Nu ben ik doorgaans de eerste om te vinden dat het privéleven van politici niet in de pers hoeft te komen, maar de aplomb waarmee Pol Van Den Driessche en zijn maten zich daarop beroepen, en het onverholen misprijzen waarmee ze de aantijgingen over zijn wangedrag wegwimpelen – het maakt me diep ongemakkelijk. Dat stuk in Humo, laat het ons niet uit het oog verliezen, is pretty damn damning. Vijf getuigen die met open vizier hetzelfde verhaal vertellen: drie slachtoffers, twee vakbondsmensen, en een toenmalige vertrouwenspersoon voor seksuele intimiteiten op de werkvloer. En negen anonieme getuigen. Die allen spreken over zaken waarvan ik me afvraag of ze niet wat te snel tot ‘de privésfeer’ gerekend worden. Herhaaldelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag, in een machtsrelatie, van een man die voor de zoveelste keer een publieke, leidende functie ambieert – is dat privé?