, maar hun reactie was hetzelfde: ‘Onze cultuur is duidelijk superieur aan die van jullie. Stop dus met wat jullie graag doen in mijn gezicht te wrijven!’
Als je niet meer mee bent
Ik denk dat we vandaag opnieuw zo’n periode beleven. Ouders van jonge kinderen merken het iedere dag, en de anderen kunnen erover lezen bij de correspondenten ‘Generatie Z’ van De Standaard: die Youtube-cultuur is echt bevreemdend. Iedere ouder vreest het moment waarop hij ‘niet meer mee is’, het moment waarop je niet zomaar een andere smaak hebt dan je kinderen, maar de hele definitie van ‘smaak’ op de schop lijkt te zijn gegaan. Voor ons is dat moment nu aangebroken. Het gaat niet over goed of slecht: toen mijn jongste naar Musti of Dora keek, vond ik dat slecht, maar ik snapte wat hij er leuk aan vond – het paste in mijn referentiekader. Bij Youtube daarentegen sta ik voor een blinde muur. Plots kon hij, als ik hem niet stopte, urenlang kijken naar slordig gemonteerde filmpjes zonder verhaal, van povere beeldkwaliteit, met als enige criterium dat er soldaten of dinosaurussen in voorkwamen: kinderen die een doos met dino-popjes openmaakten, een computersimulatie van een veldslag, een reclame voor de Argentijnse landmacht … Wat vónd hij eraan?
Vandaag zijn mijn zonen in de ban van hoogblonde, luidruchtige, nodeloos zelfverzekerde twintigers, die zichzelf ‘Royalistiq’ noemen omdat ze ‘Roy’ heten, of ‘Roediementair’ omdat ze ‘Rudi’ heten, en die zichzelf filmen, terwijl ze de godganse dag Fortnite spelen en dat schreeuwend zitten te becommentariëren. En opnieuw loop ik door een inktzwarte kamer zonder bodem of muren, terwijl een onzichtbare kraai in mijn lever pikt. Wat vínden ze eraan?
Bestrijden of begrijpen?
Maar je wilt de band met je kinderen niet kwijt. Dus bots je op het dilemma: bestrijden of begrijpen? Als je echt gelooft dat je eigen cultuur superieur is, dan moet je ze met vuur verdedigen, ja, zelfs opdringen aan de andere. Maar ben je bereid daarin zo ver te gaan, dat die zich gedegouteerd van je afkeert?
Het is een dilemma dat ook de grotere cultuurbotsingen kenmerkt. Het assertieve misprijzen van de links-liberale middenklasse voor de VTM-cultuur is hen slecht bekomen. Het heeft hen de reputatie opgeleverd een ‘arrogante elite’ te zijn, die ‘neerkijkt op het volk’. Dat werd nog versterkt doordat in de periode dat VTM begon, ook het Vlaams Blok doorbrak, waardoor het verschil in smaak ook een ideologische lading kreeg. Die toxische cluster van cultuur en politiek bepaalt ons publieke debat tot vandaag.
Ook in die andere cultuurstrijd, met de moslims, zijn de resultaten mager. Daar is de bereidheid groter om all the way te gaan, om de superioriteit van de eigen cultuur te proclameren tot ver voorbij het beledigende. Levert het wat op?
Ik zal het u zeggen: nee. Culturen worden beïnvloed door alles, behalve door het afgrijzen van een buitenstaander. Zonder enige twijfel komt er een dag, twintig jaar in de toekomst, waarop de Youtubehelden van vandaag zullen worden gefêteerd door diegenen die hen als kind hebben geadoreerd. Die zullen dan dertigers zijn, en de macht hebben om hun nostalgie te canoniseren. Het misprijzen dat ik vandaag tentoonspreid, zal tegen dan deel zijn gaan uitmaken van hun mythevorming: ‘Weet je nog dat onze ouders er geen bal van snapten?’ En wie weet denk ik tegen dan zelf wat ik vandaag ook denk over Samson & Gert, over Bart Kaëll, en zelfs over HT&D: zo slecht was het allemaal toch niet?