’t Is voorbij, die mooie zomer

De afgelopen week ging er een triomfmail rond op de redactie van Het Laatste Nieuws. 'Moesten we er al aan twijfelen,' begint die met een knoert van een fout, 'goede spraakmakende kranten worden nog altijd graag en veel gelezen. De zaterdagkrant met Yasmine verkocht meer dan 310.000 exemplaren. Een fantastisch resultaat. Onze krant beleeft een heel mooie zomer met verkoopcijfers die duidelijk hoger liggen dan vorig jaar.'

Dat dat fantastische resultaat behaald werd door de ethische en deontologische codes van de stiel te overtreden en een emotioneel gekraakte vrouw, moeder van een peuter, genadeloos aan de schandpaal te nagelen: daar geen woord over. Dat die vrouw in een recht van antwoord van 'karaktermoord' en 'jacht op mijn persoon' spreekt: och. Dat die zaterdagkrant een aanfluiting van de journalistiek genoemd werd, niet alleen door mij in deze krant maar ook door specialist mediarecht Leo Neels in De Morgen: nah. Misschien heb ik ze gemist, maar hebt u ergens een publieke reactie gelezen van een van die hoofdredacteurs, of van de betrokken journalisten? Ze vinden het de moeite niet om het op te nemen voor hun eigen werk. Enkel een hypocriet PS'je bij dat recht van antwoord: 'We weten echt niet waar Marianne Dupon het over heeft hoor, het waren de andere media die jacht op haar persoon hebben gemaakt.' (Tiens, dat schrijven al die andere media ook.)

En intussen gaat de heksenjacht gewoon door. Dag Allemaal toont zich andermaal de keizer van het cynisme door te koppen: 'Zij kan het niet meer aan: Marianne heeft nu psychische problemen.' Door wiens toedoen, denk je? Anderen zijn Dupon een beetje beu en hebben een nieuwe schuldige opgedregd: Marc Hendrickx, een schrijver met wie Yasmine een zakelijk conflict had en die enkele dagen voor haar dood door de rechter in het gelijk was gesteld. Yasmine moest hem een forse schadevergoeding betalen. 'Tragische wending', 'De andere breuk die haar zo'n pijn deed'. TV-Familie presteert het om een foto van Hendrickx op de cover te zetten, met een getekend pijltje erbij: dit is 'm folks, ga hem maar stenigen.

Je moet me maar tegenspreken hoor, maar dit kan toch zo niet langer? In de sector wordt altijd op gehamerd dat de media zichzelf wel zullen reguleren, en dat controle van buitenaf niet nodig is. Maar is het ondertussen niet duidelijk dat die zelfregulering niet werkt? Dat uitgevers en hoofdredacteurs en journalisten zélf hun recht daarop verspeeld hebben? Is het zo'n rare vraag om het eerbiedigen van de deontologische regels afdwingbaar te maken? Als een dokter de ethische regels van zijn ambt schendt, wordt hij geschorst. Als een advocaat dat doet, idem. Een journalist heeft toch een vergelijkbaar maatschappelijk belang?

In dit soort discussies schermen uitgevers en hoofdredacteurs graag met het doembeeld van door de politiek gecontroleerde media. Controle op de deontologie zou in die redenering dan gelijk staan aan partijpolitieke inmenging. 'De kwaliteit van de journalistiek in Vlaanderen ligt anno 2009 beduidend hoger dan in de tijd dat journaals werden gemaakt door partijgekleurde handpoppen', sneerde Eric Goens een tijd geleden nog naar Walter Zinzen, allicht met de bedoeling Zinzen af te spiegelen als zo'n handpop. Ze vergeten dat er ondertussen op hun redacties een generatie journalisten rondloopt, die die tijd nooit heeft meegemaakt. En er dus ook niet door getraumatiseerd is. Ja, de vrije concurrentie heeft ervoor gezorgd dat er nu betere kranten en journaals gemaakt worden dan in de tijd van mijn ouders, good on you. Maar ze heeft ook een zekere mate van onverantwoordelijkheid en onverschilligheid gebracht. Niet altijd, niet bij iedereen, maar te dikwijls. Is het na twintig jaar geen tijd om dat te corrigeren, zonder dat we daarom meteen het lijk van Frans Grootjans in het bureau van de directeur moeten plaatsen?

Sinds kort is Ingrid Lieten de nieuwe minister van Media. Ik hoop dat zij zich eens profileert als de minister van de mediagebruiker. Iedereen heeft recht op een pers die de waarheid vertelt en die de regels respecteert, ook lezers van populaire bladen. Dat kan alleen als er stokken achter de deur komen. Geef de Raad voor Journalistiek de bevoegdheid journalisten voor enkele maanden te schorsen. Het zal hen een argument geven om zich te verzetten, als hun chef een onethisch stuk bij hen bestelt. Laat ook kranten, tijdschriften en zenders in hun geheel beoordeeld worden op hun respect voor de deontologie. Doen ze dat niet, neem ze dan het voordeeltarief af dat ze genieten bij de Post. Of de subsidies voor hun drukkerijen. En voor de echt hardleersen, een grote banner op de voorpagina: 'Deze publicatie overtreedt de regels van de journalistieke deontologie. Ze heeft geen respect voor de privacy en kan leugens bevatten.'

Zoals op de pakjes sigaretten.