Kuik?' zegt Vark. 'Vind je het erg als ik je vanaf nu Muis noem?'
Kuik kijkt op uit zijn boek.
'Waarom zou je me Muis noemen?' vraagt hij. 'Ik ben toch geen muis?'
'Misschien,' zegt Vark. 'Misschien als ik heel hard dénk dat je een muis bent, dat je het toch wordt.'
Kuik begrijpt er niets van. Vark lijkt wel gek geworden!
'Kuik,' zegt Vark. 'Ik wil dat je je ogen sluit en zonder te kijken mijn staart grijpt.'
Ja, denkt Kuik. Vark is gek geworden. Maar hij wil zijn vriend best helpen. Daarom sluit hij zijn ogen en grijpt Vark zonder aarzelen bij de staart. 'Gelukt!' juicht hij. Misschien is Vark nu beter!
Maar Vark kijkt somber. 'Zie je wel,' zegt hij. Hij sluit zelf de ogen en trekt hard aan de veer die achteraan Kuik groeit. 'Au!' roept Kuik. Maar Vark schijnt het niet te horen. 'Zie je wel,' mompelt hij.
'Zie je wàt?' vraagt Kuik, terwijl hij over zijn achterste wrijft.
'Jij bent Kuik,' zegt Vark.
'Dat weet ik ook,' zegt Kuik een beetje boos. 'Trek je me dààrom aan mijn staart? En wil je me dààrom Muis noemen?' Dat Vark gek is, dat vindt Kuik niet erg, zolang hij hem maar niet pijn doet.
'Hoe lang houden wij al van elkaar, Kuik?' vraagt Vark.
Kuik wordt een beetje nerveus van al Varks vragen. 'Al altijd,' zegt hij boos. 'Maar daarom hoef je me nog niet aan mijn staart te trekken!'
'Wat lang,' zegt Vark.
Hij zwijgt.
Kuik zwijgt ook.
Wat houden zij al lang van elkaar!
'Om moe van te worden,' zegt Vark.
Kuik kijkt op.
'Wat bedoel je?', vraagt hij.
'Nou,' zegt Vark. 'We kennen elkaar al zo lang, dat ik precies weet waar jouw staart zit, en jij weet van mij hetzelfde. Vroeger schrok ik van je, vroeger verraste je me. Nu ken ik elk van je plekjes.'
'Hou je dan niet meer van me?' vraagt Kuik een beetje bang.
'Ik weet het niet,' zegt Vark, en hij kijkt in gedachten verzonken voor zich uit. 'Misschien zijn er wel honderd anderen om van te houden. Dat is toch veel spannender dan altijd Kuik en Vark?'
Kuik denkt na.
'En daarom wil je me Muis noemen?' zegt hij.
'Ja,' zegt Vark. 'En dan hou ik van Muis. Dat is weer 'ns wat anders!'
Kuik zwijgt lang.
'Goed,' zegt hij dan. 'Dan is Kuik en Vark voorbij! En ik ben voortaan Muis.'
'Muis,' zegt Vark. 'Ik hou van je.'
Kuik die nu Muis is kijkt naar Vark.
'Maar ik niet van jou,' zegt hij dan.
Vark schrikt. 'Hoezo?' zegt hij. 'Je hebt toch altijd al van me gehouden?'
'Dat is het net,' zegt Muis. 'Niks spannends aan. Trouwens: ik ben Muis, en Muizen houden niet van Varken.'
Vark kijkt Muis beteuterd aan.
'Van wie houden Muizen dan?' vraagt hij.
'Van Pad,' zegt Muis, en hij kijkt dromerig weg. 'Mooie, sterke Pad, gespierd van al dat zwemmen. Veel lekkerder dan zo'n dikke Vark!'
Muis die Kuik is dartelt op de tippen van zijn pootjes door het huis. 'Padje! Schatje!' zingt hij. Vark kijkt jaloers.
'Muis,' zegt Vark. 'Vind je het erg om me vanaf nu Pad te noemen?
Muis houdt op met dansen.
'Waarom zou ik je Pad noemen?' vraagt Muis. 'Jij bent helemaal geen pad! Jij bent een dikke Vark!'
'Misschien,' zegt Vark. 'Misschien als je heel hard dénkt dat ik Pad ben, dat ik het ook word.'
Muis denkt na. 'Zal je dan zwemmen?' vraagt hij.
Vark knikt.
'En heel hard kwaken?'
'Kwààààààk!!!' doet Vark, zo hard hij kan! Kuiks veertjes flapperen ervan, maar omdat hij Muis is, doet hij alsof hij het niet merkt.
'Goed,' zegt Muis. 'Jij bent Pad. Nu moet je me versieren.'
Vark die nu Pad is, is verbluft. 'Wat?' vraagt hij.
'Jij moet me versieren,' zegt Muis opnieuw.
'Maar je houdt toch al van me? Dat heb je net gezegd!'
Muis schudt zijn kopje.
'Sufferd,' zegt hij. 'Dat heb ik net tegen Vàrk gezegd. En die is jaloers genoeg om het niet aan jou, Pad, te komen vertellen. Daar ken ik die nuffige Vark goed genoeg voor! Jij weet helemaal niks van me. Dus moet je me versieren.' En Muis zet zich weer in de stoel met het boek dat Kuik zonet nog zat te lezen.
Pad die ooit Vark was, blijft besluiteloos staan. Hij heeft nog nooit iemand versierd! Trouwens, wie wil er nu een dikke Vark? Vark voelt zich steeds minder Pad. Hij wou dat Muis weer Kuik was, maar hij durft niks te vragen. Muis lijkt het bovendien wel aardig te vinden, en spannend, dat er iemand hem zal versieren.
'Muis?' vraagt Pad stil. 'Hoe doe je dat? Versieren?'
'Weet jij niet hoe je versieren moet?!' smaalt Muis. 'Moet je dàt horen! Nu zal ik wel nooit van je houden!'
Wat is die Muis gemeen! Hield hij nog maar van Kuik, die was nooit gemeen. Maar Pad geeft niet op.
'Muis!' zegt hij. 'Ik zal altijd van je houden en je tegen alles beschermen en nooit van een ander houden, ook niet van Groene Poes en zeker niet van Vreemde Eend en Muis en Pad zal voor altijd en eeuwig duren!'
Muis kijkt Pad angstig aan.
'Dat wil ik niet,' zegt hij. 'Na een tijdje kennen we elk plekje van elkaar, en dan wil ik wat anders. Misschien wel Vreemde Eend!' En Muis staat op.
'Waar ga je naartoe?', vraagt Pad bang.
'Ik ga Vreemde Eend versieren,' zegt Muis.
'Hoezo? Ik was joù net aan het versieren!'
'Maar het lukt je niet,' zegt Muis. 'En de tijd staat niet stil. Ik wil alweer wat anders. Een lelijke pad: bah!' En met zijn snuitje in de lucht stapt Muis het huis uit.
Pad loopt hem achterna.
'Jij gaat nergens heen,' zegt hij. 'Jij bent mijn Muis, en ik verbied je naar Vreemde Eend te gaan!'
'Daar zal je vroeger voor moeten opstaan,' bitst Muis hem toe, en dapper stapt hij door.
Vroeger opstaan? Pad rent het huis weer in en maakt vliegensvlug een tekening. Dan holt hij Muis weer achterna, die al bijna bij Eend is.
'Ziezo,' zegt hij. 'Zo'n mooie tekening kan Eend nooit maken!'
'Mooi?' snuift Muis. 'Noem jij dat mooi? Mannetje: ik heb mooie tekeningen gekregen! Van Vark. Die maakte tekeningen zoals jij dat nooit zal kunnen.'
'Vark!' stuift Pad op. 'Die lelijke dikke Vark? Hij kan niet eens zwemmen!'
'Dat hoeft ook niet!' Muis is nu heel erg boos. 'Vark verveelde me nooit! Jij bent vervelend. Ik ken je maar pas en ik vind je al vervelend. Van Vark kon ik altijd houden, en het werd nooit saai. Vanaf nu hou ik weer van Vark!'
'Vervelend!' Ook Pad is nu boos. 'Als er iemand vervelend is, dan ben jij het wel! Dan hou je van me, dan weer niet, dan moet ik je versieren, en als ik dat probeer is het nooit goed. Vanaf nu hou ik van Kuik!'
Briesend staan Muis en Pad elkaar aan te kijken.
'Muis?' zegt Pad dan. 'Vind je het erg als ik je vanaf nu Kuik noem?'
'Alleen als ik jou Vark mag noemen,' zegt Muis.
'Kuik,' zegt Pad die weer Vark is. 'Ik hou van je.'
'Vark', zegt Kuik die net nog Muis was. 'Ik hou ook van jou.'
'Voor altijd?' vraagt Vark.
Kuik knikt.
'Vind je een ander niet spannender dan?'
'Jij bént toch een ander?' zegt Kuik.
Vark knikt. 'Wat spannend,' zegt hij.