Vaselineblokjes

Wie heeft er ooit bedacht dat een mens onherkenbaar wordt, als je zijn ogen bedekt? Deze week weer: een jonge vrouw laat haar pasgeboren baby sterven, tragisch verhaal, het gerecht legt de pers discretie op dus wat doen onze media? Ze vermelden haar voornaam, de voorletter van haar achternaam, haar leeftijd, haar woonplaats, haar hobbies, haar Facebookpagina én ze tonen duidelijke foto's in close-up, waarop haar ogen wazig gemaakt zijn met vaselineblokjes.

Misschien moeten de journalisten die dat doen, eens een dag met een zonnebril rondlopen. Nee, beter: met een gewone bril, met aangedampte glazen. Kijken of iemand hen herkent. Pas als hun collega's zeggen: maar wie is die vreemde man, die doet alsof hij onze redactiechef is? Wie is toch die anonieme zonderling, die we niet herkennen omdat zijn brillenglazen ondoorzichtig zijn? Wat loopt hij ons bevelen te geven? Waarom zit hij onze redactievergadering voor? Hé, mysterieuze vreemdeling, toon je gezicht of we noemen het Censuur en we krijsen drie weken onze eigen kolommen vol over de val van de democratie en – maar ho! Het is Frank! Zonder bril herkennen we hem plots! Maar zeg! Zo anoniem dat je was!

Als dat werkt, dan mogen ze zo verder doen.

Wat voor nut heeft het eigenlijk, dat halfslachtige anoniem-maken? Met de informatie uit de krant kan ik alles over dat meisje te weten komen. Vijf minuten googelen, en ik ken haar achternaam, thuisadres, mailadres, geboortedatum, gsm- en vaste nummer én ik kan beschikken over allerlei foto's, inclusief die in bikini. Ik ken het beroep van haar vader, ik heb een lijst van haar vrienden. De Facebookpagina is verwijderd, net als een aantal andere waar ze eerst op vermeld stond, maar Google slaat zoveel op in cache dat dat niets uitmaakt: ik klik gewoon een halve centimeter lager, en kijk zeg, op een opblaasdolfijn. Zelfs van haar zussen heb ik nu nummers. Zal ik een smsje sturen? Of meteen aanbellen?

Zoals altijd in privacy-kwesties, bepalen de redacties zelf waar voor hen de lijn ligt. De VRT en De Morgen zijn hier het discreetst: zij geven naam noch foto. VTM noemt geen naam maar toont wel foto's, met een balkje voor de ogen. De Standaard en Het Nieuwsblad vermelden haar initialen; in de eerste zien we geen foto, in de zusterkrant wel, zij het een waarop het hele gezicht, niet alleen de ogen, vaag gemaakt is. In Het Laatste Nieuws, Gazet van Antwerpen, en Het Belang van Limburg vinden we voornaam plus voorletter van de achternaam, én meerdere foto's.

Chaotisch? Kijk dan hoe andere zaken behandeld worden. Een dag na de vondst van het babylijkje komt er een vergelijkbaar verhaal in de media: een moeder van dertig dient haar zoontje van vijf een overdosis medicijnen toe, waarop hij sterft. Ah, maar dat is véél erger, oordeelt de volksjury van journalisten, dus heeft zij minder recht op privacy: Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad geven haar herkenbaar op foto, en vertellen ons haar volledige naam en woonplaats. In De Standaard en De Morgen vinden we voornaam en de voorletters van de achternaam, maar geen foto. Gek genoeg zijn deze keer Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg het discreetst: geen naam, geen foto, de nadruk ligt op het gebruikte geneesmiddel, en het feit dat het om een marginaal gezin gaat.

Wat is dit voor stuitende willekeur?! Is het dan echt onmogelijk om de verschillende redacties op een lijn te krijgen? De keuze is toch simpel: ofwel geloof je dat daders van misdrijven recht hebben op privacy, ofwel niet. Een beetje privacy bestaat niet: geef mij een voornaam, een leeftijd, een woonplaats en één kenmerkend detail, en het internet vertelt mij alles. Toon mij een foto, zelfs een waarop de rechterwenkbrauw wat minder duidelijk gemaakt is, en ik herken die dader.

Het heeft ook geen enkele zin dat sommige kranten de privacy wel respecteren, als anderen dat niet doen. Ook daar heeft het internet alle muren gesloopt: zodra die informatie naar buiten komt, bereikt ze me toch.

Er is nood aan een duidelijke, en afdwingbare afspraak. De zelfregulering, waarop redacties zich altijd weer beroepen om hun verantwoordelijkheid te ontlopen, werkt niet. Er is te veel willekeur, de keuzes verschillen van zaak tot zaak, van redactie tot redactie, en ze hebben een te grote impact op de betrokkenen.

Eerst en vooral op de daders en hun ruime omgeving. Maar ook op de media zelf. Stel maar eens dat een van die zaken toch anders in elkaar zit dan op de eerste dag werd gedacht. Dan moeten de journalisten hun staart intrekken: sorry dat we het zo groot hebben gebracht, met foto en naam en voxpops van zogenaamde vrienden.

Het zou niet de eerste keer zijn dat dat gebeurt. Je vraagt je af hoe vaak het nog moet gebeuren, voor er iemand in dat wereldje een initiatief durft te nemen.