NU is weer hetzelfde debat begonnen, over of en hoe en zo ja hoe erg de tv de politiek stuurt en versimpelt en misschien zelfs uitholt. Zo jong nog en al zo vaak hetzelfde debat moeten horen. Ik heb lang getwijfeld of ik een bijdrage zou leveren. Maar toen dacht ik: kom Tom, vertel iets over jezelf. Over jou voor en jou op de tv. Dat is leuk.
Eerst over het meest voorkomende geval. Mij voor de televisie. Met Pringles. En taco's met dipsaus. En drie flessen cava. Zo kijken mijn vrienden en ik naar Doe de Stemtest, als was het het Songfestival. Met groene, blauwe, rode en oranje vlaggetjes, ons stemformulier in aanslag, joelend van: ,,Dichters een loon? En romanschrijvers niet? Een schandaal!'' Dolle pret. Maar diep in mijn binnenste denk ik dan: dat is toch niet serieus? Als het over dichters alleen gaat, dan ben ik het oneens. Gaat het over alle artiesten, dan ben ik het al meer eens. In hoeverre wijkt het af van subsidies? Beslist het Fonds daarover of het kabinet? Waarom legt niemand mij die stelling uit, voor ik moet stemmen?
Afgelopen week stond er een interview met Siegfried Bracke in Knack. Het was hetzelfde interview als dat van vorig jaar, en dat van de verkiezingen daarvoor. Net zoals toen ergert de man zich aan de intellectuele kritiek op zijn politieke programma's. ,,Mensen moeten in zestien seconden alles kunnen zeggen.'' Zou hij dat nu menen? Zijn eigen interview duurt vier bladzijden.
Bovendien: het probleem is niet de snelheid waarmee je je standpunt moet verwoorden. Het gaat erom of je de kans krijgt om echt te zeggen wat je te zeggen hebt. Media in het algemeen, en de tv in het bijzonder, hebben nogal de neiging om van tevoren te beslissen wat de gasten komen vertellen.
Dat zal ik u aantonen met als voorbeeld het zeldzame geval. Ik op de televisie. Ik word vrij regelmatig gevraagd, weet u. Dat u me nooit ziet, komt doordat ik altijd in extremis vervangen word door Marc Reynebeau. Zo mocht ik in een proefopname van een politiek programma mijn mening geven over enkele stukjes actualiteit. ,,Een straffe mening, hé Tom'', werd me gezegd. ,,Tsjak tsjak tsjak! Pataat! Nuanceren kan later nog. Zoals in je columns.'' In mijn columns? Daar ben ik de nuance zelve!
Tijdens de briefing bleek dat ik toch niet echt mijn eigen mening zou geven. De redactie had drie stellingen verzonnen, waar ik het niet helemaal eens mee was, maar tsjak tsjak tsjak, nuanceren kon later wel. Niet dat er veel later overbleef, want we hadden maar twee minuten. Bovendien was ik nauwelijks begonnen of de presentator stelde plots vragen over onderwerpen waar we het niet over hadden gehad, waar ik niet meteen een mening over had en waarbij ik het gevoel kreeg dat er een welafgelijnd antwoord van me verwacht werd, een antwoord dat in zijn draaiboek stond, maar dat ze vergeten waren me in te fluisteren. Toen ik smadelijk faalde om dat te geven, maakte de stilaan wanhopige man dan maar een ingestudeerd grapje, waarop ik ad rem mocht repliceren. Het angstzweet brak me uit. Hey, hij heeft een hele dag. gehad om over die mop na te denken! Ik kreeg één seconde! De volgende dag belden ze: Marc Reynebeau zou mijn plaats innemen.
Als tv alleen draaide om de vaardigheid om je standpunt in zestien seconden uiteen te zetten, dan kon je nog met recht zeggen dat dat iets is wat de hedendaagse politicus moet kunnen. Maar tv bepaalt gewoon je hele antwoord. ,,Meneer Leterme, u ziet ze hier vechten als honden om een been en u weet wie de derde hond is, nietwaar?'' Als je geluk hebt, dan is de vraag of de stelling je op het lijf geschreven. Anders spendeer je je kostbare zestien seconden aan het rechttrekken van de foute veronderstelling, aan het aanpassen van een draaiboek dat zo strak is dat het niet meer aangepast kan worden.
Misschien doen tv-makers er goed aan de analyse van Eric Van Rompuy over Doe De Stemtest serieus te nemen. Van Rompuy klaagt dat het format zijn partij niet aan bod laat komen. Dat klinkt flauw, maar hij heeft een punt. De Stemtest gaat over verkiezingsbeloftes, niet over het gevoerde beleid. Er zit geen vraag bij als ,,Vindt u vijf ministers van Huisvesting in één regeerperiode overdreven?'' terwijl dat voor een oppositiepartij toch belangrijk is.
Misschien moeten politici de fierheid vinden om te durven zeggen: ,,We doen alleen nog mee op onze voorwaarden. We komen, als we onze eigen mening mogen zeggen. Als het format ook ons op het lijf geschreven is, en niet alleen op dat van de tv-makers. Als dat niet kan, dan zullen we daar live, tijdens de uitzending, tegen protesteren, zodat de kijkers zien hoe het werkt. En als dat niet helpt, dan komen we niet. Wij zijn toppolitici. Ons werk is te belangrijk om met ons te laten spelen.''